Wat zijn de principes van GRI?

Het GRI heeft elf principes geformuleerd die zij essentieel acht voor een evenwichtig en betrouwbaar verslag. Verslagen hoeven geen uitgebreide checklist te bevatten waaruit blijkt dat alle principes zijn ingevoerd. Men dient echter wel kort in het verslag aan te geven hoe ze zijn toegepast, met aandacht voor zowel succesverhalen als probleemgebieden. De elf principes zijn:
  1. Transparantie: Bij het opstellen van verslagen is volledige openheid over processen, procedures en aannames essentieel voor de geloofwaardigheid.
  2. Inclusiviteit: Verslaggevende organisaties dienen op systematische wijze hun belanghebbenden te betrekken bij het richting geven aan de verslaggeving en het verbeteren van de kwaliteit daarvan.
  3. Controleerbaarheid: Het vastleggen, samenvatten, analyseren en openbaar maken van gegevens en informatie in een verslag dient zodanig plaats te vinden dat interne controleurs en externe verificateurs de betrouwbaarheid kunnen bekrachtigen.
  4. Volledigheid: In het verslag dient alle informatie te worden opgenomen die van belang is voor gebruikers die de economische, sociale en milieuprestaties van de verslaggevende organisatie willen evalueren. Deze informatie dient bovendien in overeenstemming te zijn met de aangegeven operationele begrenzing, reikwijdte en tijdvak.
  5. Relevantie: Relevantie is het belang dat men hecht aan bepaalde aspecten, indicatoren of gegevens en heeft betrekking op de drempelvoorwaarden waaraan informatie moet voldoen om belangrijk genoeg te zijn om in het verslag te worden opgenomen.
  6. Duurzaamheidscontext: De verslaggevende organisatie dient haar prestaties te plaatsen in een breder kader van ecologische, sociale of andere beperkingen indien een dergelijke context de informatie in het verslag aanzienlijk verduidelijkt.
  7. Nauwkeurigheid: Het nauwkeurigheidsprincipe heeft betrekking op het bereiken van de hoge mate van nauwkeurigheid en de lage foutmarge die gebruikers in staat stelt om informatie in verslagen goed te beoordelen.
  8. Objectiviteit: Verslaggevende organisaties dienen de informatie in hun verslagen op een onbevooroordeelde wijze te selecteren en te presenteren en dienen te streven naar een evenwichtige weergave van hun prestaties.
  9. Vergelijkbaarheid: Verslaggevende organisaties dienen de operationele begrenzing en reikwijdte van hun verslagen consistent te houden, eventuele veranderingen openbaar te maken en eerder vermelde informatie te herformuleren.
  10. Duidelijkheid: Verslaggevende organisaties dienen zich op de hoogte te stellen van de verschillen in achtergrond en behoeften van hun belanghebbenden en dienen informatie op een dusdanige manier beschikbaar te stellen dat zoveel mogelijk gebruikers worden aangesproken, terwijl er tegelijkertijd voldoende details worden gegeven.
  11. Tijdigheid: Verslaggevende organisaties dienen informatie regelmatig aan te bieden, op een manier die voldoet aan de behoeften van gebruikers en strookt met de aard van de informatie.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 126 vragen en antwoorden over Duurzaam Ondernemen / MVO.