Hoe ziet de fiscale vrijstelling bij banksparen eruit?

Het eigen vermogen valt in box 3 van het belastingstelsel. Voor banksparen gelden andere regels. Zo valt het spaargeld niet in box 3, maar in box 1. De bankspaarder is dus geen 1,2% vermogensrendementsheffing verschuldigd, maar profiteert van een vrijstelling in box 1. Er gelden een aantal regels om in aanmerking te komen voor deze vrijstelling:
  1. De vrijstelling is nooit hoger dan de eigenwoningschuld op het moment dat u de uitkering ontvangt. Ook is de vrijstelling nooit hoger dan de eigenwoningschuld die u daadwerkelijk aflost met de uitkering.
  2. U heeft tijdens uw leven recht op een totale vrijstelling van ten hoogste het bedrag dat geldt in het jaar van uitkering. Heeft u al eerder gebruik gemaakt van de vrijstelling, dan vermindert dit het bedrag van de vrijstelling.
  3. De vrijstelling geldt voor de hele uitkering, dus de betaalde bedragen en het rendement hierop.
  4. Kunt u deze vrijstelling niet helemaal gebruiken, dan houdt u recht op een vrijstelling voor het verschil tussen uw totale vrijstelling en de ontvangen uitkering.
  5. Het bedrag van de vrijstelling wordt jaarlijks verhoogd in verband met inflatie.
Het maximale belastingvrije bedrag bedraagt hier € 171.000 per persoon (2021). Heeft u een fiscale partner, dan is de vrijstelling maximaal 2 keer zo hoog.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 218 vragen en antwoorden over Hypotheken.