Wat als de euro valt?

Actueel

De Euro staat op springen. Experts, economen en politici buitelen over elkaar heen. De rente die afzonderlijke Eurolanden moeten betalen loopt op. Maandelijks is er een cruciale top van regeringsleiders, waar vervolgens iets uitkomt dat maar drie dagen werkt. Maar hoe zijn we eigenlijk in dat moeras terecht gekomen?

Het Verdrag van Maastricht

Het is 7 februari 1992 als de regeringsleiders in Maastricht hun handtekening zetten onder afspraken die moeten leiden tot een gemeenschappelijke munt. Het Verdrag van Maastricht legt de voorwaarden van de Euro vast. In 1998 zal dan worden gekeken of de landen die mee willen doen ook mee mogen doen. Er zijn vier criteria: lage rente, lage inflatie, een stabiele wisselkoers en degelijke overheidsfinancien.

Dan stellen zo’n 70 economen begin 1997 dat er iets niet deugt. De Rotterdamse econoom Arjo Klamer is een van hen. Hij waarschuwt dat er geen monetaire integratie kan zijn zonder politieke unie. En die politieke component is nu juist het probleem, legt ook oud-directeur van de Nederlandsche Bank Andre Szasz uit.

Duitsland en Frankrijk verschillen teveel van inzicht. Duitsland redeneert dat er eerst een politieke unie moet zijn, met overdracht van bevoegdheden, voordat een monetaire unie met eenheidsmunt kan ontstaan. Frankrijk redeneert andersom dat de eenheidsmunt een politieke unie zal vergemakkelijken. Over wat er nu eigenlijk moet komen was ook al onenigheid. Duitsland wilde met de unie vooral stabiliteit, financiele rust door begrotingsdiscipline; Frankrijk wilde met de unie vooral solidariteit.

Naar de reactie op de brief van de 70 Nederlandse, en later zelfs 330 Europese economen, kunnen we nu slechts met verbazing kijken. Niet de argumenten worden onderuit gehaald, niet dat hun redenering of voorspelling niet deugt, maar de reactie van de politiek luidt: “U bent te laat”. Minister van financiën Zalm noemt hen in het discussieprogramma Buitenhof zelfs “bange” economen

Begin 1998 blijkt dat vooral de vierde voorwaarde een probleem is voor vrijwel alle landen. Een stabiele overheidsfinanciering houdt in dat een land een begrotingstekort mag hebben van maximaal 3% en een staatsschuld van maximaal 60% van het binnenlands product. Omdat alleen Luxemburg aan alle voorwaarden voldoet, bedienen alle andere landen zich van allerlei boekhoudkundige trucs.

Het probleem zit bij het toezicht. Handhaving van de regels is boterzacht. Eenmaal toegelaten, volgt er nooit straf als een land zich niet aan de regels houdt. Er is geen politieman. De staatsschuld kan blijven oplopen en een financieringstekort van 3%? Zelfs Duitsland en Frankrijk gaan daar al snel overheen. En krijgen geen straf. Waarna het vreemd zou zijn als de landen aan de Middelandse Zee wel te beboeten voor wangedrag.

Niemand vond het een probleem dat de schuld van Italie zo hoog was, moppert Hoogervorst voor de enquetecommissie-De Wit, ‘want ze betaalden toch maar 3% rente’. Maar nu de rente is gestegen naar 5, 6 of zelfs 7% blijkt ineens dat die landen in de problemen komen. Dat is iets dat men in het nieuwe monetaire Europa nooit verwachtte.

De Amerikaanse econoom Barry Eichengreen, hoogleraar aan de Universiteit van Californië, is een van de vermaardste zwartkijkers. Hij zegt dat het uiteenvallen van de eurozone een economische catastrofe zal zijn. Banken zullen omvallen, de financiële markten in een chaos raken en de werkloosheid en de armoede zullen in de westerse wereld in korte tijd tot grote hoogtes oplopen.

Alleen snoeihard bezuinigen door de verschillende landen kan nog helpen. En zo snel mogelijk een sterke politieke unie, dat had al aan het begin gemoeten met een begrotingsdiscipline en verplichte straffen.En de enige mogelijkheid is verdere budgettaire en fiscale integratie. De economische en politieke kosten van het opbreken van de eurozone zijn vele malen groter.

De banken crisis

Drie jaar nadat de financiële crisis wereldwijd toesloeg, lijkt er niets veranderd te zijn. De overheid en het huidige politieke systeem blijven in grote mate afhankelijk van de financiële sector. Een sector die niet in staat lijkt te zijn om de veranderingen door te voeren en hun zaken transparanter te maken in een wereld waarin de rijken steeds rijker worden.  Filmmaker Sington wil dat er dingen veranderen. In zijn film ‘The  Flaw’ probeert hij uit te leggen wat de onderliggende oorzaak van de  afgelopen crisis is.

Bekende economen en experts komen aan het woord zoals vastgoed expert Robert Shiller, winnaar van de Nobelprijs Joseph Stiglitz en historische econoom Louis Hyman. Verder legt Sington zijn oor te luister bij kenners van Wallstreet.

De titel ‘The Flaw’  verwijst naar de verkeerde vooronderstelling , die ten grondslag ligt aan de in de economische  vrije markttheorie van Alan Greenspan. Deze theorie gaat er van uit dat een vrije  markt zich zelf corrigeert en stuurt zodat regulering door de overhead niet nodig is. Zelf gaf Greenspan tijdens een hoorzitting van het Amerikaanse Congres schoorvoetend toe dat hij dit niet had voorzien. De film laat goed zien hoe buitensporige inkomensongelijkheid leidt tot economische instabiliteit.

 

De rubriek ACTUEEL informeert u over recent verschenen berichten in andere media. In elk bericht vermelden wij de oorspronkelijke bronnen. Bron, Tekst en Research: Rob Bruins Slot
. Samenstelling en Interviews: Reinier van den Hout

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Meer over Risicomanagement