We netwerken wat af tegenwoordig. En al helemaal sinds de komst van social networks. Die zijn namelijk wel handig, want dan hoeft u uw stoel niet uit. Soms moet u wel uw stoel uit, want dan gaat u netwerken op de golfbaan. Of hebt u een netwerkborrel. Of eigenlijk maakt het vandaag de dag helemaal niet meer uit wat u nu eigenlijk voor een zakelijke activiteit gaat doen. Er wordt nu overal het woordje netwerk aan toegevoegd.
Wat is dat... dat netwerken?
De bekendste vorm is het netwerken door de verkoper. Al bij zijn aanstelling werd gevraagd om een actief netwerk. Niet om een beetje mee te kletsen... nee nee... om aan te verkopen. De verkopende netwerker kom je dan ook het meest tegen. Er worden - speciaal voor dit ras - talrijke activiteiten georganiseerd. Ik ga er wel eens naartoe en vermaak me dan kostelijk. Twintig of dertig verkopers in een hok die allemaal wat aan elkaar willen verkopen. Visitekaartjes lijken wel strooifolders en sommige bedrijven sturen er heuse 'teams' op af. Allemaal mensen met antwoorden, niemand met een vraag.
De tweede groep is de netwerkende directeur. Die is het liefst in gezelschap van andere directeuren. Daarom hebben directeuren over het algemeen 'besloten' clubjes. Anders komen daar ook die netwerkende verkopers op af en dan wordt het weer zo'n chaos. Dat is natuurlijk niet de bedoeling van die directeuren.
Directeuren onderling verkopen dan ook niet maar presenteren. Die presenteren voornamelijk hun bedrijf. Met trots natuurlijk. Terecht. Veel mensen met veel verhalen, weinig vragen. Waar de verkoper op zoek is naar de spreekwoordelijke 'deur op een kier' om zijn voet tussen te proppen is de directeur op zoek naar de gun-factor. Als u maar lang genoeg tegen iemand aan gekletst hebt en maar genoeg bladen bier hebt verstouwd, dan kan het niet anders dat de ander bij u gaat kopen. Men gaat tenslotte niet naar een vreemde als men ook naar een 'bekende' kan gaan.
De derde groep is de zzp’er. Een heel aparte groep, want die zijn vaak directeur én verkoper. En in beide rollen zijn ze heel slecht. Vijftig tot zeventig zzp’ers (ze komen altijd in grote getale) in een ruimte is dus echt genieten. Ze proberen niet iets te verkopen en hebben het ook nooit over hun bedrijf. Ze hebben het altijd over wat ze doen. En hoe leuk ze dat vinden. En hoe graag ze dat doen. Ze luisteren ook altijd aandachtig naar de ander. Om daarna het eigen verhaal te vertellen. Veel gesprekstof, weinig vragen.
De vierde groep zijn de netwerkers. Die hebben geen verhaal. Ook geen vragen. Die hebben ook niets te verkopen. Ze verzamelen visitekaartjes, elevator-pitches, handdrukken en bekenden. De echte netwerker. Iedereen kent hem... niemand weet waarom. Ze zijn overal en altijd in gesprek met iemand. Echter nooit lang. Terwijl ze naar u luisteren, kijken ze regelmatig op hun smartphone. Terwijl ze tegen u praten, kijken ze voortdurend rond.
Netwerkmoe
Wat een toestand... dat netwerken. Soms is het net alsof we het werken noemen, dat netwerken. Kan ook niet lang meer duren of we zijn netwerkmoe. En daarbij maakt het niet uit of het digitaal of analoog is.
Een mens kan menselijkerwijs slechts een paar handen vol mensen onderhouden. Daarna gaat het menselijke eraf. Dan wordt het CRM. Of eerder VBA. Vage Bekende Afwerking. De welgemeende zin "Hoe gaat het ermee?" verandert dan langzaam in "Gaat u onderhand een keer iets bij mij kopen?"
"Is er ook zoiets als strategisch netwerken?" Ik dacht dat u het nooit zou vragen. Natuurlijk is er zoiets als strategisch netwerken. Enige voorwaarde is dat u een strategie hebt. Als u een bedrijfsstrategie hebt, weet u namelijk precies wat u te bieden heeft, wat u daarvoor nodig heeft en wat u dus moet vragen.
U gaat netwerken om uw missie te volbrengen. Om alle puzzelstukjes op hun plek te krijgen. Mensen om u heen verzamelen die u kunnen helpen. En als u enthousiast bent, worden zij dat ook. Mensen gaan met u meedenken. Ze gaan in hun hoofd door de map met visitekaartjes. Misschien kennen ze iemand die kan helpen. Vraag! Vraag mensen de oren van hun hoofd. Niet hoe het met ze gaat, niet of ze ook in de file stonden en niet of ze ook het voetballen hebben gezien. Vraag ze om u te helpen. Of ze iemand kennen die u kan helpen. Vraag ze om hun mening. Vraag ze iets te proeven, te proberen of te lezen. Vraag ze ergens naar te kijken. Vraag ze om hun oordeel. Laat blijken dat ze iets voor u kunnen betekenen. Niet met euro's. Waag het niet! Laat blijken dat die mensen veel voor u betekenen vanwege kennis, ervaring, inzicht, oordeel en mening.
Maak de ander waardevol. Pas dan gaat een netwerk echt werken.
Gerelateerde artikelen

De vakbeurs als one-to-one marketinginstrument.
Etienne Jager

Zwakke verbindingen gebruiken om nieuw werk te vinden
Coert Visser

Ouderwets netwerken met je businesscard
Actueel MNGMNTST

Netwerken is de sleutel tot innovatie
Actueel MNGMNTST

Relatiemanagement in de professionele dienstverlening
Jos Burgers

Deel uw ervaringen op ManagementSite
Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.
SCHRIJF MEE, word een pro! >>
Ik herken de types die je noemt en heb daar inderdaad zat praktijkvoorbeelden bij. Ik ben het alleen niet met je conclusie eens. Ik leef volgens de gedachte dat netwerken veel geven is en dat dit later terug komt (Covey, storten in de emotionele portemonnee). Jouw conclusie doet het voorkomen dat je heel bewust een strategie voert wie te kennen, wie jou te helpen. Ik geloof hier maar gedeeltelijk in, omdat mijn ervaring is dat hulp uit een onverwachte hoek komt.
Het is net als een relatie. Moment dat je zelf actief op zoek gaat naar een partner vind je haar/hem niet. Maar moment dat je stopt met zoeken, ontmoet je je levenspartner.
Dus probeer actief via een strategie te netwerken, maar ook: stel je open, laat je verrassen, investeer en verwacht in eerste instantie niet te veel terug.
Wat ik laatst wel heel mooi vond is dat ik een netwerkcontact sprak waarvan ik weet dat die een moeilijke periode meemaakt. Wat kan ik voor je betekenen werd er gevraagd. Nee, wat kan ik voor JOU betekenen... als mens, niet persé business...
Dat contact vroeg mij of ik een afspraak wilde afbellen. Kleine moeite, toch?!
"What goes around, comes around" is breed te interpreteren en past mooi bij écht netwerken; zouden meer mensen moeten doen.