Een school is een school

Columns

Het ROC Zadkine in Rotterdam dat door zijn uitbundige huisvestingsbeleid aan de rand van de afgrond is geraakt, had geen Raad van Toezicht. Nou, dan moet je niet raar opkijken dat dit gebeurt, was de teneur in de politiek en de media. Ik keek inderdaad niet raar op, maar om heel andere redenen.

Toezicht is het buzzword van de terugtredende overheid. Adequaat toezicht zelfs! Dat u zich niet vergist. Niet inadequaat toezicht, zelfs niet gewoon toezicht, maar adequaat toezicht. Het werkt zo. Iedereen dartelt vrolijk door de Hof van Eden van de zelfregulering tot er iets misgaat. Een ziekenhuis waar de patiënten in levensgevaar blijken te zijn geraakt door ruziënde artsen. Of een hogeschool die diploma’s weggeeft als betrof het voetbalplaatjes bij een supermarkt. Of een woningcorporatie die een oceaanstomer tot conferentiecentrum ombouwt.

Schande! Hoe heeft dit kunnen gebeuren? aldus de verontwaardigde goegemeente. Was er wel adequaat toezicht zodat deze misstand voorkomen had kunnen worden?

Rood licht
Ik herinner me dat zo’n misstand vroeger de naam van een mens droeg. Directeur Jansen had zich misdragen en een greep in de kas gedaan. Of bestuurder Pietersen had ruzie met zijn staf en daarom buiten hen om allerhande beslissingen genomen die verkeerd waren uitgepakt.

Die tijd is voorbij. Tegenwoordig zijn dit soort bazen geen dader meer, maar het bewijs dat er ‘geen adequaat toezicht’ in de desbetreffende sector is geweest. Schuldeloze schuldenaren, uitgelokt door perverse bekostigingsystemen, bezweken onder de onmenselijke druk om te presteren of gevallen in het zwaard van de verzelfstandiging van hun sector.

Het systeem heeft het gedaan, nooit de mensen. ‘Edelachtbare, inderdaad ik reed door rood, maar wat wilt u? Er was in het geheel geen adequaat toezicht bij dit stoplicht!’.

Blauwe vingers
En zo ontstond het adequate toezicht. Meestal vond men een informele gedragscode voor de door zelfbestuur getroffen branche voldoende, maar soms kwam er een wettelijke regeling zoals voor de sector van het ROC Zadkine.

Een goudmijn voor externe adviseurs die zich de vingers blauw typten aan bespiegelingen over de rolverdeling tussen toezichthouders en bestuurders. De kaste van multicommissarissen werd uitgebreid met talloze nieuwkomers. Men ging op cursus en richtte zelfs verenigingen van toezichthouders op.

Het heeft er dus alle schijn van dat het toezicht door de betrokkenen serieus wordt genomen.

Wetsovertreding
Of toch niet? Feit is dat allerhande instellingen die publiek geld consumeren, de codes en regels eenvoudigweg negeren. Recent nog constateerde een onafhankelijke commissie dat een ruime meerderheid van de hogescholen de eigen code van 'good governance' op tal van punten aan zijn laars lapt. En Zadkine overtreedt gewoon de wet. Niet door een idioot huisvestingsbeleid, maar door geen Raad van Toezicht te hebben. Er is geen twijfel dat de overheid hiervan wist, maar men liet het zo.

Ons kent ons
Zelfs als een instelling zich keurig aan de regels houdt, dreigt er ook gevaar: toezichthouders benoemen elkaar. Soms schakelt men een wervingsbureau in of plaatst men een advertentie, maar uiteindelijk is het coöptatie. Niet ongebruikelijk is dat de voorzitter van de directie of de raad het bestuur daarbij een dikke vinger in de pap heeft.

Zo gaan die dingen. Ik wil absoluut niet suggereren dat het allemaal doorgestoken kaart is, maar voor de buitenwereld maakt het de zaak er niet ‘transparanter’ op, om eens een ander buzzword te gebruiken. Dat geldt helemaal als er problemen ontstaan zoals nu bij Zadkine.

Skybox
Toch is dit maar de helft van het verhaal. Of zelfs minder dan dat. Het grootste probleem is dat in de top van allerlei maatschappelijke organisaties de band met de eigen bestaansreden en identiteit is verdampt. Dat is niet voorbehouden aan de banken, wat een column als deze voor menigeen veel prettiger zou maken. Het doet zich ook voor in bijvoorbeeld het onderwijs.

De skybox die een grote koepel in het primair onderwijs in een voetbalstadion heeft afgehuurd, is niet een mal incident, maar een – zij het absurd – bewijs dat men in menige school bedrijfje is gaan spelen. De jaarverslagen en websites staan bol van de vereiste teksten over het belang van onderwijs en leerling, maar ze zijn wel ondertekend door de ‘CEO’. Marktaandelen, fusies, overnames, nieuwbouw, leningen, derivaten, het heeft met onderwijs niks meer van doen.

Als in de top van een onderwijsorganisatie deze sfeer bestaat, maakt het weinig uit of er een toezichthoudend orgaan is of niet. Één pot nat, het klinkt plat en demagogisch, maar het is helaas de (sociologische) realiteit.

Moreel reveil
Belangrijker dan ‘adequaat toezicht’ is daarom een moreel reveil in het onderwijs. (Mijn hemel, moreel reveil! Wie zou ooit gedacht hebben dat een extreem vrijzinnig mens als ik dit ooit zou bepleiten? De nood is hoog.)

Een opdracht voor het hele ‘veld’ en niet alleen van de gestaalde kaders bij de brancheorganisaties en bonden. Hen past bescheidenheid, want ze hebben minimaal het verval niet weten te keren. Dat geldt ook voor de overheid die menigmaal wegkeek. Een moreel reveil is niet hetzelfde als het aanscherpen van de toezichtregels. Ik zeg het maar even.

Als de overheid dan toch een maatregel wil nemen, laat ze dan de overhead per onderwijsinstelling limiteren op 15% van het budget en bepalen dat geen bestuurder meer mag verdienen dan de best betaalde docent.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

rob pijpers
Een school met achttienduizend (!) leerlingen en tweeduizend (!) werknemers is een monster. Maar gauw weer terug naar de MTS om de hoek met honderdtachtig leerlingen en twintig werknemers of alles wat in die richting komt! Recent kondigden ze aan, dat ze teruggaan naar de basis. Ik ben benieuwd.
Dik Brouwmeester
Fijn om te zien dat Paul Verburgt nog steeds zijn rake columns kan publiceren. Ik denk bij dit soort verhalen altijd aan gezegdes als: 'het zijn sterke schouders die de weelde kunnen dragen' of 'de gelegenheid maakt de dief'. Het zijn mensen die slechte dingen doen omdat het nu eenmaal kan. Zit je samen in die sfeer, dan doe je mee.

Meer toezicht optuigen is waanzin. In de VS zijn er sinds 9-11 zoveel veiligheidsdiensten opgezet, dat ze van elkaar niet weten waar ze mee bezig zijn. Ook in de jeugdzorg ontbreekt het niet aan toezicht. Er is eerder te veel toezicht.

De overheid of geld verstrekkende instantie moet eenvoudigweg verbieden dat er idiote dingen worden gedaan met de middelen. Dus geen aankopen van kantoren op toplokaties, geen Balkenende-achtige salarissen en geen overbodige managementlagen.
Ilonka
Mooi artikel. Veel herkenbaarheid - ook van binnen de overheid.

Veel van wat niet goed gaat, vraagt ook om handhaving van regels. En ons domweg aan de regels houden, daar houdt een Nederlander over het algemeen niet zo van.

Verder is reflecteren ook essentieel.

Wat doen we?
Draagt het echt bij aan onze primaire doelstellingen?
Zijn de primaire doelstellingen voldoende concreet en praktisch?

Binnen mijn organisatie-onderdeel van de Overheid is men druk bezig met de focus op processen en de randvoorwaarden om die processen goed te kunnen uitvoeren.

Maar het is een moeizaam pad. Waarbij het moeilijk is om de diepere, minder zichtbare verspillingen inzichtelijk te maken.

Ik hoop toch dat het slaagt en dat die sterktste schouders met voldoende verantwoordelijkheidsgevoel op staan.

Dan komt er weer visie en lange termijn oplossingen ipv adhoc en media/crisisgestuurd besturen.
Paul Verburgt
Beste Ilonka,

Bedankt voor je compliment!

Je schrijft dat ze bij jouw organisatie-onderdeel de focus op de processen hebben gelegd. Ik zeg je eerlijk: daar word ik niet vrolijk van. Het lijkt allemaal erg rationeel, maar het ontkent de menselijke factor: de behoefte aan eigen verantwoordelijkheid, een eigen speelruimte en een eigen inbreng. De procesliefhebbers zullen altijd zeggen dat ze dit juist in hun processen inbakken, maar het gebeurt nooit. Het proces is de baas en de medewerker gelieve zich aan te passen. En dan laten we nog maar even buiten beschouwing wat voor type managers bij deze denkwereld horen: procesmanagers, een soort stationchefs die alleen maar geïnteresseerd zijn in de juiste aankomst- en vertrektijden.

Wie niet van medewerkers houdt en ze eigenlijk niet vertrouwt, legt de basis voor een bureaucratie resp. houdt 'm in stand.

Paul Verburgt
Paul Verburgt
Beste Peter,

Kijk, dat vind ik leuk, zo'n mooie openingszin van je commentaar! Bedankt.

Helemaal eens: sommige dingen moet je gewoon verbieden of verordonneren. Dat is geen kwestie van toezicht of moraal, maar gewoon van regels. De topsalarissen zoals je zegt (inmiddels door het nieuwe kabinet aangepakt) of zoiets als bouwen op A-locaties.

Het vervelende is dat van verbodsbepalingen ook een negatieve werking kan uitgaan. Neem die topsalarissen: ik kan me voorstellen dat een universiteit graag dik boven de Balkenende-norm wil gaan zitten, om een nieuwe 'Boerhaave' in te kunnen huren. dat zou dan niet mogen.

De vaak gebruikte oplossing is een soort 'in principe- regeling', dus met ruimte voor gemotiveerd afwijken. Tja en dan komt het aan op de moraal van de betrokkenen.

Paul Verburgt
H. Philippens
Dit stuk mag ingelijst ophangen in de bestuurs- en werkkamers.
Als de eenvoudige en heldere uitgangspunten (15% naar overhead en naar maat betaalde bestuurders) zouden worden overgenomen, hoeven we die vuistdikke "toolkits" voor toezichthouders niet onder die stapels rapporten uit te wrikken. Want niemand kijkt zoiets in.
Als ik al hoor van de financiële man van een school dat hij dringend behoefte heeft aan toezichthouders die van wanten weten, zodat hij een vertrouwingwekkende controle heeft op wat hij doet, maar dat die niets van zich laten horen, is duidelijk dat het CVB-RVT-model aan alle kanten rammelt.
Albert Willem Knop
Lid sinds 2019
De boodschap van dit verhaal slaat op alle sektoren met een publiek doel. Naast onderwijs dus ook de zorg, woningcoorporaties, de publieke omroep etc. Er zouden meer sektoren onder moeten vallen, maar die zijn helaas voor een groot deel geprivatiseerd en kunnen zich nu redelijk ongestoord te buiten gaan aan dit soort frivoliteiten. De "gelegenheid maakt de dief' is inderdaad één kant van het verhaal, maar je moet ook voorkomen dat je "boeven" binnenhaalt. Voor het besturen van dit soort organisaties heb je weliswaar doortastende mensen nodig, maar met het binnenhalen van "flitsende maatpakken" loop je een risiko. Het is lastig, maar je moet proberen te zoeken naar de diepere drijfveren van de kandidaat bestuurders en kijken hoe die aansluiten bij je organisatie. En dus niet vallen voor de eerste de beste vlotte babbel die voorbijkomt. Een wat kleinere schaal trekt vermoedelijk ook wat minder glamourboys en girls aan omdat de status wat bescheidener is.
Paul Verburgt
Beste Huub,

Ik stond indertijd als directeur van de hbo-raad aan de wieg van de schaalvergroting in het hbo. Menig instituut was zo klein, dat er van hoger onderwijs van enig niveau geen sprake meer was. Systematische ontwikkeling van de leerstof, laat staan van de beroepen waarvoor werd opgeleid, was vaak gewoon onmogelijk. Daar kwam bij dat het ministerie precies en uniform voorschreef, wat er gedoceerd moest worden, tot op het uur nauwkeurig.

Meer vrijheid, een grotere schaal en meer differentiatie waren dan ook logische instrumenten om dit vastgelopen onderwijs los te trekken. Dat inspireert. En zo ontstonden de hogescholen. Ik was en ben daar nog steeds trots op, wetend dat het echt anders moest.

Wat ik nooit heb voorzien is dat de schaalvergroting een eigensoortig vliegwiel in werking zette (nu weet ik wel beter). Groot was niet genoeg, het moest groter. Men wijst wel naar het bekostigingssysteem dat hiertoe uitlokte, maar we weten natuurlijk allemaal dat dit een kul argument is. Groeien was een doel op zichzelf geworden. De door de overheid gegunde vrijheid werd bovendien verward met ondernemerschap. Zie daar twee belangrijke ingrediënten voor het uit de hand gelopen schaalvergrotingsproces in de afgelopen jaren.

Ik betreur dat en steek dat niet onder stoelen of banken. Dat is me op stevige kritiek van voormalige collegae in het hbo komen te staan: nestbevuiling, ook al was ik meer dan 20 jaar geleden in het hbo werkzaam. Omgekeerd krijg ik veel bijval van de 'werkvloer'. Voor mij slaat de balans dus al met al zeer positief uit.

Paul Verburgt

Meer over Corporate governance