Hoe zijn prijsafspraken of kartelafspraken te herkennen?

De Autoriteit Consument & Markt spoort bedrijven op die afspreken om niet met elkaar te concurreren, bijvoorbeeld afspraken over prijzen of het verdelen van opdrachten. (In de volgende voorbeelden wordt over producten gesproken, dit kunnen ook diensten zijn.)

Offerte
  • U krijgt veel minder offertes dan normaal.
  • U krijgt een aantal offertes. Maar de bedrijven waarvan u een offerte verwacht, sturen u niets.
  • U koopt een product bij bedrijf A. En bedrijf A vraagt hierna aan concurrent(en) om het product te leveren.
  • Verschillende bedrijven verkopen u om de beurt een product. U merkt dat de ene keer de offerte van bedrijf beter is. En de andere keer de offerte van bedrijf B.
  • U krijgt een hele korte offerte van een bedrijf. Terwijl u een normale of een lange offerte van dit bedrijf verwachtte.
  • Elke keer als bedrijf A meedoet, zijn de prijzen ineens lager dan normaal. Als bedrijf A niet meedoet, zijn de prijzen veel hoger.
  • U wilt een product kopen bij bedrijf A. Maar bedrijf A wil het product ineens niet meer aan u verkopen. Dus koopt het product bij bedrijf B. Later ziet u dat bedrijf A samenwerkt met bedrijf B.
Prijs
  • U moet veel meer betalen dan normaal. En u begrijpt niet waarom.
  • De prijs van bedrijf A is veel lager dan de prijzen van de andere bedrijven.
  • U hoort of ziet dat bedrijven met elkaar overleggen over de prijs. Zij vertellen bijvoorbeeld dat zij de prijs van andere bedrijven weten.
  • Een bedrijf uit uw regio vraagt u een hogere prijs dan hij vraagt aan een inkoper uit een andere regio. Terwijl dichterbij bent en hij dus minder reiskosten heeft.
  • Bedrijf A en bedrijf B bieden u dezelfde prijs. Of zij veranderen hun prijzen op hetzelfde moment.

Gedrag
  • U krijgt twee of meer offertes die er hetzelfde uitzien. Ze zijn bijvoorbeeld op hetzelfde papier afgedrukt. Of in de offertes staan precies dezelfde spelfouten.
  • U krijgt een offerte van twee of meer bedrijven samen. Maar ze kunnen het product ook zelfstandig aan verkopen.
  • U krijgt een offerte van bedrijf A. En de offerte van bedrijf B wordt ook mee gestuurd.
  • U ziet dat twee of meer bedrijven met elkaar vergaderen voordat zij u hun offerte sturen.
  • U ziet twee of meer medewerkers van verschillende bedrijven in hun vrije tijd samen voordat zij u hun offerte sturen, bijvoorbeeld in een restaurant of de sportschool.
Uitspraken
U hoort een medewerker van een bedrijf iets zeggen dat lijkt op:
  • ‘De bedrijfsvereniging heeft de prijzen bepaald.’
  • ‘Dit zijn normale prijzen in onze sector.’
  • ‘Dit zijn de voorwaarden die wij in onze sector gebruiken.’
  • ‘Ik bied u 450 euro want bedrijf A biedt 500 euro.’
  • ‘Dit zijn de richtlijnen van onze brancheorganisatie.’
  • ‘Ik verkoop alleen producten in regio A en B. In regio C verkoopt bedrijf A zijn producten.’
  • ‘Ik had met bedrijf A afgesproken dat hij u niets zou verkopen.’ 
  • ‘Ik heb u vorig jaar een product verkocht. Dit jaar kunt u het kopen bij bedrijf A.’
  • ‘Ik hoorde van bedrijf A dat u dit product wilt kopen.’
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 163 vragen en antwoorden over Mededinging.