Zeven tips om de baas te blijven

Medewerkers maken het hun chef vaak moeilijk om een goede leider te zijn. Managers moeten inzicht hebben in de krachten die aan het werk zijn. In de vakliteratuur over leiderschap krijgen managers er meestal flink van langs: zíj zijn verantwoordelijk, dus ook voor alle dingen die misgaan, inclusief de relaties met hun medewerkers.

Eigenlijk kan een baas het nooit goed doen. Werknemers hebben immers altijd de neiging om te mopperen. Reorganisaties, slechtnieuwsgesprekken en ontslagen; ga er maar aan staan. Het is voor bazen niet gemakkelijk om hun mensen tevreden te houden.
Een aantal adviezen voor managers die er de vaart erin willen houden en enkele tips:

1. Niet opscheppen
   Als u leidinggevende bent is opscheppen niet verstandig. Een (kersverse) leidinggevende die zich (ineens) gedraagt alsof hij een ongenaakbare Koninklijke hoogheid is, kweekt weinig goede wil bij de werknemers. Ook een baas die zich krampachtig gedraagt of alles heel formeel behandelt, geen gezellige, vriendelijke of welwillende afdeling/onderneming creëren.
2. Flap er niet alles zomaar uit
   Als leidinggevende kunt u niet straffeloos alles er maar uitflappen wat er in u opkomt. Uw woorden hebben consequenties: voor de sfeer, voor uw geloofwaardigheid, voor de verwachtingen die mensen hebben. En, niet in de laatste plaats, voor de bereidwilligheid waarmee medewerkers hun taken zullen uitvoeren. Duidelijkheid is belangrijk maar tact en respect zijn minstens zo belangrijk
3. Doe niet geheimzinnig
   Communiceer alle belangrijke informatie aan uw werknemers. Indien u dit niet doet kunnen ze het gevoel krijgen dat ze hun werk moeten doen met halve informatie. Als u ergens een beslissing over hebt genomen, wees helder. Probeer het duidelijk over te brengen. Laat geen twijfel bestaan over de consequenties en draai niet om de hete brij heen. Een beetje betrokken medewerker weet  best hoe het bedrijf er ongeveer voor staat.
4. Geef medewerkers vooral informatie over reacties van klanten en resultaten.
   Laat medewerkers overleggen met ontevreden klanten en ontstemde leveranciers, informeer ze over cijfers en resultaten als doorloop, retouren en signalen van klanten.
5. Geef geen destructieve feedback
   Uw feedback is nodig om er voor te zorgen dat medewerkers hun werk kunnen verbeteren. Probeer  altijd zo constructief mogelijk te zijn in uw kritiek op het werk en/of gedrag van uw medewerkers. En geef zeker geen negatieve feedback in het bijzijn van anderen. Als u dat doet zal die persoon zich aangevallen of zelfs vernederd kunnen voelen. En dat in het bijzijn van anderen.
6. Ga discussies over problemen in de organisatie niet uit de weg.
   Probeer te weten te komen wat er in de uitvoering leeft door rechtstreeks contact met de werkvloer. Loop rond, stel vragen, help mee. Toon uw nieuwsgierig en doe iets aan de knelpunten die u beluistert.
7. Laat talent niet onbenut
   Uw medewerkers moeten het gevoel krijgen dat u hun talent erkent en daar ook gebruik van maakt. U heeft ze immers niet voor niets in dienst genomen. Als u dit niet doet zullen ze vroeg of laat van baan veranderen. Te hoge verwachtingen kunnen onnodig veel stress opleveren, maar te lage verwachtingen werken demotiverend. Als een medewerker het gevoel heeft dat u weinig van hem verwacht en hem weinig aandacht geeft, gaat hij ook minder van zichzelf verwachten.

De rubriek ACTUEEL informeert u over recent verschenen berichten in andere media. Bij elke bijdrage vermelden wij de oorspronkelijke bron.
(bronnen: MIT Sloan Management Review, zomer 2009 en BusinessCompleet)