Wat is de positie van de curator volgens de Wet versterking positie curator?

Per 1 juli 2017 is de 'Wet versterking positie curator' officieel in werking getreden. Deze wet zorgt voor meer duidelijkheid omtrent de taak van een curator en zijn positie door:
  1. Een vaste wettelijke taakomschrijving voor de curator bij signalering van faillissementsfraude. De curator is verplicht om bij faillissementen te onderzoeken of er sprake is van eventuele onregelmatigheden. Bovendien heeft hij bevoegdheden om in dergelijke gevallen direct actie te ondernemen en frauduleuze acties aan te pakken. In het geval de curator onregelmatigheden constateert, informeert de curator de rechter-commissaris die toezicht houdt in dat faillissement vertrouwelijk. Daarnaast doet hij eventueel melding of aangifte van de onregelmatigheden bij een bevoegde instantie zoals bijvoorbeeld het Centraal Meldpunt Faillissementsfraude, FIOD of politie. Een melding of aangifte doet de curator alleen als hij of de rechter-commissaris dit gelet op het geconstateerde nodig acht. In het periodieke faillissementsverslag moet de curator bovendien voortaan opnemen hoe hij zich van zijn fraudesignalerende rol heeft gekweten;
  2. Een uitbreiding van de informatieplicht van de failliet. De gefailleerde informeert de curator niet alleen op verzoek, maar ook uit eigen beweging over feiten en omstandigheden die voor de curator van belang zijn. Een organisatie is verplicht de curator van alle nodige informatie te voorzien als dit nodig is, bijvoorbeeld over eventuele buitenlandse banktegoeden of onroerend goed. Daarnaast moet de gefailleerde er voor zorgen dat de administratie leesbaar is: de curator moet dus alle encryptiesleutels ontvangen; en
  3. Een medewerkingsplicht tot overhandiging van de administratie van een failliete klant door derden (waaronder accountants-(organisaties) en belastingsadviseurs).
Bij het faillissement van een rechtspersoon, V.O.F. of CV gelden de inlichtingen- en medewerkingsverplichtingen (ook) voor (middellijk) bestuurders, commissarissen, vennoten en feitelijk bestuurders. Tevens valt iedereen die in de drie jaar voorafgaande aan het faillissement bestuurder, commissaris of vennoot bij de failliet was, onder deze verplichtingen.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 236 vragen en antwoorden over Faillissement en Surseance.