Open data: dé koevoet voor overheidsinnovatie

Cover stories · Interviews

Een kijkje in de keuken van de inmiddels twee eeuwen oude Algemene Rekenkamer. Gehuisvest in een prachtig monumentaal pand aan het statige Haagse Lange Voorhout. Waar je jaarlijks op Prinsjesdag op de eerst rij zit als de Gouden Koets langskomt. Alle ingrediënten dus voor een inspirerend gesprek met de president van de Algemene Rekenkamer: Saskia J. Stuiveling.
Over hoe onverzilverde kansen bij een andere toepassing van informatievoorziening binnen de overheid onze maatschappij op tal van fronten een geweldige boost kan geven. Om zo nieuwe maatschappelijke waarde te kunnen creëren. Maar die handschoen pakken we onvoldoende op. Niet alleen omdat we blijven hangen in oude systemen en structuren, maar vooral in traditionele denkbeelden. "Het is daarom dat ik mijn hoop heb gevestigd om de vijfendertig min generatie. Want die zijn namelijk digi-native: zij zijn ermee opgegroeid. Terwijl jij en ik het hebben aangeleerd Dirk-Jan. Waar wij heel tevreden zijn als we innovatieve oplossingen hebben bedacht, handelen zij veel meer vanuit natuurlijk gedrag. Vanuit zichzelf. Ik ben er dan ook van overtuigd dat de sleutel bij hen ligt."

Dingen goed doen versus de goede dingen doen

Alvorens we de diepte in gaan geeft ze – heel pragmatisch – haar kijk op veranderen weer. ‘Of je verzint het zelf – waarmee je als organisatie ook de regie hebt – of je omgeving dwingt je. Ik ben meer van de eerste school, dat begrijp je zeker wel. Dan ben je namelijk baas in eigen huis. Want kijk, we bestaan nu als organisatie dit jaar precies twee eeuwen. Als we ook in de komende eeuw ons gezag willen laten gelden dan moeten we ook als Algemene Rekenkamer onszelf met enige regelmaat de vraag durven stellen: doen we nog wel de goede dingen en doen we ze dan ook goed genoeg? Want laten we wel zijn: in een wereld die zo aan verandering onderhevig is kun je onmogelijk je ogen sluiten voor de kansen die veranderingen in zich hebben. Zeker als je als land in de top tien wil blijven opereren.’

Boekdrukkunst

‘Kijk maar eens naar de boekdrukkunst. Waarmee we zo’n zeshonderd jaar geleden zijn begonnen. In feite werken we nog steeds volgens dat model. Wel wat verfijnd, maar de grondgedachte is nog hetzelfde. En dat terwijl de technologie (internet) ons een wereld aan kansen biedt. Maar die benutten we mijns inziens nauwelijks, domweg omdat we vast blijven houden aan hoe onze traditionele organisaties zijn ingericht. Willen we de huidige web-based technologie optimaal benutten dan moeten we de stap zetten om onze klassieke lineaire organisatie – ingericht via volgtijdelijke processen en stromen, vaak naast elkaar – te transformeren naar het zogenaamde bloem-model. Waar informatie zich niet meer aan de rand bevindt – en vroeger veelal in de kelder bij stoffige archiefafdelingen –, maar dé spil is waar het allemaal om draait. Anders gezegd: waar informatie het kloppende hart is!

Nog steeds weggezet als ‘techniek’

‘Ik vind het dan ook onbegrijpelijk dat de CIO nog niet overal participeert in het hoogste managementgremium. Zoals we dat in 2007 al hebben geadviseerd als Algemene Rekenkamer. Natuurlijk hebben we in de afgelopen vijf jaar binnen de Rijksdienst mooie slagen gemaakt met de komst van het CIO-stelsel, maar in alle eerlijkheid: het is beperkt gebleven tot bedrijfsvoering. En de collega’s van de primaire processen acteren overwegend nog steeds in dat traditionele lineaire model. Ze denken wel dat ze goed bezig zijn, maar ze zien ICT nog te veel als een soort van veredelde telefoon. Of als we hip doen een iPhone. Maar ze zetten het nog steeds weg als techniek. En juist daar wringt de schoen, want het gaat niet om informatietechnologie, het gaat om informatievoorziening! Om de content dus. Dáár ligt de cruciale stap die nog gemaakt moet worden: informatievoorziening moet gepositioneerd als ‘de aorta’ van de organisatie. En dat moet dan breed gedeeld worden met de omgeving. Ik ben er dan ook van overtuigd dat open data dé koevoet is om de stap te zetten van het verbeteren (optimaliseren) naar het vernieuwen (innoveren). Naar het anders inrichten. Om zo de bestaande systeemgrenzen op te rekken. En het mooie is: die nieuwe web-based technologie maakt het mogelijk om die informatie in de vorm van open data breed beschikbaar te stellen. Waarbij open data een driver kan zijn om zo hele andere businessmodellen te ontwikkelen. Met grote maatschappelijke impact.

Aansprekend voorbeeld vind ik de Engelse zorgsector waar met behulp van open data over voorschrijfgedrag van huisartsen voor minstens 200 miljoen pond bespaard is op medicijnen. Domweg door met behulp van open data verschillen tussen prijzen en kwaliteit te kunnen traceren. Kijk maar eens op www.prescribinganalytics.com waar burgers (tech startups en artsen) middels open data van de National Health Service en de Office of National Statistics zélf kunnen participeren om zo de overheid te helpen om besparingsmogelijkheden te identificeren. 

Maar dat betekent wel jezelf opnieuw durven uitvinden. In de sfeer van: de opdracht is niet om te zien wat nog niemand heeft gezien, maar om te bedenken wat nog niemand heeft bedacht bij wat wij allemaal zien.’

Huh…, open data?  

Onze overheid beschikt over een schat aan data. Publieke data: open data. Die zijn van ons. Veel van deze data zijn relevant voor burgers, ondernemers en medeoverheden. Het gaat hier om data die door computers kunnen worden gelezen en herbruikbaar zijn zonder beperkingen. Dat houdt ook in dat de data geen geld mogen kosten: we hebben er immers al voor betaald via de belastingen! Het vrijgeven van data door de overheid biedt kansen om publieke dienstverlening te verbeteren, om besparingen op te sporen en om de interne efficiëntie van overheidsorganisaties te verbeteren. Als overheden ertoe overgaan hun uitgaven en beleidsresultaten in de vorm van open data aan te bieden, kunnen burgers de activiteiten van de overheid veel directer gaan volgen dan nu het geval is.

Het Amerikaanse Recovery.gov is een prachtig voorbeeldvan hoe open spending een integraal onderdeel is van overheidsbeleid. Via deze website kunnen burgers volgen op welke manier hulpgelden vanuit de America Recovery and Reinvestment Act en hulpgelden voor de schade door Hurricane Sandy worden ingezet. Doel van de website is om transparantie te bieden en om fraude, verspilling en corruptie tegen te gaan. Burgers en media kunnen zo tot op postcode niveau (!) volgen hoeveel hulpgelden er worden uitgegeven. En wat ervan terecht komt. Mooie bijvangst is dat burgers zich meer gecommitteerd voelen – in feite opereren ze als de ogen en oren van het programma – om zo actief een bijdrage te leveren aan de programmadoelen. 

Ander voorbeeld is de bevingskaart van de Groninger Bodem Beweging. Een initiatief dat zich inzet voor de belangen van slachtoffers die schade hebben ondervonden van de gevolgen van de gaswinning. Door onder meer het ontsluiten van grafieken, statistieken en interactieve kaarten die informatie bevatten over de gaswinning en de gevolgen daarvan. Maar ook wie er allemaal langs is geweest – niet alleen partijen als de NAM, maar ook hoogwaardigheidsbekleders als minister Kamp of PvdA leider Samsom – en wat het effect daar dan van was. En het mooie is dat deze site drie typen van informatie bevat: de feiten, de gebeurtenissen en het gevoel.

Van weten naar uitvoeren

‘Maar wat we zien is dat de aangeboden open data van de overheid vooral gaan over wat de overheid weet – denk bijvoorbeeld aan kaartmateriaal, OV-tijden of begrotingscijfers – maar niet zozeer over wat de overheid doet: hoe ze publieke taken uitvoert. Welke activiteiten daarmee worden verricht en wat dat dan in the end oplevert in termen van output of outcome. En juist dat maakt het mogelijk dat burgers met open data hun rol als ‘armchair auditor’ kunnen vervullen. Om zo kritisch mee te kunnen kijken naar de besteding van hun belasting- en premiegeld. Want de technologische ontwikkelingen maken het mogelijk om ontwikkelingen real time te kunnen volgen. En als informatie eerder beschikbaar is, zit je korter op de bal en kun je dus eerder sturen. Volgens mij past dat als geen ander in ons streven om te komen tot een ware participatiemaatschappij: je geeft burger en ondernemers hun verantwoordelijkheid weer terug.

Transparantie in onderwijs

Een sector die  qua open data goed scoort is onderwijs. Kijk maar eens op data.duo.nl. Op dit open dataportaal wordt een groot aantal databestanden met informatie over alle sectoren binnen het onderwijs aangeboden. En dat levert winst op voor zowel de leerlingen en ouders (door inzicht in kwaliteit van onderwijs kan men gefundeerde keuzes maken), de onderwijsaanbieder (kwaliteit wint: gerealiseerde performance, oordeel ouders) als DUO (interne efficiëncy: betere voorlichting, forse afname van aantal gestelde vragen). Nog los van de benefits voor toekomstige werkgevers (sluit het onderwijs wel aan op onze behoeftes?). En deze open data zijn op hun beurt weer een multiplier voor sites als www.10.000scholen.nl of www.scholenkeuze.nl. In de Verenigde Staten is een vergelijkbaar initiatief gestart (Student Right-to-Know act) waarin universiteiten jaarlijks rapportages openbaar maken met daarin niet alleen kwantitatieve (feiten) maar ook kwalitatieve informatie (beoordelingen, effecten, helden) van hun opleidingsaanbod. Het mooie is dat door data zo open aan te bieden er veel gebeurt, dat er sprake is van reuring. Waarbij open data het middel is om te komen tot nieuwe maatschappelijke activiteiten.’

Vijfendertig min

Betekent wel dat we meer denken in kansen en minder verkrampt moeten acteren vanuit control en beheersing. Deftig heet dat overstappen van rule based (bestaande wet- en regelgeving) naar value based (waardecreatie). Niet ‘kan het wel’ of ‘mag het wel’, maar ‘hoe krijgen we het geoperationaliseerd’. En dat is toch een andere benadering. Churchill heeft dat heel mooi gezegd: 'A pessimist sees the difficulty in every opportunity; an optimist sees the opportunity in every difficulty'. Ik twijfel dan ook ernstig of onze huidige populatie van verantwoordelijke bestuurders die draai nog gaat maken. Daarom dat ik mijn hoop heb gevestigd om de vijfendertig min generatie. Want die zijn namelijk digi-native: zij zijn er gewoon mee opgegroeid. Terwijl jij en ik het hebben aangeleerd. Ik ben er dan ook van overtuigd dat de sleutel bij hen ligt. Nog heel even geduld dus…

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Meer over Overheid