Hoe het coachpaard ook de paardencoach coacht

Cover stories

“Je moet als adviseur niet alleen kunnen verdragen dat je soms “ik weet het niet” ervaart, maar je moet het ook omarmen en er een beetje van houden” schreef Hagen als citaat van mij in het boek Advieskunst ( 2019).

Ik houd van complexe vraagstukken en heb het vertrouwen ontwikkeld dat ik op een gegeven moment als ik, als adviseur, een paar keer om een vraagstuk heb heen gelopen weet wat nodig is om het vraagstuk aan te vliegen. In coaching is het misschien nog wel belangrijker om in de ik-weet-het-niet zone te kunnen zijn, immers alleen vanuit het ‘lege midden’ kan je er zijn voor je klant. Het lege midden gaat over het in het ‘hier en nu’ zijn, het je kunnen verlaten op het ‘niet weten’, teruggetrokken kunnen waarnemen, onbevangen zijn en innerlijk onvoorwaardelijk bereid zijn om te laten zijn wat er is. (Beentjes, 2021). Maar er zijn natuurlijk altijd persoonlijke issues die je als coach toch ook meeneemt in een sessie die je uit het ‘lege midden’ slingeren. 

In het boek “De Binnenkant, alles wat we beleven als adviseurs maar niet durven vertellen” (2021) zijn we met een groepje auteurs de uitdaging aangegaan om te beschrijven wat het betekent om jezelf als instrument in te zetten, met alle twijfels, (on)mogelijkheden en tekortkomingen die daar bij aan de orde zijn. Niet het mooie gelikte verhaal, maar het echte kwetsbare verhaal. Het boek gaat over wat het werk van onszelf, als adviseurs en organisatiecoaches, vraagt. Wanneer je als adviseur jezelf als instrument inzet, is het belangrijk dat je in het hier nu bent en beseft wanneer je uit het lege midden weg drijft. Dan kun je immers niet meer effectief zijn. 

Coachen is werken in het hier en nu met wat er zich aandient. Coachen met paarden is wat dit betreft niet anders. Waar het voor coachee en coach een uitdaging is om alert en in het hier en nu te zijn, is dat voor het paard de normaalste zaak van de wereld. Het paard kan het ene moment vol adrenaline en het andere moment weer rustig grazend zijn. 

In mijn werk als paardencoach zet ik mezelf in als instrument. Het paard reageert niet alleen op het gedrag van de coachee, maar ook op dat van mij als coach. Net als de coachee krijg ik dus ook vaak feedback van mijn paard.

Rol van de coach

Als paardencoach kijk ik tijdens de sessie meer naar de signalen die het paard uitzendt dan naar de coachees. Ik kijk o.m. naar de lichaamshouding, de bewegingen die het paard maakt, de hoogte van het hoofd, het orenspel, de neusgaten en de ogen. Het zijn dezelfde signalen die het paard in de kudde uitzendt naar de andere paarden. Ik maak gebruik van het kudde-instinct en de noodzaak die paarden hebben, omdat ze prooidieren zijn, als groep altijd alert en afgestemd te zijn op de omgeving. Hiertoe scannen paarden continu wat er aan de orde is en daarbij reageren ze sterk op incongruentie. Incongruentie is de tegenstrijdigheid in ons die ontstaat doordat wij in onze volwassenwording een individuatie proces doormaken waarbij we een “ik” ontwikkelen. Daarbij splitsen we iets af waardoor er een bewust en onbewust deel ontstaat waarmee we verschillende boodschappen (kunnen) uitzenden. Paarden zijn voor hun overleving afhankelijk van het collectief en laten het collectief prevaleren boven het individuele. Zij splitsen geen ‘ïk’ af. Vanuit die heelheid scannen paarden hun omgeving en daarbij signaleren ze onze (menselijke) tegenstrijdigheden. Ze kunnen zich vaak beter verbinden met ons onderbewuste dan met ons afgesplitste “ik”. Soms zijn onze tegenstrijdigheden voor paarden verwarrend en onveilig en gaan ze helemaal geen verbinding aan. Paarden coaching is bij uitstek geschikt om in te zetten bij die vraagstukken waarbij incongruentie een belangrijk thema is. Dit zijn bijvoorbeeld thema’s als beïnvloeding, leiderschap, conflict, regie en positionering.

Bij de coaching kijk ik ook hoe het paard positie kiest ten opzichte van de coachee. Ik ‘ondertitel’ het paard voor de coachees, deel af en toe een observatie of stel een vraag. Heel veel wordt er niet gesproken tijdens een sessie. Vaak kiezen de coachees eerst positie ten opzichte van het paard, maar vervolgens, in het scannen van het paard, kiest het paard positie ten opzichte van de coachees. Dit kan heel dynamisch of juist heel statisch worden. Informatief is daarbij ook om te kijken of het paard de coachee laat lopen of juist de coachee het paard. Wie leidt in het contact loopt het minst.

Ikzelf als instrument 

Voor mij is, als er een verbindend contact is tussen coachee en paard, sprake van een ontspannen begin van de sessie. Als de paarden tijdens een coachingssessie zichtbaar contact zoeken gaat de sessie ‘vanzelf’. Ik kan waarnemen, observeren en de vragen dienen zich zonder moeite van mijn kant aan. Het stroomt, er is beweging en ik ga op in het hier en nu, want er is verbinding. 

Maar als de verbinding tussen paard en coachee daarentegen bij de start van een sessie hapert heb ik als coach moeite om in het lege midden te blijven. Als het paard het contact niet aangaat, dus eigenlijk niet lijkt te reageren en feitelijk blokkeert, blokkeer ik ook. 

Onlangs werkte ik met een op het oog een heel doortastende vrouw die steeds meer moeite kreeg met haar baas. Tijdens de sessie negeerde het paard haar volkomen. Ik kreeg last van het gebrek aan verbinding tussen het paard en de coachee. Er kwam niets bij me op dat ik kon zeggen of doen. Ik dacht in de ik-weet-het niet-zone te zijn maar het voelde onaangenaam. Ik werd niet nieuwsgierig, zoals anders, maar klapte juist dicht. Een paniekerig gevoel maakte zich van mij meester, ik wilde vooral dat het anders was dan wat ik ervaarde en daardoor was ik niet meer ontvankelijk voor de coachee. 

Ik kon de energie niet bij mezelf houden en het paard pikte mijn energie op. Het ging ook op mijn energie reageren en verder op slot. De reactie van het paard dwong me mijn eigen incongruentie onder ogen te zien. Het paard kon geen verbinding maken en dat was een belangrijke, zij het pijnlijke observatie. Ik was niet in de ik-weet-het-niet zone, maar in de ik-wil-het-niet-weten zone en dat is het grote verschil tussen ontvankelijk in het lege midden kunnen zijn en ontkenning. De feedback van mijn paard hielp me mijn eigen ontkenning onder ogen te zien. Ik moest dus zelf aan de bak: Erkennen wat er was, mijn eigen issues over verbinding onder ogen zien, even een paar stappen naar achteren (letterlijk) doen om uit de energie met het paard te komen en weer te landen in mezelf, en opnieuw nieuwsgierig worden naar de interactie tussen paard en coachee. Alles wat even gestold was geweest werd weer vloeibaar, ik kon me weer als instrument inzetten voor de sessie, ontvankelijk voor wat er zich aandiende. Het duurde hooguit een halve minuut, voor mij een nare halve minuut, die de coachee niet opmerkte. 

Het gedrag van het paard wees erop dat ze de incongruente bij de coachee te groot vond om zich met haar te verbinden en zich veiliger voelde op zichzelf. Wat er speelde was het volgende: De coachee had een beleidsstuk gemaakt, in haar ogen precies zoals haar baas had voorgesteld, maar de baas vond het niet goed en kwam met andere en nieuwe eisen. De coachee was meteen aan de slag gegaan om een nieuwe versie te maken, had ‘s avonds tot laat doorgewerkt om het te fixen. Ze was niet boos zei ze, of toch wel? Exact op het moment dat de coachee innerlijk erkende dat ze eigenlijk baalde maakte het paard verbinding. Zij werd weer congruent en het paard kon verbinden. De coachee leerde in de sessie dat ze zo bezig was met haar baas te pleasen dat ze zichzelf aan het kwijtraken was. Haar baas is niet veranderd, maar de coachee voelt nu weer, op het moment zelf, wanneer ze baalt als de eisen tijdens het proces worden aangepast. Ze is begonnen met op die momenten eerst even voor zichzelf een pauze te nemen i.p.v. door te hollen. Ze realiseert zich nu dat ze dit ook bespreekbaar moet gaan maken. 

Waarderen wat je niet weet

In een coachingsgesprek of adviesgesprek gebeurt het natuurlijk geregeld dat je niet meer helemaal congruent of in het hier en nu bent. Vaak merk je het pas later in het gesprek (of na afloop) op. Bij paardencoaching kom je daar als coach niet mee weg. De feedback die je krijgt met coachen met paarden, houdt je als coach heel scherp. Je weet wanneer je uit het ‘lege midden’ wordt geslingerd, daar laat het paard geen twijfel over bestaan. De scherpte van de feedback van het paard bij incongruentie dwingt je tot reflection-in-action en kan niet wachten op reflection-on- action. Je zou kunnen zeggen het moet dus in één keer goed. In de gezondheidssector is waarin ik werk is reflection-in-action met het oogpunt op patiëntveiligheid bij patientenidentificatie ook van groot belang. Vaak wordt hier over het nivea-principe (niet invullen voor een ander) gesproken en zorgverleners worden getraind in het stellen van open vragen, ook als ze standaard zijn ( dus: ‘wat is uw geboortedatum’ i.p.v. ‘is uw geboortedatum ….’). De basishouding ik weet-het-niet kan bij patientenidentificatie van levensbelang zijn, maar ook als beïnvloeder (adviseur) of gezagdrager (leidinggevende) is een ontvankelijke, open houding cruciaal. Hierbij is de moeilijkheid dat van adviseurs en leidinggevenden juist ook verwacht wordt dat ze het wel weten. Het vereist meestal heel wat vlieguren voor een adviseur of leidinggevende om zowel in te kunnen brengen wat zij weten, als tegelijkertijd in het lege midden te blijven en ontvankelijk voor de omgeving te zijn. Ontkenning van relevante informatie, waar zowel ik als mijn coachee in de coachingssessie door mijn paard op gecorrigeerd werd, is in organisaties aan de orde van de dag. Hierdoor ontstaat onvolledige beeldvorming en worden perspectieven uitgesloten, wat zeker op termijn de organisatie schaadt. Waarderen van het-niet-weten is de enige remedie, dit zou dan ook het centrale onderdeel deel moeten zijn van elk MD of leiderschapsprogramma in elke organisatie. En ja het inbouwen van paardencoachingsessies in zo’n programma zou hierbij een goede tool zijn. 

Nawoord

Elke keer weer moet je als je coacht met paarden weer aan de bak. En ja, er is een groot verlangen dit volgende keer beter te doen, maar in mijn eigen en de andere casussen wordt het onmogelijke hiervan zichtbaar. Het vermogen om onzekerheden te verduren en plezier te hebben in het niet weten te laten bestaan, is volgens Fer van de Boomen één van de kern competenties van ons vak als adviseur en organisatiecoach. Juist het kunnen verdragen en liefhebben van het-niet-weten maakt dat je open kan staan voor wat er zich aan dient en er dus kunt zijn voor de coachee. Door het coachen met paarden heb ik geleerd dat als het onaangenaam voelt om het niet te weten ik beland ben in de ik-wil-het-niet-weten zone, je zou kunnen zeggen dat het een vervorming is van de ik-weet-het-niet zone waarbij ik midden in de ontkenning van mijn eigen issues zit. Als ik daar weer uit ben wordt het meteen weer licht.

Meer lezen

  • Boomen, F. v., & Kramer, A. (2021). De Binnenkant, alles wat we beleven als adviseur maar niet durven vertellen. Neer: Kloosterhof. Met bijdragen van E Beentjes, F.v. Boomen, T. Homan, e.a..
  • Hagen, N. v., & Willemsen, M. (2019). Advieskunst, de interne adviseur in positie. Deventer: Vakmediamet.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Meer over Gedragsverandering