Wat houdt de verificatieplicht in?

De identificatieplicht bestaat uit drie onderdelen, namelijk een verificatieplicht, een bewaarplicht en een zorgplicht.

Verificatieplicht
Bij indiensttreding bent u verplicht uw nieuwe werknemer naar een origineel geldig identiteitsbewijs te vragen en te controleren op echtheid en geldigheid. Dit kan bijvoorbeeld een identiteitskaart, paspoort of vreemdelingendocument zijn. De werknemer is verplicht om een origineel document te overhandigen. Let op: voor de verificatieplicht is het rijbewijs of een verklaring van de Belastingdienst geen geldig identiteitsbewijs, omdat hierop geen nationaliteit is afgedrukt. U moet het identiteitsbewijs op juistheid controleren. Is het document nog geldig? Toont de pasfoto gelijkenis met de persoon die voor u staat en zijn de fysieke kenmerken zoals lengte en leeftijd juist? Is de nationaliteit vermeld en klopt de handtekening? Controleer dede handtekening door de werknemer nogmaals een handtekening te laten zetten.
De volgende documenten worden geaccepteerd als geldig identiteitsbewijs:
  • Nederlands paspoort of Nederlandse Identiteitskaart (NIK)
  • paspoort of Europese identiteitskaart van een van de EER-landen
  • paspoort van een niet-EER-land, voorzien van een geldige sticker voor verblijfsaantekeningen
  • paspoort van een niet-EER-land mét verblijfsvergunning
  • vreemdelingen- of vluchtelingenpaspoort
  • diplomatiek of dienstpaspoort
  • verblijfsdocument van de Vreemdelingendienst I t/m IV
  • W-document voor asielzoekers
De werkgever is verplicht een kopie van het identiteitsbewijs in de administratie op te nemen van:
  • alle werknemers die in dienst zijn;
  • alle vreemdelingen die hij inleent (uitzendkrachten) of via aan- of onderaanneming laat werken.
Deze kopie dient tot vijf jaar na beëindiging van de werkzaamheden bewaard te worden.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 170 vragen en antwoorden over Arbeidsmigratie.