Welke verjaringstermijn geldt voor het instellen van een vordering wegens kennelijk onredelijke opzegging?

De werknemer zal een vordering, gegrond op kennelijk onredelijke opzegging, binnen zes maanden na het einde van de dienstbetrekking moeten instellen. De verjaringstermijn begint meestal te lopen vanaf het moment dat een vordering in rechte opeisbaar is. Iedere maand nadat het loon niet wordt betaald er een verjaringstermijn gaat lopen. Door het gebruik van verjaringstermijnen wordt vermeden dat partijen geconfronteerd worden met oude vorderingen, met alle bewijsproblemen van dien. Geeft een partij echter aan dat hij aanspraak blijft maken op zijn recht, dan begint de verjaringstermijn opnieuw. Hierbij dient het te gaan om een duidelijk schriftelijke mededeling waaruit blijkt dat de eisend partij zijn recht inroept of zal inroepen. Dit stuiten van de verjaring doet zich ook voor, wanneer de partij die tot iets gehouden is aangeeft, dat hij zijn verplichtingen zal nakomen.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 336 vragen en antwoorden over Ontslagzaken.