Hoe de participatiesamenleving operationaliseren?

Columns

Onze nieuwe Koning heeft het op de derde dinsdag in september luidt en duidelijk voorgelezen in de Ridderzaal: De regering werkt aan de omslag naar een participatiesamenleving middels hervormingen die onze publieke voorzieningen aanpassen aan de eisen van deze tijd. De klassieke verzorgingsstaat uit de tweede helft van de twintigste eeuw heeft juist op deze terreinen regelingen voortgebracht die in hun huidige vorm onhoudbaar zijn. En ook niet meer aansluiten bij de verwachtingen van mensen. In deze tijd willen mensen hun eigen keuzes maken, hun eigen leven inrichten en voor elkaar kunnen zorgen. Het past in die ontwikkeling zorg en sociale voorzieningen dicht bij mensen en in samenhang te organiseren.

Geen woord Spaans bij lijkt me zo. Hamvraag is hoe we dat gaan aanpakken. Hoe tillen we die mooie volzinnen nu naar de praktijk van alledag. Want die is – zoals we allemaal weten – taai en weerbarstig. Zeker als je weet wat er zich momenteel in menig Haagse beleidstoren afspeelt. Of binnen de burelen van onze decentrale overheden. Natuurlijk heeft iedereen het over de slag die gemaakt moet worden om de burgerkracht ook daadwerkelijk te verzilveren. Waarbij je vraaggestuurd moet inspelen op de behoeftes van onze landgenoten. Helemaal als we ons realiseren dat het opleidingsniveau in ons land in de afgelopen halve eeuw meer dan een factor acht is toegenomen. Niet zo vreemd dus om die burger dan ook écht serieus te nemen! En dat betekent cocreatie: in onderlinge dialoog kijken hoe we elkaar kunnen versterken. Gericht op een resultaat natuurlijk. Spreekt voor zich dat succesvolle cocreatie vraagt om gelijkwaardigheid van de deelnemers, wederkerigheid, openheid en vertrouwen. Maar ook om common ground, enthousiasme en daadkracht. En dat het in de praktijk ook kan blijkt uit het recente artikel ‘Online veranderen, wat valt er te managen’ over succesvolle eParticipatie trajecten in gemeentes als Lingewaard en Overbetuwe.

De wijze waarop je dit soort van transities aanpakt, bepaalt in hoge mate de uitkomst. In de sfeer van ‘the journey is the destination’. Of zoals Joop Swieringa en Jacqueline Jansen dat omschrijven in hun recente boekje ‘Gedoe op tafel: The medium is the message'. En hier wringt de schoen fors. Want de dagelijkse praktijk laat helaas nog steeds zien dat we dat op dezelfde verticale wijze blijven doen zoals we dat gewend zijn. Lekker topdown. Met een hoog ‘wij weten wel wat goed voor u is’ gehalte. Bedacht vanachter een mooi glimmend bureau. Daar waar ‘a desk is the most dangerous place from which to view the world’ nog iets te veel waarheid lijkt te zijn. Omdat we graag de controle over het geheel willen houden. Omdat we dat zo gewend zijn te doen. Of omdat we helemaal geen tijd hebben om uit die toren te komen. Domweg omdat we het zo druk hebben. Of omdat we het niet kunnen. Want laten we wel zijn: échte cocreatie vraagt om andere competenties dan het in elkaar draaien van een gelikte beleidsnota. Dan heb je geen studiebollen nodig die alles van één onderwerp weten, maar mensen die er op uit gaan. Die het onderlinge debat opzoeken. Die elkaar durven aan te spreken. Om zo die horizontale samenwerkingsverbanden te smeden. Om elkaar zo te versterken. Gericht op dat gemeenschappelijke hogere doel.

En juist dat vraagt om een geweldige cultuuromslag. Om zo afscheid te kunnen nemen van dat verstikkende denken vanuit je eigen organisatie. Waarbij we opgesloten lijken te zitten in verstarde structuren en top-down organogrammen. Ongetwijfeld gaat het enorme succes van smartphones, tablets en apps ons daarbij gaat helpen. Opdat er zo bewegingen gaan ontstaan vanuit de gebruikersgroepen zélf. Gebruikmakend van de wisdom of the crowd. Om elkaar zo te versterken. Ieder vanuit eigen rol en verantwoordelijkheid.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Peter Vlaanderen
Lid sinds 2009
Hoewel participeren inderdaad het beleidsmatig woord van 2013 is, moet er inderdaad nog veel gebeuren om dit echt in de praktijk te brengen. Dat het mogelijk is, dat weten we ondertussen. Maar er is -zoals Dirk-Jan ook aangeeft- nog veel te doen om participatie ook echt gemeengoed te laten zijn in onze samenleving. Ben het ook zeker met Dirk-Jan eens dat er nog veel moet gebeuren, in termen van verticaal denken en horizontaal doen.

Los van vastgeroeste patronen, is er ook nog de business case van participatie. Wat kost het om grote groepen, al dan niet digitaal, te mobiliseren voor participatie, wat levert het op en vaak geldt voor bestuurders ook nog nadrukkelijk de vraag, wat zijn onze (mijn!) risico's?

Dan zien we wel dat door dit soort maatschappelijke ontwikkelingen, de business case van participatie ook -helaas nog niet erg snel- aan het keren is. De kosten van participatie worden vaker in relatie tot het voorkomen van herstelkosten gebracht (geen of minder reparatie achteraf). De opbrengsten worden bij goed georganiseerde participaties, sneller gevonden en verzilverd. Tegenwoordig worden de risico's van participatie soms ook in het daglicht gezet van de risico's van niet-participatie (zeg maar, beleidsontwikkeling oude stijl).

Al met al zijn dit naar mijn ervaring, achtergronden die zeker ook bijdragen aan de gevraagde (grote) cultuuromslag, waar Dirk-Jan het over heeft.

Meer over Overheid