Denkschaamte als onderdeel van moreel kompas

Columns

Rondom mijn artikel “Schaamte en disruptie” heeft de redactie een aantal interessante links geplaatst naar mogelijk verwante andere artikelen. Die toevoegingen stimuleren het denkproces en stellen me in staat om enkele onderdelen van mijn artikel nader te preciseren. 

Van de geplaatste links spreken de artikelen rond ‘Integriteit naar menselijke maat” me het meeste aan. Met de artikelen van Aart Broeks vind ik geen aansluiting omdat hij schaamtebestendigheid propageert, terwijl ik schaamte zie als een constructief verschijnsel. Dat heeft ermee te maken dat hij over maatschappelijke schaamte spreekt, en ik over denkschaamte, die vooral over jezelf gaat. Dat komt aan de orde in mijn blogbericht Voor en tegen schaamte, maar het lijkt mij te ver voeren om op Managementsite het te gaan hebben over verschillende soorten schaamte.

Zoals gezegd, ik kan meer met de delen 1 en 2 over “Integriteit naar menselijke maat” van Herman Bosman. Daarin doet hij verslag van een onderzoek naar de opstelling van een “Handvat moreel kompas” bij een woningcorporatie. Wat me in die verslagen aanspreekt is de benoeming van het precaire spanningsveld tussen regels en eigen verantwoordelijkheid. Regels zijn nodig voor rechtsgelijkheid en het algemeen belang, en daardoor kan de menselijke maat niet altijd de doorslag geven. Macht voor de professional, ook om weerbarstige beslissingen te nemen, is dan ook geen vies woord. 

Maar hoe weet de professional of hij te ver gaat? Daar kunnen momenten van denkschaamte behulpzaam bij zijn: ondanks je denkwerk (en de regels) vóel je dat je met je goede bedoelingen bij de ander (in het voorbeeld: de bewoner, de huurder van de woningcorporatie) een kwetsuur hebt aangericht. Dan ben je ineens zelf in het geding (niet per se omdat anderen naar jou kijken), en dat beschrijft Bosman op een aantal plekken heel precies. Ik geef ze hier weer met mijn nadrukken:

“Het gevolg is wel dat je met een handvat moreel kompas als professional zelf een standpunt in moet nemen. Het gaat in eerste instantie niet over een procedure van morele oordeelsvorming, maar over jezelf, waar jij voor staat binnen de context van de kernwaarden van de organisatie én hoe je dat kunt uitleggen.”

“De poortwachter zal, als professional, ook een standpunt in moeten nemen.” Hij zal zich moeten uitspreken.

“Uiteindelijk gaan lastige casussen over onszelf, over onze organisatie, over ons werk, over hoe wij dingen doen.

“Het begrip integriteit nogal diffuus bleek te zijn (41 betekenissen, o.a..: Zelf verantwoording nemen voor je handelen, Professioneel werken, Gebruik van gezond verstand van medewerker, Een manier van handelen die ik achteraf kan uitleggen, Het gebruiken van macht in de juiste omstandigheden, etc., etc.).”

Terecht wijst Bosman op het diffuse karakter van integriteit. Hij vertelt dat in zijn onderzoeksverslag ook een aantal voorbeelden zijn opgenomen waarin het allemaal niet zo duidelijk was en waarin de onderzoekers constateren dat er vragen overblijven. Aan die voorbeelden is het kopje “Leren van elkaar” meegegeven. Ook is hij duidelijk over de vraag of er zich gegarandeerd nooit meer integriteitsincidenten of -schendingen voor zullen doen.   Nee, die garantie is niet te geven, zegt hij. 

Ik zou aan die conclusie willen toevoegen dat handelen uit denkschaamte zelfs niet altijd uit te leggen is, dus haaks kan staan op wat in de bovenstaande uitspraken juist wel als kenmerk van integriteit wordt gezien. Hier stuiten we soms op de grens van uitlegbaarheid en rationaliteit. Maar ook dat is waarschijnlijk gekoppeld aan (echte) professionaliteit van vakmensen, die eigenaarschap voor hun werk en hun organisatie willen nemen.

Hoe kan die onuitlegbaarheid van ons moreel kompas eruitzien? Bijvoorbeeld zoals deze casus, van thuiszorgmedewerker Fleur. 

“Ik kom al twee maanden elke week bij mevrouw Jansen om haar te helpen met douchen, maar zij wil geen schone pyama aan”, vertelt Fleur tijdens een intervisiebijeenkomst. De collega’s van de intervisie doen hun best om een helder beeld te krijgen van de situatie. “Is mevrouw dementerend?” – “Nou, nee, alleen maar wat vergeetachtig.” “Is zij over de hele linie zorgafhoudend?” – “Nee, verder vindt ze het wel goed dat ik haar help.”

Het gesprek richt zich vervolgens op de mogelijkheid om mevrouw Jansen alsnog te overreden zich naar de professionele verzorgingsstandaard (= minimaal eens per week een schone pyama) te plooien. Een collega, oude rot in het vak, mompelt: “Tja, het gaat hier natuurlijk om afwijkend gedrag, en dat heeft meestal een oorzaak”, met andere woorden: hier moeten we wat aan doen. Deze goede bedoelingen gaan Fleur te ver: “In hoeverre is het eigenlijk een probleem dat mevrouw Jansen drie weken in dezelfde pyjama wil rondlopen?” “Goeie vraag,” vindt de ouwe rot, maar toch niet echt, want ze laat hem onmiddellijk onder tafel rollen, zodat niemand er verder op in gaat. Ook de paar intervisies daarna krijgt Fleur haar intuïtie niet uitgelegd aan de anderen.

 

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Willem Mastenbroek
Pro-lid
MORELE PANIEK

Moreel kompas, systeemdwang, schaamte en disruptie…. Waartoe leidt dit?
Tal van bekende dossiers als de toeslagen affaire, de aardbevingsschade in Groningen en de ineenstorting van Jeugdzorg en GGZ zie ik ontaarden in morele paniek. De woeste reacties van gedupeerden, de gevoelens van schaamte bij uitvoerenden, de doffe berusting bij anderen. De DOOMLOOP van meer regelgeving door politici en ambtenaren. De dooddoeners van verantwoordelijke leidinggevenden met: "Het heeft onze aandacht. We zijn in beraad over een oplossing. Het is een complexe materie. Nader onderzoek is gewenst".

De genoemde dooddoeners helpen niet. Integendeel, ze versterken de onvrede en daarmee de disruptie. Dit vergroot de kans op een breuk met het verleden en een ommezwaai naar ander gedrag: meer ruimte voor een moreel kompas en de menselijke maat.

De belangrijkste blokkade is volgens mij de systeemdwang, die in de kern de dwang is van de geldende machts- en afhankelijkheids-relaties. De zittende macht zal bij moeten draaien. De politici en de Tweede Kamer voorop. De DOOMLOOP van regelgeving moet bedwongen worden. De uitvoerende professionals zullen meer ruimte moeten krijgen.

Geef creativiteit en stoutmoedigheid een kans, zet een paar mensen aan het werk en binnen een paar dagen heb je zo’n aanpak rond. Ik durf te wedden dat er genoeg mensen rondlopen die daar concrete ideeën over hebben en die ook het gezond verstand van de mensen aan de frontlijn gebruiken.
Ben ik te optimistisch? Het geheim van zo’n aanpak: houd het simpel en transparant. Zie onze pagina over eenvoud versus complexiteit. https://www.managementsite.nl/kennisbank/management/complexiteit-versus-eenvoud-organisaties

Meer over Ethiek, integriteit, moreel kompas