Mag de directie een ondernemingsraad geheimhouding opleggen op straffe van ontslag?

Een ondernemingsraad (OR) krijgt vaak toegang tot vertrouwelijke informatie, zoals bijvoorbeeld bij een op handen zijnde reorganisatie. Vanwege het adviestraject krijgt de OR dan al in een vroeg stadium informatie over de voorgenomen besluiten van de bestuurder. De OR mag deze informatie echter niet met de achterban of anderen delen als de bestuurder hiervoor geheimhouding heeft opgelegd (artikel 20 WOR).
OR-leden genieten volgens artikel 21 WOR weliswaar bescherming tegen benadeling of ontslag (artikel), maar die bescherming geldt niet altijd. De directie kan een OR-lid bijvoorbeeld wel ontslaan om bedrijfseconomische redenen of bij overtredingen, zoals ernstige misdragingen of schending van de geheimhoudingsplicht. OR-leden doen er dus verstandig aan om zich aan de geheimhoudingsplicht te houden, niet alleen vanwege het bedrijfsbelang dat ermee gemoeid is, ook omdat er sancties staan op eventuele schending. Schending van de geheimhoudingsplicht kan zelfs leiden tot strafrechtelijke vervolging. Wel is er een onderscheid tussen geheime informatie of een ‘gewoon’ spreekverbod. In het laatste geval geldt de wettelijke geheimhoudingsplicht niet.
De geheimhoudingsplicht mag het functioneren van de OR echter niet beperken. Het is daarom verstandig als de OR duidelijke afspraken maakt met de bestuurder als hij geheimhouding wil opleggen, bijvoorbeeld door een einddatum te verbinden aan de geheimhoudingsplicht.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 351 vragen en antwoorden over Ondernemingsraad.