Ethiek en integriteit in de financiële sector

Columns

Banken en verzekeraars hebben de afgelopen decennia geprofiteerd van de marktwerking in Nederland en van het gebrek aan controle door overheidsinstanties. De vrijheden die de financiële sector in dit systeem had resulteerden erin dat banken en verzekeraars zich dogmatisch op maximalisatie van winst en aandeelhouderswaarde richtten, waardoor een graaicultuur met ingrijpende maatschappelijke gevolgen is ontstaan. Geholpen door overheidsmaatregelen als provisietransparantie en bonusbeperking belooft de financiële sector beterschap, maar gaat dit de sector lukken zonder haar organisatiecultuur ingrijpend te veranderen?

Een organisatiecultuur waarin dogmatiek zich zo manifesteert dat het negeren van klantbelang maatschappelijk economische gevolgen heeft, is aan verandering toe. Een organisatiecultuur zie ik als de gezamenlijke ziel van een organisatie, logischerwijs gevormd door de verzameling zielen van haar leden. Deze zienswijze rechtvaardigt om voor verandering van de financiële sector de constructie van de ziel onder de loep te nemen, zoals de Griekse filosofen bij het ontstaan van onze westerse beschaving getracht hebben te doen.

Aristoteles bijvoorbeeld koppelde het handelen van de mens aan het karakter, verdeelde dat karakter in verschillende toepassingsgebieden en splitste elk toepassingsgebied in drie delen. Het uiterst linkse en het uiterst rechtse deel bestaan uit het teveel respectievelijk te weinig van dat waardoor het toepassingsgebied zich kenmerkt en ziet Aristoteles als moreel slecht. Het middelste deel ziet hij als de moreel goede balans, ofwel de deugd. Zo is iemand met een teveel op het toepassingsgebied zelfvertrouwen roekeloos, iemand met een te weinig op dat toepassingsgebied laf, terwijl iemand die het midden houdt het deugdelijke moedig weet te treffen. Daarnaast benoemt Aristoteles nog elf toepassingsgebieden met een gelijk aantal karakterdeugden als gematigdheid en waarachtigheid. Niets weerhoudt ons er echter van om hier relevante toepassingsgebieden en bijbehorende karakterdeugden aan toe te voegen.

Het stelsel van toepassingsgebieden van het karakter ziet Aristoteles overigens als de niet-rationele ziel. Dit deel van de ziel wordt aangestuurd door de rationele ziel die weloverwogen keuzes maakt. Deze komen bijvoorbeeld tot stand door waar te nemen en daar via intelligente en wijze redenaties bewijzen voor te vinden. Waar de weloverwogen keuze niet de objectieve feiten maar de subjectieve mening betreft, ontleedt Aristoteles de rationele ziel in een deel dat zich richt op het produceren en een deel dat zich richt op het handelen. Het doel van de weloverwogen keuze bij het handelen is om te kunnen kiezen tussen moreel slecht of moreel goed. Hiermee komt de koppeling tussen de rationele ziel en de niet-rationele toepassingsgebieden van het karakter tot stand, wat Aristoteles uitdrukt als praktisch inzicht.

De interessante vraag voor de financiële sector is met welk mechanisme het deugdelijke midden op toepassingsgebieden van haar karakter, ofwel haar organisatiecultuur kan worden getroffen. In Aristoteles’ theorie komt de weloverwogen keuze tot stand onder invloed van vier cruciale thema’s. De intelligente en wijze redenatie waarmee bewijzen voor waarnemingen worden gevonden, moet respectievelijk ontstaan uit een wisselwerking met de omgeving (1) en zich richten op menselijke zaken (2). Bovendien moet bij het produceren en het handelen het oncontroleerbare toeval, zoals Machiavelli in Il principe bedoelde met het lot, niet worden uitgesloten. Integendeel: er moet van het toeval (3) juist gebruik worden gemaakt. Tenslotte moeten meningen die wij vormen ontstaan uit redelijkheid (4), waarmee Aristoteles een gevoel voor rechtvaardigheid en sociaal contextbegrip bedoelt.

Onlangs zag ik in de verzekeringsmarkt een ontwikkeling die me goed deed. Een zorgverzekeraar investeerde wel in de productie van een reclamespot, maar niet in de distributie ervan. Deze distributie verliep via sociale media en werd gestimuleerd doordat het bedrijf, voor elke keer dat haar video werd bekeken, één Euro beloofde te doneren aan onderzoek naar kanker. Dit specifieke onderzoek was recent onder de aandacht van de media gekomen. De door Aristoteles benoemde wisselwerking met de omgeving (1) kwam tot uitdrukking in de manier waarop populaire sociale media kanalen werden gebruikt. De aandacht voor menselijke zaken (2) manifesteerde zich in de manier waarop aandacht werd besteed aan diegenen die lijden onder een uitzichtloze ziekte. Op het toeval (3) dat een onderzoeker landelijke aandacht had gekregen in een populair praatprogramma werd handig geanticipeerd. En door in het streven naar naamsbekendheid de investeringsbereidheid in onderzoek naar kanker te benadrukken werd tenslotte redelijkheid (4) en sociaal contextbegrip getoond.

De zorgverzekeraar toonde zo praktisch inzicht zoals Aristoteles bedoelde en zet hiermee de toon voor een verzekeraar die zich niet alleen sterk maakt voor haar winstambitie, maar ook haar maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt. Het is tijd dat banken en verzekeraars hun sociale functie een centrale plek in hun organisatiecultuur geven, waarbij integriteit en ethisch handelen een cruciale rol spelen. Maximalisatie van winst en aandeelhouderswaarde zijn uit de mode. Het is in de financiële sector tijd voor ethisch verantwoord ondernemerschap.

Deze column is gebaseerd op mijn Master Thesis Een gebed tot de Grote God van Geld, de dogmatiek van winstmaximalisatie in het verzekeringsbedrijf.

De Master Thesis is een onderdeel van het afstudeerproject van het Parttime Master Bedrijfskunde programma, Rotterdam School of Management, Erasmus University. Meer informatie over deze deeltijd opleiding treft u hier of bezoek een van de voorlichtingsavonden.

Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen

Probeer het Pro-abonnement een maand gratis

En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.

Word een PRO 

Branko Lastdrager
In zichzelf is er niets mis met onze natuurlijke neiging tot korte termijn gedreven eigenbelang. Althans ten aanzien van de opbrengsten die het je geeft op de korte termijn. We zien echter zowel op macro, op meso, als ook juist weer op ons individuele microniveau dat de effecten hiervan op de lange termijn tot conflict, wantrouwen en onvrede leiden.

De doorgeslagen fragmentatie, zelfgerichtheid en korte termijn oriëntatie van al die onderling verschillende belangen leidt niet tot gezonde, innovatieve en creatieve competitie, maar zorgt juist voor entropie. Het zorgt op alle niveaus, zowel in een gezin of relatie, organisatie of bedrijf voor een toename aan inefficiëntie, ineffectiviteit, disconnectie en uiteindelijk tot inhumaniteit.

Bedrijven, boeren, burgers, bestuurders en bankiers zullen de behoefte aan het voortdurend willen realiseren van korte termijn eigenbelang moeten erkennen, accepteren en integreren. Om vanuit de reflectie over de lange termijn effecten die dat met zich meebrengt meer duurzame keuzes te maken. Ik, jij en wij allemaal, te starten met mijzelf. Dan kunnen er inderdaad hele mooie initiatieven ontstaan.

Meer over Organisatiecultuur