Op welke gronden kan 290-bedrijfsruimte (middenstandsbedrijfsruimte ex art.7:290 BW) worden opgezegd?

De huurder van artikel 290-bedrijfsruimte kan na ommekomst van de wettelijke (en eveneens ook de contractuele) huurtermijn op iedere grond opzeggen. De verhuurder kan dat niet. Voor de verhuurder gelden beperkingen die stringenter zijn bij een opzegging na verstrijken van de eerste huurtermijn van vijf jaar of langer (art. 7:292 lid 1 BW) dan na afloop van de termijn waarmee de huurovereenkomst is verlengd (art. 7:292 lid 2 BW). Uiteraard dient de verhuurder ook rekening te houden met de contractuele huurtermijn. Indien na het einde van de eerste huurtermijn (vijf jaar tot tien jaar) wordt opgezegd kan dat uitsluitend op de volgende gronden:

1. De verhuurder maakt aannemelijk dat hij of zijn echtgenoot, de geregistreerde partner, een bloed- of aanverwant in de eerste graad of een pleegkind het verhuurde persoonlijk in duurzaam gebruik wil nemen en het verhuurde dringend nodig heeft. Onder duurzaam gebruik wordt niet begrepen vervreemding van de bedrijfsruimte maar wel renovatie van de bedrijfsruimte die zonder beëindiging van de huur niet mogelijk is;
2. De bedrijfsvoering van de huurder niet is geweest zoals een goed huurder betaamt.