Hoe zegt een verhuurder een huurovereenkomst op?

Als de verhuurder de huur opzegt, moet hij dat minstens één jaar van tevoren doen per aangetekende brief of per deurwaardersexploot. Hij moet vermelden waarom hij opzegt en de huurder zes weken de gelegenheid geven te laten weten of deze met de opzegging akkoord gaat. Gaat de huurder niet akkoord, dan kan de verhuurder naar de kantonrechter.
In het geval van detailhandelhuurruimte zijn er dan twee mogelijkheden:
  1. Opzegging na vijf jaar: in dit geval geldt de termijnbescherming nog en heeft de huurder recht op tien jaar huur. De rechter zal het contract dan ook niet ontbinden, behalve als de huurder geen goede huurder is geweest of als de verhuurder het pand dringend nodig heeft;
  2. De opzegging na tien jaar: nu moet de rechter de beëindiging in een aantal gevallen zelfs toestaan, nl. als de huurder geen goede huurder is geweest of als hij het pand zelf nodig heeft.
Ook als de verhuurder zich naar het bestemmingsplan moet voegen of als de huurder niet akkoord gaat met het nieuwe contract, eindigt de huurovereenkomst. Naast het feit dat beide partijen zich moeten houden aan het huurcontract, gelden er overigens nog andere regels:
  • Een schriftelijk contract voor bepaalde tijd eindigt door het verstrijken van de tijd;
  • Staat het contract niet op papier, dan eindigt het door opzegging;
  • Een contract voor onbepaalde tijd eindigt door opzegging.
Uiteraard is het ook mogelijk om de overeenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 114 vragen en antwoorden over Vastgoed Huur & Verhuur.