Wat betekent het 'anciënniteitsprincipe'?

Het anciënniteitprincipe houdt in dat bij collectief ontslag de werkgever er rekening mee houdt dat de medewerkers die er het langste werken het laatste worden ontslagen. In de regel zit wel verwerkt dat de langer zittende werknemers een gelijkwaardige functie moeten hebben in vergelijking met de korter zittende werknemers. Bij gegronde reden kan de werkgever afzien van het 'anciënniteitprincipe'.
Tot 1 maart 2006 gold het anciënniteitbeginsel van artikel 4.2 van het Ontslagbesluit (oud). Dit beginsel was het centrale uitgangspunt bij het bepalen van de ontslagvolgorde. Andere benamingen zijn lifo (last in, first out), dienstjarenbeginsel of anciënniteitprincipe of -regel. Anciënniteit hield in dat per categorie uitwisselbare functies van de bedrijfsvestiging de werknemer met het kortste dienstverband het eerst voor ontslag in aanmerking kwam. Daarnaast kon een werkgever, in geval van groepsontslag voor 10 of meer werknemers tegelijkertijd binnen een werkgebied van UWV kiezen voor de toepassing van het afspiegelingsbeginsel. De keuzemogelijkheid tussen anciënniteit en afspiegeling is komen te vervallen. Als hoofdregel geldt nu afspiegeling.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 336 vragen en antwoorden over Ontslagzaken.