De keuze om te elektrificeren is logisch, bijna onontkoombaar. Toch is het proces van afscheid nemen van diesel niet automatisch pijnloos. Wie de transitie alleen beschouwt als het toevoegen van elektrische vrachtwagens, en vergeet dat ook de afbouw van de oude dieselvloot zorgvuldig moet worden gestuurd, loopt het risico op chaos in de operaties; inefficiënties, minder CO2-besparing, investeringsdruk, en personeel dat achterblijft.
Allereerst: wie te abrupt stopt met investeren in diesel vrachtwagens of juist die afbouw niet zorgvuldig plant, creëert knelpunten in capaciteit. Sommige routes zijn voorlopig niet elektrisch rendabel, of de laadinfrastructuur is nog niet op orde. Zo ontstaat een mismatch tussen wat je moet vervoeren en wat je kunt vervoeren; met lege ritten, omrijden of extra inzet en ongebruikte ruimte als gevolg.
Daarnaast is er de financiële druk. De aanschaf van elektrische vrachtwagens vraagt kapitaal, net als de aanleg van laadpleinen, het verzwaren van netaansluitingen en het moderniseren van de energie-infrastructuur. Als je tegelijkertijd diesel vrachtwagens wilt afschrijven, blijft er minder ruimte om flexibel te blijven in investeringen. Banken en financiële instellingen stellen hun vragen scherper, zeker wanneer de restwaarde van elektrische trucks onzeker is.
In het “Stappenplan Zero-Emissie vrachtwagens” wordt terecht gewezen op de TCO-benadering: alleen wie naar de totale kosten over de levensduur kijkt (inclusief subsidies, onderhoud, energiekosten en infrastructuur) kan een slimme afbouwstrategie bepalen.
Een ander punt van aandacht is het menselijk kapitaal. Chauffeurs, monteurs en planners kennen de dieselvoertuigen door en door. Zij moeten de overstap kunnen maken. Opleiding, training en verandermanagement zijn noodzakelijk om te voorkomen dat ervaren krachten afhaken omdat ze de nieuwe technologie niet beheersen. Worden die mensen niet meegenomen, dan riskeer je talentverlies en een rem op groei.
Een verstandige, snelle en pijnloze, afbouwstrategie begint bij gedifferentieerde planning: bepaal welke routes in welke fase geëlektrificeerd kunnen worden, en welke nog (tijdelijk) met diesel moeten blijven draaien. Zet in op werkkapitaal en subsidies, implementeer slimme laadsystemen, bouw buffercapaciteit in, en stem met klanten af wie welke infrastructuur draagt (bijvoorbeeld laden bij verlader).
Zo wordt de afbouw van diesel geen valkuil, maar een strategische sprong. Wie slim afbouwt, rijdt straks niet alleen sneller schoner maar ook slimmer, sterker en toekomstbestendig.
Walther Ploos van Amstel.
Lees ook: Elektrische vrachtwagens: meer dan alleen een simpel rekensommetje
Deel uw ervaringen op ManagementSite
Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.
SCHRIJF MEE >>
Als u 3 of meer artikelen per jaar schrijft, ontvangt u een gratis pro-abonnement twv €200,--