De kranten van de afgelopen dagen gaven een fraai beeld over uitersten in leiderschap. Over leiderschap dat we omarmen en ook over leiderschap dat we verafschuwen. Aan de ene kant van leiderschap een interview in het NRC met Herman Wijfels, hoogleraar duurzaamheid en maatschappelijke verandering aan de Universiteit van Utrecht. En aan de andere kant van leiderschap, in dezelfde krant, een artikel over Hubert Möllenkamp, voormalig bestuursvoorzitter van de Amsterdamse woningcorporatie Rochdale. Beiden leidinggevenden, Wijfels in zijn rol van hoogleraar, maar meer wellicht nog in de rol van oud topman van de Rabobank en als gewezen voorzitter van de Sociaal Economische Raad (SER). Möllenkamp in zijn rol als bestuursvoorzitter van Rochdale.
Möllenkamp bleek het volstrekt normaal te vinden om als bestuursvoorzitter van een sociale woningcorporatie naast de bovenmodale Audi van de zaak ook in een Maserati van de zaak te rijden. Kosten voor de Maserati, 8500 euro per maand. Op de vraag naar het waarom antwoordt Möllenkamp: ‘’Tja, wat is de reden. Ik vond het een mooie auto.’’ Op dit moment loopt er een strafzaak tegen Möllenkamp wegens de verdenking van het aannemen van steekpenningen. Daarnaast is hij door Rochdale aansprakelijk gesteld voor een geleden schade van 6 miljoen euro.
Wijfels vertelt over hoe hij als kleine jongen bij de boerderij van zijn ouders op zijn rug in het gras lag en luisterde naar de leeuweriken. En over het bovennatuurlijke inzicht dat hij kreeg dat alles ergens vandaan komt en met elkaar verbonden is. ‘’Ik dacht, we zijn er om in dat proces onze bijdrage te leveren. Een flits was het. Hé, daar gaat het om.’’ Hij vertelt over de wijze lessen die hij meekreeg van zijn moeder dat je goed diende te zijn voor de mensen uit het buurtschap die sociaal gezien in een andere klasse zaten. Het leidde tot het inzicht dat het gaat om menselijke waardigheid. En dat al het andere, ook de economie, daaraan ondergeschikt is.
Lijden of leiden is de titel van deze column. Lijden zien we rondom de woningcorporatie Rochdale. Hoe zou het zitten met het zelfreinigende vermogen binnen zo’n woningcorporatie? Waarom duurt het zo lang voordat iemand enige vorm van tegenspraak geeft of organiseert? Meerdere commissarissen bleken een gevoel van onbehagen te hebben gehad blijkens een evaluatieonderzoek uit 2009, maar er werd lange tijd niets mee gedaan. Moed was afwezig en het lijden was kennelijk niet groot genoeg om daadwerkelijk in actie te komen, blijkens deze verontschuldigende reactie: “Maar het vraagt moed om een gedreven, charismatische en gepassioneerde man de wacht aan te zeggen,’’ aldus een commissaris. Commissarissen voelden zich meegezogen met mede commissarissen. Na (te)lang dralen bleek uiteindelijk het lijden te groot en werd er actie ondernomen.
Tja, zet dat eens af tegen het leiden van Wijfels. ‘’De notie leiderschap is lastig te vatten. Het is iets dat mensen je toekennen.” En hoe komt dat dan? “Wat misschien heeft meegespeeld is dat ik nooit bezig ben geweest met vooruitkomen. Ik stelde mij geheel in dienst van wat er op dat moment moest gebeuren’’ aldus Wijfels.
Alle leiderschap begint bij persoonlijk leiderschap. Het hebben van een moreel kompas, waarover ik in eerdere columns schreef, is daarbij van groot belang. Het moreel kompas lijkt in ieder geval bij Möllenkamp volstrekt zoek te zijn geraakt. Ook commissarissen in de omgeving van Möllenkamp hadden meer werk moeten maken van hun moreel kompas. Leiderschap is immers nooit vrijblijvend. Het vraagt om durf en moed. Moed waaraan het bij een aantal commissarissen van Rochdale kennelijk lange tijd ontbrak.
Hoe groot de behoefte aan moedige en onkreukbare leiders is kwam de afgelopen dagen ook mooi naar voren in het nieuws rondom majoor Gijs Tuinman. Tuinman (34) krijgt in oktober de Militaire Willems-Orde uitgereikt, de allerhoogste dapperheidsonderscheiding van de krijgsmacht. Tuinman wordt vooral geroemd om zijn optreden op 6 september 2009 bij de plaats Deh Rawod in de Afghaanse provincie Uruzgan. Die dag leidde hij een gecombineerde groep commando's en mariniers die de zwaar gewonde korporaal Kevin van de Rijdt probeerden te redden, terwijl zij van drie kanten onder vuur werden genomen door Taliban. Van de Rijdt overleefde de aanval niet, maar het optreden van de mannen, never leave a man behind, wordt als tekenend gezien voor het Korps Commandotroepen. Het charismatische en moedige leiderschap van Tuinman hierbij is de Militaire Willems-Orde waardig. De snelheid waarmee de (sociale)media dit oppikt, het ermee openen van het 8-uur journaal afgelopen zaterdag, het zijn m.i. allemaal tekenen dat dit het leiderschap is waar we behoefte aan hebben.
Elke leider dient de weg naar binnen te maken. Tijd te besteden om na te denken over wie je bent, wie je wil zijn en wat je wil toevoegen. Het is een spirituele reis die je dient te maken. In 2004 reisde Wijfels met een paar andere mannen naar de Afrikaanse Savanne en bracht 36 uur door in eenzaamheid. Eenzaamheid om jezelf beter te leren kennen. Het zorgde er bij Wijfels voor dat hij de leeuwerikervaring opnieuw beleefde, het alles overheersende gevoel van eenheid en verbondenheid. ‘’Het heeft er bij mij toe geleid dat ik me ben gaan richten op het bevorderen van de transitie naar een betere duurzamere wereld.’’ Er is een grote behoefte aan leiders die, zoals Gijs Tuinman, de moed hebben zichzelf weg te cijferen ten faveure van anderen. Leiders die het teambelang een grotere waarde toekennen dan het eigenbelang. Leiders die de moed hebben een voorbeeld te zijn, ook onder moeilijke omstandigheden. Het zijn de leiders die zich afvragen ‘’wat kan ik betekenen voor anderen’’ in plaats van ‘’wat kunnen anderen betekenen voor mij’’.
Deel uw ervaringen op ManagementSite
Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.
SCHRIJF MEE, word een pro! >>
De huidige tijdsperiode kenmerkt zich door een steeds luidere roep om moreel verantwoord gedrag. De tijd is rijp. Zullen we dan, als samenleving, ook niet eens open moeten staan voor het verhaal van zij die falen? Het werkt verlammend om alleen de hoezee verhalen van helden te lezen. We hebben ook de verhalen nodig van de anti-helden. Wat maakt het zo moeilijk? Bied hen een platform waarin zij zich vrij voelen hun ware verhaal te laten horen, misschien is dat zelfs menselijk en, hoe vreselijk ook, enigszins herkenbaar. Die ruimte ontnemen we ze nu door ze direct te verguizen en te beschuldigen. Deze leiders werken tenslotte ook voor, met en in een maatschappij, die eisen aan hen stelt die ook niet alléén gebaseerd zijn op hogere waarden. En: alleen dankzij anti-helden worden helden zichtbaar. Wij hebben ook hun ware verhaal nodig, niet om het goed te praten, maar om te begrijpen en keuzes beter te kunnen maken én te waarderen. Veroordeling komt daarna.
Dat platform dat zijn wij zelf, de publieke opinie.'Ik vond het een mooie auto', is misschien niet wat we willen horen, maar wel als klein begin van een verhaal van iemand die een afweging niet kon maken en ergens de fout inging. En daar misschien meer over wil en mag vertellen, zodat wij, ook als maatschappij, dichter bij een 'hogere' en menswaardigere samenleving kunnen komen.