Bezuinigen? “De overheid groeit altijd weer aan…”

Boeken · Columns

Onze nieuwe minister van Wonen en Rijksdienst, Stef Blok, heeft de opdracht aangenomen om in de komende jaren er voor te zorgen dat de rijksoverheid goedkoper, efficiënter en flexibeler gaat werken (Regeerakkoord Bruggen Slaan, p 43). Met deze opgave komt Blok in een lange rij van voorgangers te staan, die allemaal heel hard hebben gewerkt aan gelijksoortige doelstellingen.

Ruim 30 jaar zijn regeringen onophoudelijk bezig met het steeds maar efficiënter, goedkoper en flexibeler maken van de overheid. En niet alleen op rijksniveau, maar ook op regionaal en lokaal niveau. De ene reorganisatie is nog niet afgerond of de volgende efficiency-operatie wordt al weer opgestart…

Waarom zijn niet gelijk bij de eerste keer de gewenste doelstellingen gehaald? En waarom is, vanaf dat eerste moment van zo efficiënt mogelijk werken, die efficiency niet ‘going concern’ geworden? Een antwoord op deze vragen geeft ons wellicht een indicatie of Blok en al zijn lokale collega’s er deze keer er wel in slagen om de doelstellingen te halen.

Om deze vragen te beantwoorden moeten we dieper ingaan op hoe de verschillende lagen van bestuurders, overheidsmanagers en ambtenaren de begrippen efficiënt en effectief ervaren. Want iedereen, van minister tot plantsoenmedewerker, binnen overheidsland is voorstander van een zo efficiënt en effectief mogelijke overheid.

Maar wanneer we dit vertalen naar het proces van vergunningverlening (als voorbeeld; hetzelfde geldt voor alle andere processen binnen het rijk of bij gemeentes) dan zien we de verschillende gezichtspunten, “Logica’s”, al ontstaan: De politieke bestuurders leggen de nadruk op klantgerichtheid: heldere communicatie, snelle verlening en zo min mogelijk bureaucratische rompslomp. En het aantal benodigde uren is altijd te hoog. Directies kunnen daar redelijk in meegaan (behalve die uren dan), maar voor het middle management geldt weer een heel andere logica: zij leggen de nadruk op zorgvuldigheid, om precedentwerking, bezwaarschriften en langlopende procedures te voorkomen. En dan mag het best een tikkeltje langer duren. En dan hebben we het over de logica van de werkvloer nog niet eens gehad.

Zorgvuldigheid, om ‘gedoe’ verderop in het traject te voorkomen, staat op gespannen voet met klantgerichtheid. In het regeerakkoord staat de optimistische verwachting dat een verbeterde dienstverlening leidt tot lagere nalevingskosten . We hebben de afgelopen maanden gezien, bijvoorbeeld bij Odfjell, hoe een “efficiënte en dienstverlenende” overheid (dus een soepele verstrekking van vergunningen, en weinig controle op de naleving) uiteindelijk leidt tot extra inzet van ambtelijke capaciteit om achteraf te controleren en te handhaven. De nalevingskosten nemen eerder toe dan af! Of levert zorgvuldigheid misschien wel meer op? En zijn de regeringspartijen te voortvarend met het ervan uitgaan dat er slechts één invulling is van de definitie van efficiency en kostenbesparing?

Het lijkt er op dat Blok aan een heilloze lijdensweg is begonnen, ook al kan iedereen zich helemaal in zijn missie vinden. Zeker wanneer we er ook rekening mee houden dat ieder incident (treinvertragingen, Odfjell, Robert M., etc) leidt tot Kamervragen. Vragen die niet alleen door ambtenaren beantwoord moeten worden, maar waarbij zelfs de bestuurlijke reactie iedere keer is: we moeten zorgvuldiger worden. Wat aan de ene kant bij de overheid er af gaat, komt er aan de andere kant weer bij. De overheid groeit altijd weer aan.

Het Grote Panacee, waarmee Al Uw Zorgen uit de wereld zijn, bestaat niet. Het is hoogmoed om te denken dat de complexe overheidswereld in een simpel panacee is te vangen. Wij zullen het moeten zoeken in de mogelijkheden die een wederzijds begrip voor elkaars logica’s, en een wederzijds gevoelde noodzaak tot samenwerking (“dansen”), kunnen bieden.

In elk geval moeten minister Blok en al zijn lokale collega’s accepteren dat er, naast de bestuurlijke invulling van kostenbesparing en efficiency, er nog tig andere invullingen zijn die allemaal zo hun eigen logica hebben. Andersom moeten ambtenaren leren begrijpen dan hun logica niet de enig mogelijke is.

Ten tweede moeten minister, ambtenaren en organisatieadviseurs niet langer vast houden aan het idealistische dogma van een overheid als een piramide. Aansturing vanuit de top. Was het maar zo!. En anderzijds: misschien is dat maar goed ook. De overheid laat zich niet vatten in een simpel model. De overheid is een veelkoppig monster. Nou ja, monster, het is een veelkoppige leeuw!

 

Deze tekst is gebaseerd op:
Sander van Reedt Dortland en Cies de Theije: “De Overheid als Veelkoppige Leeuw”,

Deel uw  ervaringen op ManagementSite

Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.

SCHRIJF MEE, word een pro!  >>

Dirk-Jan de Bruijn
Beste Sander,

Ik ben toch iets minder somber dan jij. Er is namelijk welgedegelijk een knip te zien sinds een jaar of 4. Denk aan de compacte rijksdienst en Organisatie Bedrijfsvoering Rijk. Met tal van nieuwe initiatieven die écht patroondoorbrekend zijn. Waar ook daadwerkelijk publieke waarde wordt gecreeerd. Denk aan P-Direkt, Doc-Direkt, I-Interim Rijk, samenvoeging datacenters, komst Werkmaatschappij, PPS projecten, etc. Maar er liggen (nog) meer kansen als we de stap durven te zetten van de eOverheid naar de iOverheid. Middels digitaliseringstrajecten. Over de grenzen van de huidige Koninkrijken heen. Gericht op publiek-private samenwerking. Waarbij de onderlinge complementariteit weten te verzilveren. Gericht op een sterke BV Nederland natuurlijk!

Groet, Dirk-Jan
(@complimenten voor je boek!)

Meer over Overheid