Waar ligt de bewijslast rond het privé-gebruik van de auto?

De inspecteur moet aannemelijk maken dat een auto aan een werknemer ter beschikking is gesteld. Slaagt de inspecteur daarin, dan geldt het vermoeden dat de auto ook voor privé-doeleinden ter beschikking staat. Dit vermoeden blijft bestaan tot de werknemer bewijst (de wet spreekt in dit geval van ‘blijken’) dat de auto op jaarbasis voor niet meer dan 500 km in privé is gebruikt. Voor leveren van dit bewijs kan de werknemer kiezen uit diverse alternatieven: een sluitende rittenadministratie, een schriftelijke afspraak tussen werkgever en werknemer in de vorm van een ‘verbod privé-gebruik bestelauto’ of een ‘verklaring geen privé-gebruik’ van de werknemer.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 108 vragen en antwoorden over Autokosten.