Wat is het verschil tussen schorsing en non-actiefstelling?

Een werknemer kan vanwege bepaalde omstandigheden tijdelijk een werkverbod krijgen (met doorgaans behoud van loon). In de praktijk gebruiken organisaties verschillende termen voor deze maatregel: een schorsing, non-actiefstelling of vrijstelling van werkzaamheden. Wettelijk bestaat er geen verschil tussen de termen.
In de praktijk kunnen ze wél van elkaar verschillen. In een cao, personeelsreglement of arbeidsovereenkomst kan een onderscheid zijn gemaakt. Voor de schorsing en non-actiefstelling gelden dan verschillende regels. Een werkgever die een werknemer wil schorsen of op non-actief wil stellen, moet daarom vooraf goed controleren wat de maatregel in zijn situatie voor consequenties heeft en wat de voorwaarden zijn.
De schorsing en non-actiefstelling kunnen ook een verschillend type maatregel zijn. Een schorsing is vaak een disciplinaire maatregel voor iemand de regels heeft overtreden of daarvan verdacht wordt. Het is een vrijstelling van werkzaamheden, doorgaans vanwege (mogelijk) ontoelaatbaar gedrag.
Een non-actiefstelling is neutraler en wordt in meer gevallen een ordemaatregel genoemd. Het kan een gevolg zijn van (een verdenking van) een misdraging, maar mogelijk ook van een reorganisatie of faillissement. Er hoeft dus niet per se een misdraging aan vooraf hoeft te gaan. Een vrijstelling van werkzaamheden is een meer neutrale en minder dwingend term dan een non-actiefstelling. Een werkgever kan een werknemer bijvoorbeeld ook vrijstellen van arbeid vanwege privéomstandigheden of aan het einde van een dienstverband.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 336 vragen en antwoorden over Ontslagzaken.