Onder welke voorwaarden vindt er geen (dubbele) bijtelling plaats bij een vervangende auto?

De Belastingdienst en de Vereniging van Nederlandse Autoleasemaatschappijen (VNA) hebben afspraken gemaakt over de regels bij het tijdelijk vervangen van een auto van de zaak. Zo hoeven werkgevers geen dubbele bijtelling toe te passen als aan de volgende - stikte - voorwaarden wordt voldaan:
  • In de periode dat de werknemer een vervangende auto tot zijn beschikking heeft, heeft hij zijn eigenlijke auto van de zaak niet tot zijn beschikking. Dat moet schriftelijk afgesproken zijn tussen de werkgever en de werknemer en de werknemer moet de auto, de papieren en de sleutel inleveren bij de werkgever of leasemaatschappij;
  • De werkgever moet de schriftelijke afspraken moeten samen met alle gegevens over de vervangende auto bewaren in de loonadministratie;
  • Als de auto van de zaak van een werknemer vervangen wordt door een andere vervoerssoort, zoals een elektrische fiets of een scooter, moet de waarde in het economische verkeer van het privé-gebruik van dat voertuig als loon in natura gerekend worden;
  • Elke keer als een werknemer een vervangend voertuig gebruikt, kan dat een ander vervangend voertuig zijn;
  • Het maakt niet uit of de werknemer het vervangende voertuig voor zakelijke of privédoeleinden gebruikt.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 108 vragen en antwoorden over Autokosten.