Deze week was ik met de Topsector Logistiek te gast bij DAF Trucks in Eindhoven. Zij staan, met strenge EU regels voor CO2-reductie, voor de uitdaging om in Europa in 2030 30% elektrische trucks te verkopen. De teller staat in 2025 op bijna 4%. Het is een uitdaging die ze delen met veel transportondernemers. De transitie is niet vanzelfsprekend; de urgentie lijkt nog niet groot. Gaat dat veranderen?
Wake-up call voor verladers én vervoerders
Veel vervoerders denken dat hun Euro-6 diesel nog wel tot 2030 mee kan. Maar wie vandaag nog een dieseltruck koopt, zet zijn concurrentiepositie voor jaren onder druk. Zero-emissiezones omvatten 8% van de afleveradressen. En, klanten, zeker in de bouw en retail, eisen nu al schone voertuigen. Gemeenten stellen zero-emissievoorwaarden in aanbestedingen. En vanaf 2027 komt de Europese ETS2-regeling die diesel structureel duurder maakt.
Maar, de kilometerheffing wordt de echte reality check. Diesel lijkt nu nog goedkoop, maar de echte kostenstijging komt nog. Transportbedrijven die niets doen, zien hun kosten onder-aan-de-streep met 6 tot 11 procent stijgen. In een sector met flinterdunne marges is dat dodelijk. En niks doen hoeft niet met de kansen die de terugsluisregeling ondernemer biedt voor verduurzaming. Verladers gaan transporteurs vragen: waarom zijn jouw kosten zoveel gestegen, terwijl er al jaren subsidies en regelingen beschikbaar zijn? Een transporteur die geen stappen zet, loopt het risico zijn klant kwijt te raken aan een concurrent die wél investeerde.
De fragmentatie van de transportsector zal plaatsmaken voor consolidatie. Albert Heijn laat zien waar het heen gaat: van 19 transporteurs naar slechts vier partijen die groot genoeg zijn om elektrisch te rijden en te investeren in laadinfrastructuur. De rest valt af.
Een andere manier van denken
De transitie is niet alleen een kwestie van vrachtwagens bestellen. De eerste vraag is wat na 2025 de beste vlootsamenstelling is; hoeveel grote of kleinere vrachtwagens en een grote of kleine batterij? Het uit gewoonte een-op-een inruilen van een dieselvoertuig voor een elektrisch voertuig is niet slim. Voordat je investeert in vrachtwagens moet je je strategie nog eens tegen het licht houden. Welke klanten willen we bedienen? Hoe zit ons distributienetwerk eruit? Zijn we goed verbonden met groene goederencorridors? Met wie gaan we samen transporteren? Wat is onze laadstrategie?
Grote bedrijven die tientallen voertuigen op één locatie willen laden, botsen tegen netcongestie aan. Zonder tijdige aanvraag voor een zwaardere aansluiting sta je buitenspel. Dit creëert een nieuw ongelijk speelveld: bedrijven met toegang tot energie, kapitaal en gespecialiseerd personeel lopen voorop. De rest blijft achter. Elektrificatie vraagt bovendien om een andere planning: actieradius, laadtijden en de beschikbaarheid van laadpunten worden net zo belangrijk als de routeplanning zelf. Voor kleine bedrijven is die complexiteit nauwelijks te behappen.
Kleinere spelers raken klem
Een groot deel van de Nederlandse vrachtwagens rijdt maar 20.000 tot 30.000 kilometer per jaar. Soms slechts een paar uur per dag. Voor die bedrijven is het de vraag of eigen vervoer nog zinvol is. Professionele dienstverleners die 80.000 tot 120.000 kilometer per jaar rijden, kunnen hun trucks veel efficiënter inzetten en zo sneller de omslag naar elektrisch rendabel maken.
De kleinere transportbedrijven die de slag missen, verliezen straks structureel op prijs. Hun concurrenten kunnen tot 30% goedkoper zijn, simpelweg doordat zij wel hebben geïnvesteerd in voertuigen, energie en samenwerking met klanten en geen energiebelasting hoeven te betalen. De 'parity' tussen de TCO van diesel en elektrisch is niet relevant, de 'parity' in energiekosten wel! Kleinere ondernemers hebben meer kosten voor hun laadinfrastructuur met een hoge initiële investering en jaarlijkse kosten voor de operatie van die laadinfrastructuur.
Wie hoopt dat alternatieven als HVO-diesel een reddingsboei zijn, komt bedrogen uit. HVO telt niet mee in de regelgeving, je betaalt er dezelfde heffing en ETS2-toeslag voor, en fraudegevoeligheid maakt producenten terughoudend. De toekomst is helder: batterij-elektrisch, met misschien een kleine rol voor waterstof.
Zero-emissie voertuigen inkopen is geen gewone rebuy
Vrachtwagens inkopen was ooit simpel: kiezen uit een paar merken en types, de leaseprijs uitonderhandelen, en klaar. Bekende prestaties, transparante prijzen, en een gelijk speelveld. Inkopers spraken over een straight rebuy. Voor verkopers draaide het om slim onderhandelen. Bij zero-emissie voertuigen werkt dat niet zo. Toch zien veel bedrijven het als een modified rebuy: hetzelfde spelletje, maar met wat nieuwe opties. Dat is een gevaarlijke onderschatting.
Elektrificatie is méér dan het vervangen van diesel door batterijen. Het vraagt om fundamentele keuzes over je netwerk en vloot. Voor de fleetmanager is dit in inkooptermen een ‘new task’ met veel onzekerheden. Zeker de eerste jaren komen de fleetmanagers nog voor veel verrassingen en aanpassingen te staan. Het gaat om:
-
de juiste keuze binnen vaak een aangepast logistiek concept,
-
aanvullende diensten zoals batterijfinanciering, onderhoud op locatie en slimme transport- en laadplanning,
-
laadinfrastructuur en energievoorziening (inkoop of eigen opwek),
-
en vooral: begeleiding van chauffeurs, die het succes van de transitie bepalen.
Vijf over twaalf
De conclusie is scherp: de tijd van afwachten is voorbij. Bedrijven die nu geen strategie hebben voor elektrificatie, lopen het risico in de komende vier jaar uit de markt gedrukt te worden. De transitie vraagt om harde keuzes: investeren, samenwerken of uitbesteden. Wie overeind wil blijven, moet nú in actie komen. Niet alleen omdat beleid het afdwingt, maar omdat klanten, concurrenten en de markt geen genoegen meer nemen met wachten.
De overstap naar elektrisch rijden is geen simpele vervanging van diesel door batterijen. Het vraagt om een strategische herinrichting van wagenpark én logistiek. Inkoopperspectief: dit is geen modified rebuy, maar een new task met veel onzekerheden en leercurves. Succes hangt af van slimme keuzes voor voertuigen, laadinfrastructuur, energie, financiering, planning, onderhoud én begeleiding van chauffeurs.
Bedrijven en leveranciers moeten elkaar opnieuw leren verstaan – soms met vallen en opstaan. Hier ligt een cruciale rol voor de Topsector Logistiek: het bijeenbrengen van ondernemers, voertuigbouwers, energiebedrijven, ICT, financiers, overheden en kennisinstellingen om deze transitie samen waar te maken.
Walther Ploos van Amstel.
Lees ook: ‘Als je overeind wilt blijven, moet je wel overstappen op elektrisch vervoer’
Deel uw ervaringen op ManagementSite
Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.
SCHRIJF MEE >>
Als u 3 of meer artikelen per jaar schrijft, ontvangt u een gratis pro-abonnement twv €200,--