Einstein's voetnoten, wat leren we van transities uit het verleden?

Columns

Het verhaal gaat dat, toen Albert Einstein in 1905 zijn paper over relativiteit had afgerond, het onder de aandacht werd gebracht bij de befaamde natuurkundige Max Planck en dat zijn eerste reactie bij het bestuderen van het paper was: “Waarom staan er geen voetnoten in zijn artikel?” Waarop zijn assistent antwoordde: “Omdat hij een vraag beantwoordt die niemand tot nu toe heeft gesteld...."

Er ontstaat een steeds grotere behoefte aan transitie: naar nieuw leiderschap, naar een duurzame economie, naar een meer inclusieve samenleving. De beperkingen van onze huidige evidence based benadering zitten ons daarbij in de weg. Wat kunnen we leren van belangrijke doorbraken en transities uit het verleden?

De wereld zien die we beschrijven

Einstein transformeerde, met de papers die hij als anonieme kantoorklerk schreef, de natuurkunde van dat moment. En hij deed dat door los te laten wat er op dat moment als waarheid werd beschouwd.  Maar de veronderstelling in wetenschap is dat je uit gaat van wat bewezen is, dat je “evidence based” dient te werken. De wereld moet gezien worden door uit te gaan van wat we al weten. Wat er dan gebeurt is dat we op den duur niet meer de wereld beschrijven die we zien, maar alleen nog maar de wereld zien die we beschrijven.

Evidence-based wordt dan bias-based, vooroordelen als uitgangspunten nemend en zo alleen maar zien wat er mogelijk ooit was en niet wat er nu echt is.

Evidence-based, control-based, security-based. Het heeft ons veel gebracht: een bepaalde voorspelbaarheid, veiligheid, zekerheid. Maar de schaduwkanten van dit paradigma zijn niet meer te negeren nu we merken dat ze ons afremmen bij het mogelijk maken van de noodzakelijke transities. Het is tijd voor een future-based benadering.

Generatief leren

Het voorbeeld van Einstein wijst ons er op dat, om de noodzakelijke transities te realiseren, er meer nodig is dan voortbouwen op bestaande kennis. En ook adaptief leren, aanpassen op basis van wat er op je afkomt, is niet meer voldoende. Wat er nodig is, is “generatief leren”, het vergroten van de capaciteit om te creëren. In de woorden van Peter Senge:

"Real learning gets to the heart of what it means to be human, through learning we recreate ourselves. Through learning we reperceive the world and our relationship to it. Through learning we extend our capacity to create, to be part of the generative process of life.”

Leren en ontwikkelen, niet slechts gericht op het steeds beter begrijpen van het verleden, maar juist gericht op het vergroten van onze capaciteit om onze toekomst te creëren. Het type leren dat transities mogelijk maakt.

Science in the making

Filosoof Bruno LaTour maakt een mooi onderscheid tussen "ready made science" en "science in the making". We gaan vaak maar al te graag aan de slag met klant-en-klare wetenschappelijke conclusies ("ready-made-science"), maar de echte lessen zijn juist te trekken uit het creatieve proces dat heeft geleid tot die wetenschappelijke doorbraken. Dit zijn voorbeelden van "hoe" deze wetenschappers, filosofen en kunstenaars hebben gecreëerd, niet slechts "wat" ze aan nieuwe kennis hebben geproduceerd. Dit gaat over generatief leren.

Welke overtuigingen moesten er losgelaten worden om tot een nieuw inzicht te komen?

Welke externe omstandigheden waren er nodig om dat loslaten mogelijk te maken? Welke interne gemoedstoestand lag aan de basis van de doorbraak? Picasso raakte geïnspireerd door een Afrikaanse masker-tentoonstelling. Hij besefte dat hij in de mensen die hij schilderde veel meer zag dan alleen de letterlijke gelaatstrekken. Hij zag de maskers die ze droegen en schilderde vervolgens zijn meesterwerk "Les Desmoiselles d'Avignon", gezien als doorbraak in de moderne kunst.
Alan Turing zat in een kroeg, waar hij normaal gesproken nooit kwam. Het hielp hem weer te denken in hoe mensen denken, niet alleen in hoe computers werken. Dat gaf hem het inzicht waarmee hij Enigma, de geheimcode van de Nazi's, kon kraken.
En Einstein zag de beperkingen van wiskundige en natuurkundige formules om de werkelijkheid te begrijpen. Hij gebruikte gedachten-experimenten om zich de extreme situaties te kunnen verbeelden waarin duidelijk werd dat ruimte en tijd niet absoluut waren.

Lectures or adventures?

De serie "Genius", over het leven van Einstein, laat een felle discussie zien tussen student Einstein en zijn professor. Einstein drijft de professor tot wanhoop door te weigeren de wetenschappelijke experimenten volgens de instructies uit te voeren. "This isn't an exploration, this is a lecture!" schreeuwt de professor tegen Einstein. Einstein antwoordt: "Physics is dynamic! You see knowledge as a baton to be passed! Scientific pursuit should be an adventure!"

"Het leven wordt voorwaarts geleefd en achterwaarts begrepen", maar we proberen nu het leven voorwaarts te begrijpen, met voetnoten uit het verleden waarvan we denken dat die onze toekomst gaan voorspellen. De belangrijkste voetnoten in de wetenschappelijke papers van de toekomst zullen moeten gaan verwijzen naar Einstein's hartekreet: "Science is an adventure!".

(Verhalen gebaseerd op documentaire "Krabbe ontmoet Picass0" en films "The imitation game" en "Genius").

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Jaap van der Mei
Pro-lid
Uit mijn hart gegrepen. Het oplossen van de vraagstukken waar we voor staan is inderdaad voor een heel groot deel een 'adventure'.
Ir. Jan G.M. van der Zanden
Lid sinds 2019
T.S. Kuhn heeft hier nog veel diepgaander onderzoek naar gedaan met zijn boek "Structure of Scientific revolutions".

Dit principe zou ook hoognodig eens op het Coronabeleid moeten worden toegepast.
Hoewel: de wetenschappelijk inzichten zijn er al.
Die moeten alleen nog worden toegepast....
Ook een blinde vlek, maar van een iets andere soort.
Martin Swinkels
Betreft management zal dit misschien een prima artikel zijn. De miskarakterisering van hoe wetenschap werkt is echter bedroevend. Evidence-based betekent namelijk volstrekt niet dat wetenschap primair uitgaat van het bestaande. Er is geen grotere eer te behalen voor een wetenschapper dan door aan te tonen dat een bestaande theorie niet voldoet en door vervolgens een betere theorie voor te stellen. Dat is waar Nobelprijzen mee verdiend worden. Evidence-based betekent wel dat juist de nieuwe theorie een verklaring moet geven voor bestaande en nieuwe waarnemingen. Einstein's relativiteitstheorie bood bijvoorbeeld een sluitende verklaring voor een aantal waarnemingen die niet strookten met de bestaande theorie van Newton, waaronder afwijkingen in de baan van de planeet Mercurius en tot dan toe onverklaarde metingen van de lichtsnelheid.

Misschien moeten we eens stoppen met het overdadig gebruik van dikdoenerige metaforen in management-artikelen. Een goed verhaal heeft geen metafoor nodig. En geen metafoor is beter dan een rammelende metafoor.
Daan Tel
Auteur
Dank Martin, ook bij dit soort columns is een peer-review waardevol en zet het aan tot verder exploreren van het onderwerp.

De trigger voor de column is inderdaad vooral om tegengewicht te bieden tegen de evidence-based benadering in mijn vakgebied van management en organisatieontwikkeling. Sommige van mijn collega's zijn een evidence-based inquisitie begonnen, op basis van een zelfbedachte waarheidspiramide, waarbij ze andere collega's diskwalificeren als ze gebruik maken van methoden die te laag in de pyramide staan. Ik denk dat dat schadelijk en onwenselijk is. Ik besefte na inzending van mijn column dat de woorden "management" en "organisatie" er niet in voorkwamen. Die nuance had het wellicht wat minder "dikdoenerig" gemaakt, denk ik?

Een andere nuance waar minder plek voor was in een column van maximaal 800 woorden is inderdaad dat de evidence-based benadering, zoals omschreven in het Einstein voorbeeld, een gedateerde eind 19e eeuwse wetenschappelijke benadering is. Het is interessant dat de aangehaalde serie "Genius" ook verteld over die periode dat de Nobelprijzen worden geïntroduceerd en wat dat doet met de wetenschappers. Ineens valt er heel veel eer te verdienen met wetenschappelijke doorbraken, de druk om te presteren neemt toe, wetenschappers worden zo rocksterren en publieke figuren.

De serie hint daarmee wellicht op een fenomeen dat in de afgelopen 15 jaar pijnlijk aan het licht kwam, namelijk dat te veel wetenschappelijke claims, bijvoorbeeld in medicijnen en in psychologie, niet reproduceerbaar zijn. Je schrijft "Er is geen grotere eer te behalen voor een wetenschapper dan door aan te tonen dat een bestaande theorie niet voldoet en door vervolgens een betere theorie voor te stellen." Deze publicatie en prestatiedruk wordt juist genoemd als 1 van de oorzaken van deze nog steeds actuele "replicatie-crisis" in de wetenschap. Met Diederik Stapel als pijnlijk voorbeeld. Prestatie lijkt daarmee belangrijker dan waarheid. Onderzoekster Anne Scheel publiceerde deze week daar nog een artikel over met de laatste inzichten. (https://psyarxiv.com/8w2sd/)

Beide benaderingen, de evidence-based en de prestatie-gedreven benadering, hebben schaduwkanten en lijken ons, mijns inziens, op deze manier niet dichter bij de waarheid te brengen. Er is behoefte aan een Einstein-achtige paradigma-doorbraak. Mijn hoop is daarbij gevestigd op het gedachtengoed van natuurkundige en filosoof David Bohm, die uitgaat van het principe "the observer is the observed". Oftewel, er is geen objectieve waarneming mogelijk. Hoe we een waarneming ook beschrijven, we voegen er altijd iets van onze eigen "mental models" aan toe. De beste manier om iets beter te begrijpen is daarom in dialoog met elkaar, zo een steeds breder perspectief creërend op wat je denkt waar te nemen. En om het verhaal mooi rond te maken nog de toevoeging dat Einstein Bohm betitelde als zijn "spirituele zoon".
Daan Tel
Auteur
Dank Jan, voor het attenderen op T.S. Kuhn! Mijn interesse is gewekt, zeker nadat ik diezelfde dag in een podcast nogmaals de naam hoorde. Daar ga ik me eens in verdiepen.
Daan Tel
Auteur
Dank Jaap, voor het hart onder de riem. Iets waar ik zelf houvast aan heb is het verschil tussen gecompliceerde vraagstukken (een vliegtuig bouwen, een lineair en logisch vraagstuk, met voldoende kennis uit het verleden lukt het) en complexe vraagstukken (non-lineair, pas na stap 1 weet je wat stap 2 is, kennis uit het verleden is geen garantie).

De complexe vraagstukken vragen inderdaad om avontuur. Zelforganiserende teams, die in het avontuur snel kunnen zien wat er nodig is, is daarvoor een mooie ontwikkeling.

Meer over Management modellen