Inrichting en Besturing van Samenwerkingsrelaties

Cover stories · Boeken

Boekbespreking: Organiseren tussen organisaties. E. Kaats, P. van Klaveren, W. Opheij, Scriptum, Schiedam 2005.

<

In deze complexe wereld redt niemand het meer alleen

Dat is de mening van Kaats en collegae (p.35). Organisaties in het publieke- en private domein werken samen om nieuwe producten te ontwikkelen (de Senseo), de kosten te drukken (shared services), het werkproces te verbeteren (in de bouw), kennis te delen (innovatie voor economische groei), zich meer concentreren op de kernactiviteiten (Nestlé), betere dienstverlening voor klanten, patiënten, burgers. Organisaties in het publieke en private domein komen steeds vaker voor complexe vraagstukken te staan die zij in de beschikbare tijd niet zelf kunnen oplossen. Het organiseren van samenwerking tussen organisaties is daarvoor een mogelijke oplossing.

Organiseren tussen organisaties

Kaats en zijn collega’s hebben een boek geschreven over het organiseren tussen organisaties. In hoofdstuk 2 geven zij de positionering van het thema ‘organiseren tussen organisaties’ - wat het wel is en wat het niet is. De centrale vragen die daarna in dit boek in drie volgende hoofdstukken aan de orde komen zijn:

  1. Groepsvorming en positie kiezen: hoe kan een groep organisaties beter de gezamenlijke én individuele doelen bereiken dan ieder lid van de groep? Dit hoofdstuk gaat over ambitie, strategie, keuze van organisaties om mee samen te werken.
  2. Samenwerkingsvormen en effectieve samenwerking bouwen: hoe organiseren wij de samenwerking zodat deze constructief is? Dit hoofdstuk gaat over grondvormen van samenwerken (transactioneel, functioneel, verkennend, ondernemend) en de keuzes die daaraan ten grondslag liggen. Ook de sleutelvaardigheden bij het aangaan van samenwerkingsrelaties worden benoemd (een hele lijst!).
  3. Een samenwerkingsvaardige organisatie ontwikkelen: hoe organiseert de organisatie zich om de samenwerkingsambitie waar te maken? In dit hoofdstuk staan drie ambitieniveau’s van samenwerking (incidenteel, structureel en samenwerking als ‘way of life’) uitvoering beschreven. Onder veranderinterventies zijn de thema’s strategie, structuur, systemen, managementstijl, cultuur en personeel behandeld.

In het laatste hoofdstuk 6 “Geen kunst zonder kunde!” gaan Kaats en collegae in op de veronderstellingen van hun bedrijfskundige, rationele aanpak die zij in het boek hebben gehanteerd. Zij zien dat de praktijk minder rationeel in elkaar zit dan hun aanpak. Wat dan de ‘kunst’ is die de bedrijfskunde complementeert, blijft echter onbenoemd.

De bedrijfskundige aanpak

De auteurs hebben gekozen voor een bedrijfskundige aanpak van de thema’s, omdat daar de expertise en ervaring van de auteurs ligt. Die aanpak resulteert in een stroom van 25 tabellen - soms van 2 hele bladzijden, 10 figuren en een hele serie ‘rijtjes’. Dat is prettig voor de gestructureerd ingestelde mens. Maar deze aanpak heeft beperkingen. Het thema is complex gemaakt in de breedte; je moet als het ware alles beschouwen en op alle fronten interveniëren.

De proceskant van samenwerking blijft onderbelicht; hoe groeit een samenwerking, en welke stappen zijn te onderkennen? Een paar goede casebeschrijvingen zouden nuttig zijn geweest. De ‘kunst’ van samenwerken - wat Kaats en collegae de niet-rationele kant van samenwerking noemen - is gereduceerd tot kanttekeningen bij een achttal veronderstellingen bij de bedrijfskundige aanpak (en daar is weer een rijtje van gemaakt!).

Enlightened self-interest

Kaats en collegae stellen: “Voor het aangaan en managen van een samenwerking is het noodzakelijk om het eigenbelang te ontstijgen zonder het uit het oog te verliezen (‘enlightened self-interest’)” (p.32).  Dat snap ik niet. Samenwerken doe je toch juist vanuit eigenbelang (en met integer eigenbelang is toch niets mis?). Dat je daarbij alleen naar de korte termijn kijkt is logisch. Ik zie niets ‘verlichts’ aan samenwerking. Je doet dat omdat je denkt voordelen te kunnen halen uit samenwerking, om je doelen beter te realiseren, omdat je daarvoor anderen nodig hebt. Samenwerking heeft een prijs; een deel autonoom handelen inleveren.

Samenwerken is niet zozeer een ‘verlichte’ activiteit, het is wel moeilijk omdat afstemming op anderen lastig is in de praktijk (op processen, management en bedrijfseconomie van andere organisaties, op het management en de werkvloer van die organisaties). Dat vraagt om focus op de zachte kant van samenwerking.

Best thinking?

Het boek is een eerste overzicht in de Nederlandse taal over het onderwerp. In Nederland worstelen veel organisaties met de samenwerkingsvraag en daarom is dit boek relevant. In de Angelsaksische wereld is al veel literatuur vanuit diverse perspectieven, academisch en toegankelijke literatuur voor managers. Het is jammer dat hoofdstuk 1.3 (‘Een ontluikende body of knowledge’) geen verwijzingen naar deze literatuur geeft.

Dit boek, zegt Benjamin Gomes Casseres (Hoogleraar International Business aan de Brandeis University) in het voorwoord, helpt managers met ‘best thinking’ samenwerkingsrelaties beter te begrijpen en kennis ook toe te passen. ‘Best thinking’ omzeilt de valkuilen van theoretisch wetenschappelijk onderzoek aan de ene kant (spreekt de managers niet aan) en ‘best practices’ die zijn gebaseerd op mager bewijs aan de andere kant.

Het boek is hier ten dele in geslaagd; door de aanpak in de breedte ontbreekt diepgang uit de praktijk en meer inzicht in de proceskant en de inter-menselijke kant.

Dr. Peter Nientied

Meer informatie over Samenwerking tussen organisaties. Trends, succesfactoren, netwerkleiderschap en ‘Voor als het misloopt’.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Y Muntz
Jammer dat dit artikel enkel een uitgebreide versie van een inhoudsopgave is. Het is een gemiste kans dat er geen inhoudelijke informatie gedeeld wordt (al was het maar een tipje van de sluier).

Meer over Samenwerking tussen organisaties