Een eenvoudigere weg naar veiligheid (3)

Columns

In 2002 schreef ik twee korte artikelen over criminaliteitsbetrijding. In Een eenvoudigere weg naar veiligheid (1) beschrijf ik hoe in de negentiger jaren de New Yorkse politie er in geslaagd is om binnen enkele jaren de criminaliteit enorm terug te brengen, niet zoals velen denken, door ‘zero tolerance’ maar door een specifiekere aanpak van onder andere het verwijderen van graffiti en het bestrijden van zwartrijden in de metro. Het tweede artikel, Een eenvoudigere weg naar veiligheid (2), is een pleidooi voor een gericht preventief fouilleer beleid en een kritiek op de zogenaamde ‘waterbedtheorie’ die in het artikel wordt beschreven als een fatalistische selffulfilling prophecy. Beide artikelen hebben met elkaar gemeen dat ze een pleidooi vormen voor een aanpak van criminaliteitsbestrijding van aanpakken en volhouden en van het afschudden van fatalisme. Dit jaar verscheen er een belangrijke publicatie over criminaliteitsbestrijding, Mark Kleimans boek When Brute Force Fails: How to Have Less Crime and Less Punishment. Hieronder poog ik het pleidooi in zijn boek samen te vatten in de hoop dat zijn aanpak in Nederland meer bekendheid krijgt en toegepast gaat worden.

MISDAAD IS EEN ONDERSCHAT PROBLEEM
Hoge misdaadcijfers vormen een ernstig probleem in veel landen waaronder veel ontwikkelde landen. Misdaad is feitelijk een ernstig onderschat probleem dat veel schade aanricht, vooral aan achtergestelde groepen. Natuurlijk is er de directe schade aan slachtoffers zoals het verlies van eigendom, leed, lichamelijke schade, angst, en dergelijke. Maar er zijn ook nog andere meer verborgen kosten van misdaad. Een belangrijke categorie bestaat uit de kosten die gepaard gaan met het vermijden van slachtofferschap. Dit bestaat niet alleen uit dingen als het kopen van sloten voor deuren, alarmsystemen en het inhuren van bewakingspersoneel. De belangrijkste vorm van vermijding bestaat eruit hoe mensen hun gedrag veranderen om slachtofferschap van misdaad te voorkomen. Dit kan bestaan uit het verhuizen naar een veiligere en duurdere buurt en een daarmee samenhangende toename in woon-werkverkeer en toename in files op snelwegen enzovoorts. Een andere kostenpost is dat misdaad zelf criminogeen is. Met andere woorden: misdaad leidt tot misdaad. Wanneer mensen geconfronteerd worden met misdaad neemt daarmee de kans toe dat zij misdadig worden.

Hoe kunnen de misdaadcijfers naar beneden gebracht worden? Moeten we strenger en langer gaan straffen? Moeten we de pakkansen verhogen? Moeten we mensen sneller gaan straffen? Moeten we al deze dingen gaan doen?

LANGER STRAFFEN WERKT NIET
Een intuïtief aantrekkelijke oplossing om het probleem van hoge misdaadcijfers op te lossen is om een aanpak van ‘de beuk erin’ te gaan volgen: straf ze harder! De logica van deze aanpak is: als een straf streng genoeg is, bijvoorbeeld lang genoeg, dan zal dit mogelijke plegers ervan afhouden om de misdaad te gaan plegen. Maar, hoe aansprekend deze logica ook klinkt, deze harde aanpak, blijkt in de praktijk niet te werken. Dit heeft er mee te maken dat de dominante aanpak van rechtshandhaving is om alle middelen min of meer gelijkmatig te verspreiden over alle potentiële wetsovertreders. Maar misdaad is veel minder gelijkmatig verdeeld dan rechtshandhavings- en vervolgingsmiddelen dat zijn.

Dit leidt ertoe dat als je een misdaad begaat in een gebied waar misdaad veel voorkomt je minder kans hebt om gepakt te worden, vervolgd en veroordeeld, dan in een meer gezagsgetrouwe buurt. Dit maakt dat straffen in veel gevallen zeer onzeker en op zijn minst uitgesteld worden. De kansen om gepakt en veroordeeld te worden zijn in de praktijk heel laag. In deze dominante aanpak is het dus zo dat er voor de crimineel een strenge maar uitgestelde en onzekere straf is. Criminele blijken voor dit soort strenge, uitgestelde en onzekere straffen niet erg gevoelig te zijn. Straffen die niet alleen streng maar ook onzeker en uitgesteld zijn blijken niet erg af te schrikken en ze komen meestal heel gemakkelijk in de verleiding om het korte termijn voordeel te pakken en dan maar het kleine risico te nemen om misschien toch gepakt te worden. Gedurende de laatste decennia zijn de straffen in de Verenigde Staten veel langer geworden terwijl, in dezelfde periode, de misdaadcijfers enorm zijn toegenomen. Straffen simpelweg langer maken werkt net. Wat werkt wel?

WAT WERKT: VERHOOG UITGAVEN EN ONTWIKKEL EEN DOELGERICHTE AANPAK
Mark Kleiman, pleit er in When Brute Force Fails voor om in plaats van straffen langer te maken de uitgaven voor rechtshandhaving te verhogen en een doelgerichte aanpak te ontwikkelen. Deze doelgerichte aanpak staat tegenover de aanpak waarbij middelen gelijkmatig worden verspreid over alle potentiële wetsovertreders. Het doel hiervan is om de pakkans en de snelheid van de straf te vergroten. Deze doelgerichte aanpak komt neer op het maken van een prioriteitenlijst waarop staat aangegeven welke misdaadbendes en welke buurten de hoogste prioriteit krijgen en waar dus de meeste middelen voor worden ingezet.

Hoe dit in de praktijk werkt, is als volgt. Stel dat de hoogste prioriteit op de lijst is om bende A in stad A te verslaan. De gerichte aanpak bestaat er dan uit om duidelijk te communiceren richting deze benden dat ze boven aan de prioriteitenlijst staan. Vervolgens worden veel middelen aangewend, deels geleend van andere steden, en gericht op bende A tot deze is verslagen. Omdat bende A nu praktisch machteloos is geworden zijn er slechts weinig middelen nodig om deze bende onder de duim te houden. Vervolgens, richt de rechtshandhaving zich op prioriteit nummer 2 op de lijst tot die bende ook verslagen is. Indien bende A plotseling weer opleeft dan worden de middelen direct weer gericht op bende A totdat die bende opnieuw verslagen is. Terwijl dit proces van gerichte afschrikking zich ontwikkelt zal een omslagpunt optreden en zullen misdaadcijfers substantieel dalen.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Peter
Beste Coert,

Ik werk zelf bij de politie en heb dus niet alleen theoretische maar ook praktische ervaring met boeven in alle soorten en maten.
Vanuit mijn optiek wil ik een paar opmerkingen plaatsen:

- Aanpakken is goed, prioriteren ook. Alleen je kunt pas aanpakken als er dus een bende is
en als deze al strafbare feiten heeft gepleegd. Dat betekent dus dat er al de nodige
slachtoffers zijn gemaakt en dat er al veel schade is veroorzaakt.
- Prioriteren is ook goed. Maar door het stellen van prioriteiten in jouw denkwijze moet er
dus eerst een bende ontstaan en die moet eerst groeien (lees: strafbare feiten plegen)
voordat er een aanpak komt.

Maar een bende ontstaat uit een bepaalde voedingsbodem. Zolang de voedingsbodem er is zal er dus wezenlijk niets veranderen. Dan blijft het dus dweilen met de kraan open en blijven er dus slachtoffers vallen en blijft het (te) veel geld kosten.
Als het voor jongeren dus interessant blijft om lid van een bende te worden dan zal er niets aan veranderen. Wel zullen bendes zich ontwikkelen en steeds geraffineerder worden en dus moeilijker aan te pakken.
Dat is niet alleen voor bendes zo maar voor alle criminaliteit.

Verhogen van de pakkans is goed maar je kunt pas wat pakken na de daad.

Op voorhand loopt de politie altijd al een pas achter met de ontwikkelingen. Daar zit dus de ruimte voor de criminaliteit om zich te onwikkelen en door te groeien.

Zolang er geen kwalitatief goede aandacht komt voor het scheefgroeien van de jeugd dan zullen we altijd achter blijven lopen en zullen er altijd slachtoffers vallen.

Meer over Overheid