Sociale cohesie versterken? Gebruik wat er is!

Columns

Door een niet te volgen ‘optelsom’ van factoren en op elkaar werkende krachten kan zomaar iets ontstaan dat je sociale samenhang zou kunnen noemen. Maar het kan ook de nek omgedraaid worden zonder te beseffen wat dan verloren gaat. Oog krijgen voor wat zomaar kan ontstaan dat van waarde is, is de eerste stap om wat van waarde is, te beschermen. De moeite waard, want wat ongepland ontstaan is, is gepland niet meer terug te krijgen.

De archeoloog gaat van heden naar verleden. Hij bestudeert samenlevingen uit het verleden aan de hand van sporen die ze hebben achtergelaten en in het heden te zien zijn. De archeoloog moet in de meeste gevallen dan wel graven. Gesproken wordt dan ook van “bodemarchief”.

De neaoloog gaat van toekomst naar heden. In het heden aangeland zoekt hij naar sporen die een voorbode zijn van een geconstrueerde toekomstige samenleving. De neaoloog hoeft niet te graven. Hij kijkt in het heden en ziet wat hij aantreft. Daarom wordt gesproken van “oppervlaktearchief”. Recent neaologisch onderzoek is gestuit op het ING-filiaal in de Kinkerstraat te Amsterdam. Vanuit zijn expertise kwam de neaoloog met zijn waarneming, denkend vanuit de toekomst naar het heden.

“Als ik het filiaal bekijk dan ligt er de verwachting aan ten grondslag dat alle winkelstraten, dus ook de Kinkerstraat, bewinkeld zouden zijn zoals nu de PC Hooftstraat; Gucci, Cartier, Louis Vuitton, La Coste. Ze moeten voor ogen hebben gehad dat iedereen die straks door de Kinkerstraat loopt, rijk is en dat oude en hulpbeoefende mensen niet meer bestaan. Dat iedereen in een net pak rondloopt en om de 100 meter op zijn Blackberry kijkt om de meest recente koers van aandelen te bekijken voordat ze de ING aan de Kinkerstraat binnenstappen”.
Conclusie van de neaoloog: doordat de verwachtingen zo afwijken van de hedendaagse situatie is het filiaal neaologisch interessant en kan gesproken worden van een neaologische vondst.

De archeoloog belichtte het filiaal ook van zijn kant door vanuit zijn specialisme het verleden te beschrijven:

“Voorheen ‘de Postbank’ genaamd, was een ware ontmoetingsplaats in de Kinkerstraat. Het was er altijd erg druk. Het leek wel of de hele buurt daar kwam voor een postzegel, of om een postpakket te laten versturen of om kerstkaarten of een doosje enveloppen te kopen. Studenten, bouwvakkers en een scala van internationaliteiten; ze moesten zich allemaal manoeuvreren tussen de diverse foutgeparkeerde rollators. Het klikte tussen het personeel dat er werkte en de mensen die er kwamen. Dat kon je zien, het contact tussen hen was oprecht, sloot aan en er werd veel gelachen. Ook qua werkkleding sloot het personeel aan bij de bezoekers, netjes, maar ook gemakkelijk, hier en daar slobberig. Je moest altijd wachten met een nummertje in je hand en dan hoorde je Jan en Alleman met elkaar kletsen, eerder ‘beppen’. Het was een levendig gebeuren dat ook naadloos paste bij deze volksbuurt”.
Conclusie van de archeoloog: de Postbank van de Kinkerstraat is archeologisch interessant en waardevol, maar is niet meer te conserveren omdat alle sporen uitgewist zijn.

Dit filiaal in de buurt waar ik woon, “verwachtte” een hele andere omgeving. Dit filiaal werd en wordt door de omgeving (door de meeste mensen die er wonen), afgestoten. Dat is te zien doordat er weinig mensen binnenkomen. Het contrast tussen binnen en buiten is ook enorm. Buiten, het volkse verkeer, binnen baliemedewerkers, strak in smetteloos zwart pak. De inrichting is leeg en strak. Eigenlijk durf je hier niet naar binnen te gaan zonder pak en stropdas. En een pak en een stropdas? Die lopen daar niet. En ik vermoed ook de komende 50 jaar niet. En als u mij de vraag stelt wat je nog meer zou kunnen doen om de kloof tussen binnen en buiten nog groter te maken, dan weet ik daar niet zo gauw een antwoord op. Volgens mij zijn alle mogelijkheden wel benut.

De ING hield en houdt zich natuurlijk niet specifiek bezig met de Kinkerstraat. Dat past niet in het organisatieconcept dat in de jaren 90 werd gevestigd om een bank te worden van wereldformaat. De inrichting en uitstraling van het filiaal drukt dit concept uit. Door de economische crisis voldoet het optimistische toekomstbeeld (iedereen wordt rijker en rijker) niet meer. Voor de archeoloog is het verwachtingsvolle concept dat ten grondslag ligt aan het filiaal daarom een relikwie en het filiaal in de Kinkerstraat voor de neaoloog een vondst.

De inrichting en toerusting van gebouwen kan je nog wijzigen om weer aansluiting te vinden met de omgeving. Als je dat zou willen. Maar of dan het sociale verkeer dat de Postbank van de Kinkerstraat ooit zo kenmerkte hiermee hersteld kan worden, dat is maar de vraag. Waarschijnlijk niet. Sociale samenhang kan zomaar ergens spontaan ontstaan en is niet maak-, plan- en kopieerbaar. Daarom is het raadzaam, als een organisatie hiervoor oog heeft, goed te kijken naar het hier en nu, wat er is en al goed gedijt. Het zou organisaties sieren als ze de factor ‘sociale samenhang’ bewaken in hun plannen voor de toekomst. De voormalige Postbank zou hiervoor geschikter zijn geweest omdat ze ontvankelijk zou zijn geweest dit soort waarden serieus te nemen. Haar imago was er ook een van ‘volks, doe maar gewoon, integer, geen gegraai, geen overdreven uiterlijk vertoon en geen grootspraak’.

Marc Oskam Trias-O Consulting

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Meer over Organisatieontwerp