Organisatie filosofie

Columns

Veel grote organisaties hebben het in dit decennium lastig. De pijlers waarop succes werd gebouwd, vertonen sporen van een nare aantasting: groeischeuren. Bij ROC’s, woningbouwverenigingen, banken, heringedeelde gemeenten en ooit gezonde omvangrijke bedrijven zit meer geld in het onroerend goed dan ooit in kas. Ooit waren groter en beter synoniem. Inmiddels weten we beter. Grote scholen zijn niet per definitie betere scholen. Grote banken zijn niet altijd de beste banken. Van een grote schaal wordt je niet blijvend beter. Trendwatcher Adjiedj Bakas zag voor 2012 het begin van de teruggang van de grote jongens. De kleintjes zijn in zijn trendrapport voor 2013 steeds vaker aan zet.

Groter groeien betekende ook anders sturen.

Schaalgrootte had tenslotte schaalvoordeel. Ineens hadden managers een span of control en stuurden ze op gepaste afstand met taakstellende prestatie-indicatoren. Door het groter groeien verdween het zicht op de uitvoering. In sommige gevallen namen we dat voor lief en in andere gevallen bemensten we als tegenhanger afdelingen met controllers en controleurs.

Krimpen is nu het devies.

Ontslag, leaner, meaner en efficiënter. Maar wie heftig afslankt weet dat het vel niet altijd netjes meedoet. De jas die bedrijven zich door de jaren hebben aangemeten, is vaak te ruim als ze besluiten te krimpen. Het Nieuwe Werken scheelt al een jas in het fysieke domein. Een passende reductie in houding en gedrag is al een stuk lastiger. Taai blijven de prestatie-indicatoren gericht op tel- en afvinkbaar.
Gelukkig zijn er wel meer veranderingen in onze huidige maatschappij die duiden op een kerend tij. Het Oude Werken werkt niet meer en Het Nieuwe Werken is te vaak een placebo voor andere kwalen. Dat groter groeien lang gelijk was aan beter worden, komt natuurlijk door onze liefde voor bezit en rendement. Dat is niet alleen de schuld van het Anglo-Amerikaanse denken , maar ook van de Westerse ingesleten gedachte dat je aan bezit rijkdom kunt meten. Of, zoals armoedebestrijders doen, armoede afmeten aan wat iemand bezit. We zouden ook kunnen kijken naar wat iemand nodig heeft om gelukkig te leven…

Wat nu?

Als we dit nu eens vertalen naar hoe wij bedrijven besturen, zou het mooi zijn als we niet sturen en aansturen op wat we telbaar opleveren (bezit), maar wat we bijdragen om onze klanten gelukkig te maken. Je kunt dan wellicht met minder beter worden. Met minder toch bijdragen aan tevreden afnemers.

We zien dit al terug bij gemeenten en bedrijven die minder taak (lees: output gericht) maar meer rolgericht gaan werken. Functiehuizen die langzaam worden gerenoveerd en meer zijn gericht op wat een medewerker bijdraagt dan wat hij of zijn doet.

Disclaimer

Wellicht is een kleine waarschuwing wel op zijn plaats. Het bovenstaande is vrij vertaald naar de visie van filosoof Seneca. Aan het einde van de eerste eeuw van onze jaartelling werd hem bevolen om een einde aan zijn leven te maken. Je kunt je tijd ook te ver vooruit zijn…

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Gerard Jans
Wat een mooie column!
Rijk Binnekamp
Goed verhaal Wilco. Dit is naar mijn overtuiging de kant waar we op moeten! Zie ook http://www.managementsite.nl/30850/organisatiecultuur/missie-kernwaarden.html
E. Uffelen
Nog steeds interessant. Ik moet wel denken aan de 'Boulimisch Nervose Organisatie': https://www.academievoorverwondering.org/post/de-boulimisch-nervose-organisatie-column Dan is het weer dit, dan weer dat. Maar het blijven elke keer weer nieuwe modetrends in het management. Maar jouw punt van anders sturen mag er ook zijn hoor.

Meer over Duurzaam ondernemen