EuroZone uitroepen tot rampgebied?

Actueel

De Eurozone is een bont allegaartje. Er zijn strebers, middenmoten en flierefluiters. Aan het ene uiterste is er Duitsland met een ijzersterke exportgerichte economie en gezonde staatsfinanciën. Aan het andere uiterste treffen we de Grieken, bijna failliet en amper in staat om nog iets te exporteren. De vraag of het wel zo’n geweldig idee was om deze zeer verschillende landen in één muntunie op te nemen, is zo oud als de euro zelf. De discussie gaat niet alleen over gigantische staatsschulden of falende economieën van vandaag, maar ook over de chronische problemen die achter de cijfers schuilen. Maar de eurocrisis is niet alleen te wijten aan Zuid-Europese geldsmijterij.

De Banken

In Noord-Europa houden regeringen hun banken de hand boven het hoofd. Die banken hebben miljarden euro’s geleend aan Zuid-Europese overheden, maar hebben geen zin verliezen op die leningen te nemen. Bij een grote afboeking op de waarde van die schulden komen allerlei Duitse, Britse en misschien wel Nederlandse banken opnieuw in geldproblemen. En dat zorgt voor angst bij regeringsleiders als Angela Merkel. Zij kan niet zomaar tegen Griekenland of Ierland zeggen: betaal niet al je schulden af. Een oplossing die vrij normaal is voor landen met zulke grote geldproblemen als Griekenland en Ierland.

Dat geeft het land lucht en het legt de rekening van een schuldencrisis waar die hoort: bij de investeerders die aan Griekenland en Ierland leenden en profiteerden van de hoge rentes op die leningen.

Die banken hebben miljarden euro’s geleend aan Zuid-Europese overheden, maar hebben geen zin verliezen op die leningen te nemen. Bij een grote afboeking op de waarde van die schulden komen allerlei Duitse, Britse en misschien wel Nederlandse banken opnieuw in geldproblemen.Dat zorgt voor angst bij regeringsleiders en zij kunnen niet zomaar tegen Griekenland of Ierland zeggen: betaal niet al je schulden af. Een oplossing die vrij normaal is voor landen met zulke grote geldproblemen als Griekenland en Ierland.

Dat geeft het land lucht en het legt de rekening van een schuldencrisis waar die hoort: bij de investeerders die aan Griekenland en Ierland leenden en profiteerden van de hoge rentes op die leningen.

Maar die investeerders zijn de Duitse banken. Als die niet al hun geld van Griekenland en Ierland terugkrijgen, kan Angela Merkel haar eigen banken weer redden. Dus trekt Merkel de portemonnee. Europa redt zo niet alleen landen, maar ook de schuldeisers van die landen. Dat is vragen om problemen: investeerders doen zo mee aan een loterij zonder nieten.

Is de euro in z’n huidige vorm dan ten dode opgeschreven?

Moeten de zwakke broeders als Griekenland, Portugal, Spanje, Ierland en eventueel Italië eruit? (zelfs België werd onlangs bij de potentiële probleemlanden ingedeeld). In het geval van uittredende zwakke landen zouden de munten daarvan fors in waarde dalen. Het gevolg zou zijn dat de nu in euro luidende schulden in lokale valuta’s worden omgezet, die in procenten van het Bruto Binnenlands Product (BBP) fors zouden toenemen. De noodzaak voor herstructurering van deze schuld, die voor een belangrijk deel in handen is (van banken) van sterke eurolanden zou daardoor alleen maar groter worden. Dit staat nog los van de kosten die de omwisseling naar de voormalige eigen munt in deze landen met zich mee zou brengen.

Dan het scenario van de herinvoering van de D-mark. De (omwisseling)kosten hiervan komen voor rekening van de Duitsers. Maar is het daarmee dan gedaan?  In dat geval zal de euro in waarde dalen ten opzichte van de nieuw ingevoerde D-mark of de laatste zal stijgen tegenover de euro, maar de effecten ervan zijn vergelijkbaar, even afgezien van wat er met de wisselkoers tegen derde munten gebeurt.

In beide gevallen zal de schuld van de perifere Europese landen in D-marken minder waard zijn. De crediteuren hebben dus ook in dit geval het nakijken. Dat geldt in dit geval ook voor het bankwezen in de sterke landen, die veel schuld van de perifere landen op hun balans hebben staan. Een nieuwe reddingsactie van banken gaat ook de draagkracht van sterke landen immers te boven gezien hun sterk opgelopen overheidsschuld.

De overheden van zwakke landen

In Brussel ontmoeten we de Griekse journalist Kostas Karkagiannis. Hij is Europa-correspondent voor de Griekse kwaliteitskrant Kathimerini en de nieuwszender SKAI TV. Volgens Karkagiannis is de enorme Griekse staatsschuld niet meer dan een symptoom van een samenleving die volledig vierkant draait. Het overheidsapparaat is een enorm waterhoofd, een kluwen van regelgeving waar je enkel met smeergeld je weg in vindt.

Het privé-initiatief wordt gefnuikt door diezelfde regelgeving en de export ligt belachelijk laag. Griekenland is corrupt. In de index van Transparency International scoort geen en-kel EU-land slechter, wereldwijd zitten de Grieken op hetzelfde niveau als Colombia.‘My country is fucked up’, zegt Kostas Karkagiannis. Of dat ooit nog goed komt? Hij heeft z’n twijfels. Journalist Karkagiannis verzorgt op z’n dooie eentje met z’n laptop de Brusselse eurobe-richtgeving voor TV.

De consumentenprijzen in de eurozone zijn in december op jaarbasis harder dan verwacht gestegen, blijkt dinsdag uit een raming van Eurostat, het bureau voor de statistiek van de Europese Unie. De inflatie bedroeg 2,2% in december, na een toename van 1,9% in november. Economen hadden gerekend op een stijging van de consumentenprijzen van 2%. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft de doelstelling de inflatie onder, maar in ieder geval vlakbij de 2,0% te houden.

De rubriek ACTUEEL informeert u over recent verschenen berichten in andere media. In elk bericht vermelden wij de oorspronkelijke bronnen. Ludo Penninckx van CANVAS & Ben Steinebach van de DFT en Marike Stellinga van Elsevier

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Meer over Bureaucratie