Waarom wordt in de EU cabotagevervoer als oneerlijke concurrentie beschouwd?

Binnen de EU is cabotage in het wegtransport sinds 2004 een gevoelig onderwerp. Heftige discussies kwamen op gang nadat tussen 2004 en 2007 een aantal voormalige Oostbloklanden toetraden tot de EU. Chauffeurs uit die lidstaten met (veel) lagere lonen, zoals Polen en Bulgarije, gebruikten het cabotage-argument om vooral zoveel mogelijk binnenlandse vrachten te rijden in West-Europa, waar de chauffeurs duurder zijn. 
De West-Europese transporteurs en zelfstandige chauffeurs konden de tarieven nauwelijks naar beneden bijstellen vanwege de hoge kosten van het levensonderhoud in hun land. Voor veel klanten gold het motto: waarom zou ik een Franse chauffeur de cabotagerit laten rijden als een Poolse chauffeur het voor de helft van de prijs kan doen? Feitelijk was er onder deze omstandigheden geen sprake van cabotage, maar van goedkoop binnenlands vervoer onder de noemer cabotage. Het ongelijke sociaal-economisch speelveld zorgde voor oneerlijke concurrentie voor West-Europese chauffeurs.
De EU was en is voorstander van een transportmarkt met vrij vervoer, maar onder druk van West-Europese lidstaten die hun chauffeurs massaal werkloos zagen worden, besloot de EU in 2010 tot het invoeren van een aantal beperkende regels rondom cabotage.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 252 vragen en antwoorden over E-commerce.