Recepten om regeldruk te verminderen

Columns

Overbodige regels zijn een bron van ergernis voor burgers en bedrijven. Het kabinet koerst daarom aan op een stevige vermindering van de regeldruk. Dat wordt een heidens karwei. Drie uitdagingen op een rij, met recepten om de regeldruk te verminderen.

De afgelopen jaren is door verschillende kabinetten gewerkt aan regeldrukvermindering. Op sommige terreinen zijn successen geboekt, maar in de praktijk beleven ondernemers het vaak anders. Een deel geeft zelfs aan geen duidelijke effecten te ervaren van het gevoerde overheidsbeleid. De klus is nog niet geklaard. Dat vindt het kabinet ook. Het mes erin. In 2017 moet de regeldruk met € 2,5 miljard zijn gedaald, zo zegt het regeerakkoord. Dat is geen sinecure en stelt de overheid voor drie uitdagingen van formaat.

Regels uit Brussel

De Europese Unie voert beleid op tal van terreinen, zoals bijvoorbeeld voedsel, energie, vervoer en milieu. Een groot deel van onze regels heeft dan ook een Europese oorsprong. Schattingen laten zien dat circa de helft van alle administratieve lasten van Brusselse origine is. Om succes te boeken in de strijd tegen de regeldruk zal de overheid dus ook in Brussel aan de slag moeten.

De Tweede Kamer kan bij het kabinet aan de bel trekken als nieuwe Europese plannen leiden tot ongewenste regeldrukgevolgen, maar van oudsher is de aandacht hiervoor beperkt. Daarmee mist zij een kans om het kabinet vroegtijdig aan te sporen te interveniëren. Een meer kritische reflectie van de Kamer kan bijdragen aan het voorkomen van een onwenselijke stijging van de Europese regeldruk.

Het kabinet kan ook zelf actie ondernemen. Dat gebeurt ook, maar met zo veel landen aan tafel is het lastig om een vuist te maken in Brussel. Ook hebben niet alle landen het terugdringen van de regeldruk hoog op de agenda staan. Daarbij komt dat op steeds meer terreinen het vetorecht is ingeleverd, waardoor Nederland dossiers met ongewenste gevolgen niet kan blokkeren. Om succesvol te zijn in de Brusselse arena zal Nederland continu medestanders moeten zoeken om mee samen te werken op een dossier, want alleen bereikt men niets.

Nieuwe taken voor gemeenten

Het Rijk hevelt steeds meer taken over naar gemeenten. Gemeenten bereiden zich voor op drie transities in het sociale domein: de invoering van de Participatiewet, de overheveling van de AWBZ-begeleiding naar de Wmo en de transitie van de jeugdzorg.

Deze transities bieden een uitgelezen kans om (huidige) bureaucratische belemmeringen op te ruimen, maar de eerste signalen zijn niet bemoedigend. Zo leidt het conceptwetsvoorstel Jeugdwet per saldo niet tot een afname, maar juist tot een toename van de regeldruk. Dat komt meer onder meer doordat het vele aantal schakels in de jeudzorgketen niet lijkt af te nemen en er sprake is van stapeling van toezicht. Dit is opvallend, omdat één van de doelen van deze wet is om de regeldruk te verminderen.

Gemeenten staan daarmee voor een uitdaging, want zij moeten vanuit een heldere regierol de randvoorwaarden gaan scheppen voor nieuwe werkwijzen. Zij moeten de regeldrukvermindering in de praktijk gaan realiseren, maar dan moet de wetgeving van het Rijk hen daartoe wel voldoende mogelijkheden bieden.

Verder krijgen zorgaanbieders door de genoemde transities met verschillende gemeenten als opdrachtgever te maken. Met hen zullen zij verschillende contracten gaan sluiten, terwijl zij dat nu hoofdzakelijk doen met één of enkele provincies. Het gevolg is dat tal van verschillende contractvormen en prestatieafspraken naast elkaar kunnen ontstaan. Met een toename van de regeldruk als gevolg. Een oplossing hiervoor is, naast standaardisatie van financiering en verantwoording tussen gemeenten, het maken van landelijke afspraken over zaken die bovenregionaal dienen te worden geregeld.

Meer samenleving, minder overheid

Om de regeldruk in te dammen, moet de overheid keuzes maken. Keuzes om niet alles te willen regelen. Alleen worden politici van oudsher gedreven door hun ambitie om maatschappelijke problemen op te lossen, hetgeen veelal resulteert in nieuwe regels. Ook klinkt bij incidenten de roep hierom, al dan niet onder druk van de publieke opinie. Zo is het bijvoorbeeld een goed gebruik dat een TBS-incident steevast vergezeld gaat met een verzoek om nieuwe regels. Dit is alleen niet altijd de oplossing om incidenten tegen te gaan. Politici zullen steviger in hun schoenen moeten staan om weerstand te bieden tegen de roep om nieuwe regels, maar dat valt niet mee. In onze samenleving is nu eenmaal verankerd dat de overheid ons tegen van alles en nog wat beschermt.

Het kan ook anders. Op het moment dat de samenleving minder van de overheid verlangt, dan is zij ook daadwerkelijk in staat om te snoeien in het regelwoud. Dat betekent wel dat bedrijven en burgers hun steentje moeten bijdragen. Zij moeten suggesties aandragen waar het qua regeldruk minder kan, want dat gebeurt nog onvoldoende. Bij onzinnige of onduidelijke regelgeving kan men hiervoor terecht bij overheidsmeldpunten, zoals www.antwoordvoorbedrijven.nl/meldpunt. Met suggesties uit de samenleving kan de overheid dan werken aan een oplossing. De overheid kan het niet alleen.

De auteurs drs. Dirk-Jan Schoneveld en Robbert van Overmeire MSc zijn als adviseur verbonden aan adviesbureau Berenschot. Zij verrichten adviesopdrachten voor overheden ter vermindering van de regeldruk.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Teun van Aken
Beste Dirk-Jan en Robert, hebben jullie enig idee hoeveel decennia we al bezig zijn met verminderen van regeldruk zonder enig resultaat? Hebben jullie enig idee hoeveel ideeën burgers al bij de overheid hebben neergelegd, al dan niet via websites als www.regelzucht.nl en www.organisatieactivist.nl? En hebben jullie eveneens enig idee hoeveel omzet adviesbureaus hebben gemaakt in die periode met het geven van adviezen die niet werden opgevolgd?
Een beetje naïef is jullie column wel, misschien wel heel erg naïef. De vraag is niet of de overheid het al dan niet alleen kan, maar of de overheid, de ambtenaren, dit eigenlijk wel willen.
Veel succes, Teun van Aken.

Meer over Bureaucratie