1. Rijnlands Organiseren: een ander verhaal
In een Rijnlandse organisatie is weinig hiërarchie, de staf is dienend in plaats van sturend, het leiderschap is gericht op het bevorderen van autonomie en vakmanschap. Niet de aandeelhouder eerst, maar de professional op de werkvloer. Het is een bedrijf waar je trots op kunt zijn en waar vaklieden met plezier werken.
Het Rijnlandse/West-Europese verhaal is de wijze van organiseren voordat het Amerikaanse Management-verhaal (medio 19e eeuw) voet aan de grond kreeg en kent het begrip ‘managen’ niet! Managen als gedetailleerd plannen via staf en management om de realiteit van de vakinhoudelijke mensen en de planning zo dicht mogelijk bij elkaar te brengen. Zie onderstaande foto.
Het uitgangspunt bij Rijnlandse organisaties is echter juist menselijk maatwerk leveren door de vakmensen die dagelijks in verbinding met de leefwereld (de realiteit van alle dag) staan. Gemiddeld komt het dan wel goed, ook met de kosten. Met name door het verminderen van de overheadkosten die met die voortdurende planning en controle al dan niet in een cyclus samenhangt. ‘Hebben we de planning gehaald en zijn we dus in controle?’
De vakmensen zouden juist voldoende mandaat moeten hebben om de collectieve ambitie waar te maken en de klant daarbij maatwerk te bieden: ieder ziekenhuis, iedere serveerster, iedere kapper, ieder bouwbedrijf, iedere groothandel, iedere tandarts, iedere winkel, iedere fysiotherapeut etc. etc. doet dat van nature. Zo vreemd is het niet. In de loop der jaren – sinds de jaren 80 - is die werkwijze vermengd geraakt met 'management' en dat leidt soms tot merkwaardige gedachteconstructen – zie de foto hierboven - die zo langzamerhand de hele wereld uit evenwicht brengt: de (financiële) planning is inderdaad gehaald, maar de realiteit had er niet altijd baat bij. De aandeelhouder daarentegen vaak wel.
2. Een andere mindset met een ander taalgebruik
Welk verhaal hebben ‘Rijnlanders’ tussen de oren? De vakmensen in de voorste linie zien ‘de organisatie’ als een collectief stuk gereedschap: ‘Wij zijn artsen zonder grenzen’. In een management-bureaucratie zien de managers hun medewerkers als het gereedschap en noemen ze in dat verhaal daarom ook human resources. Een begrip wat in de Rijnlandse vocabulaire derhalve niet voorkomt!
Wil je integraal beginnen en overgaan op Rijnlands impliceert dat ook een ander taalgebruik. Hieronder een paar kernbegrippen.
Besturingsfilosofie
De besturingsfilosofie is bij organiseren zo ongeveer het eerste gespreksonderwerp waar je het over hebt: wat doen we (1) centraal, (2) decentraal of op zijn Rijnlands (3) 'klein binnen groot'? Deze laatste is de meest onbekende besturingsfilosofie. Wat doe je decentraal (maak het klein en zo dicht mogelijk bij de cliënt/klant/burger) en wat regel je in het grotere collectief gezamenlijk om schaalgrootte optimaal te benutten? Rijnlands is 'the best of both worlds'. Maatwerk (zoals de menselijk maat) daar waar inzicht nodig is, generieke ondersteuning waarbij maatwerk minder relevant is voor de uiteindelijke cliënt en waar primair vooral overzicht nodig is. #kleinbinnengroot
Collectieve ambitie
De missie, the why, de doelstelling, de bedoeling, etc. heet bij Rijnlands ingerichte organisaties de 'Collectieve Ambitie' of de 'Inspiratie'. Organisaties zijn hulpmiddelen (c.q. gereedschap), de mensen die er werken hebben een collectieve ambitie. Ze zijn bijvoorbeeld serveerster/ober en verwachten van hun ondersteunende diensten (de keuken) dat die eveneens die ambitie heeft en zich ook als zodanig gedragen. Ondersteunende diensten hebben geen eigen missie. Zij ondersteunen de ambitie van de voorste linie. #ontschotten
Voorste linie
Veel mensen vinden ‘de voorste linie’ niet zo’n een fijn begrip. Maar ‘de werkvloer’ heet binnen het Rijnlands gedachtegoed de 'voorste Linie'. Tijdens de coronacrisis werd maar al te duidelijk waarom dat zo is. Men sprak toen zelfs over de vuurlinie; mensen die meer dan anderen gevaar liepen besmet te raken. Ten tijde van de coronacrisis waren er 's avonds zogenaamde #Frontberichten op TV en het NOS-nieuws had een speciale afdeling berichten 'In de Frontlinie'. Buitengewoon Rijnlands dus.
Ondersteunende diensten
In Rijnlandse termen wordt soms ook gesproken over secundaire processen: bijv. personeel, administratie, ICT, catering, facilitair, communicatie, etc. allemaal collega’s die belangrijk zijn omdat ze de voorste linie ondersteunen. Ervaring leert dat ze dat prima kunnen doen vanuit een centraal servicepunt zodat de voorkant niet van het kastje naar de muur wordt gestuurd als ze hulp nodig hebben. Dat gaat namelijk ten koste van hun directe tijd te besteden aan de cliënt/klant/burger. Het begrip stafdiensten wordt ook niet gebruikt. Soms wordt wel gebruikt, in lijn met de besturingsfilosofie, de #centralediensten.
Werkgemeenschap
De werkgemeenschap is de plek waar het ‘echte’ werk plaats vindt. Dat is meestal de voorste linie die samen werkt met anderen die zich daar ook bevinden: BOA's bijvoorbeeld in het geval van de Politie. Familie en vrijwilligers in het geval van verpleeghuizen. Netwerkzorg (NWG) is een typisch geval van een zich ontwikkelende werkgemeenschap. In zijn algemeenheid kunnen we stellen dat hoe meer we over kunnen laten aan de werkgemeenschap hoe beter en hoe goedkoper het werkt. Binnen een werkgemeenschap zelf zijn wel afspraken, maar er is geen expliciete hiërarchie, het zijn collega's met eenzelfde Collectieve Ambitie binnen het netwerk.
E2.
3. Als je alles wil veranderen moet je overal beginnen
Van het ene naar het andere verhaal overstappen is geen kleinigheid. Het managen zit inmiddels in de genen. Opleidingsinstituten Bedrijfskunde noemen zich bij voorkeur ‘businessschool’ en alle andere opleidingen richten zich primair op de managers en de stafdiensten en nemen daarmee de verticale harkstructuur als een vanzelfsprekendheid en onderdeel van hun verdienmodel. Het Rijnlandse verhaal is ‘van voor naar achter’ en je hebt dus een gekantelde organisatie tussen de oren, zie illustratie, waarbij de organisatie er primair is om de vakmensen in de Voorste Linie te ondersteunen bij het realiseren van de Collectieve Ambitie. Het denken voor de ander en met name het denken voor de mensen in de voorste linie zal je als leidinggevende onder controle moeten zien te krijgen: vergroot liever de autonomie van de mensen in de voorste linie (leiding geven doe je in twee woorden) door hen mandaat te geven.
Illustratie: ‘het andere verhaal’ tussen je oren
Hoe je in een bestaande organisatie moet beginnen is lastig. Wellicht is de beste start: vraag aan de collega’s in de voorste linie, waar wil je autonomie over hebben om de Collectieve Ambitie daadwerkelijk te realiseren en wat houd je van het werk omdat je je niet adequaat geholpen voelt door de ondersteunende diensten? Dat zou een mooie start zijn om de sneeuwbal serieus aan het rollen te brengen.
En als je van A naar B wil, doe dat op de manier van B! Ga niet met managers vergaderen over wat de autonomie van de vakmensen in de voorste linie maximaal mag zijn. Waarom stappen verpleegkundigen meestal uit het vak? ‘Er wordt naar ons niet geluisterd’.
4. Aandachtpunten Top-10
- Alleen werken met zelfsturende teams binnen ‘de hark’ is een goede start, maar nog niet genoeg
- Voldoende vakmanschap in de voorste linie is vanzelfsprekend zeer gewenst
- Kijk ook naar de besturingsfilosofie (klein binnen groot, die mag niet buiten beeld blijven
- Een goede collectieve ambitie geeft tevens de rek aan t.o.v. de regels
- Het veranderproces is een geweldige try-out en oefening als je het stuur legt bij de voorste linie
- Overweeg een servicepunt (van de gezamenlijke ondersteunende diensten) waar de voorste linie altijd terecht kan en gelijk wordt geholpen
- Werk bewust aan het andere verhaal en de andere taal (de cultuur dat organisatie het gereedschap is), dat creëert tevens eigenaarschap in cultuur van verder onzichtbaar leiderschap. Vergeet het begrip management
- Laat medewerkers bij voorkeur meedoen in de werving & selectieprocessen van nieuwe collega’s
- Het bestuur moet redelijk goed doorgronden waar ze aan beginnen, belangrijk voordeel is dat medewerkerstevredenheid en klanttevredenheid omhoog en de kosten omlaag gaan. Die drie criteria zijn ook goed om na te gaan of er daadwerkelijk vooruitgang wordt geboekt tijdens de kanteling
- Een cultuur van ‘de lerende organisatie’ (Peter Senge): ‘denken over ons denken over organiseren’ is niet filosoferen, maar is uiterst concreet in zijn uitvoering.