Nederland staat op een kruispunt. De waarschuwing van Peter Wennink, voormalig CEO van ASML, is helder en ongemakkelijk: zonder ingrijpende keuzes verliest Nederland structureel aan economische kracht en daarmee aan welvaart. Zijn rapport, vaak aangeduid als Het Akkoord van Eindhoven, is een oproep tot regie, focus en forse investeringen in strategische sectoren. Tegelijkertijd roept het rapport een fundamentele vraag op die verder gaat dan technologie en kapitaal: is een groeistrategie zonder expliciete aandacht voor instituties en het borgen van inclusiviteit wel duurzaam?
Om die vraag te beantwoorden is het nuttig het Wennink-rapport te spiegelen aan het invloedrijke boek (en winnaar van 'The Nobel Memorial Prize in Economic Sciences') How Nations Fail van Daron Acemoglu en James Robinson. Dat boek stelt dat landen niet slagen of falen door hun technologie of investeringsniveau, maar door de kwaliteit van hun politieke en economische instituties. Ik was bijzonder verbaasd om vast te stellen dat het werk van Acemoglu en Robertson ontbreekt in de lijst van opgesomde referenties.
De kern van het Akkoord van Eindhoven
De analyse van Wennink vertrekt vanuit urgentie. Nederland groeit te langzaam om zijn welvaartsstaat, veiligheidsambities en publieke voorzieningen in stand te houden. Productiviteitsgroei stagneert, investeringen blijven achter en besluitvorming is versnipperd. In een wereld waarin geopolitiek, technologie en economie steeds meer verweven raken, is dat volgens Wennink een recept voor irrelevantie.
De oplossing die hij schetst is concreet en actiegericht. Nederland moet kiezen. Focus op een beperkt aantal strategische domeinen – zoals hightech, digitalisering, energie en life sciences – en zorg voor consistente, langdurige investeringen. Dat vergt regie vanuit de overheid, betere publiek-private samenwerking en het wegnemen van praktische barrières zoals regeldruk, netcongestie en talenttekorten. Het Akkoord van Eindhoven staat daarmee voor een nieuw soort nationaal pact: minder vrijblijvendheid, meer richting.
Het sterke punt van deze benadering is de helderheid. Geen abstracte toekomstvisie, maar een oproep tot doen. In een politiek-bestuurlijk landschap dat vaak wordt gekenmerkt door korte termijnen en incidentenpolitiek, is dat verfrissend.
Wat How Nations Fail toevoegt – en blootlegt
How Nations Fail vertrekt vanuit een ander perspectief. Acemoglu en Robinson laten zien dat duurzame economische groei alleen mogelijk is in landen met inclusieve instituties: instituties die macht spreiden, eigendomsrechten beschermen, toegang tot markten openstellen en innovatie mogelijk maken voor brede lagen van de bevolking. Waar instituties extractief worden – waar een beperkte elite de spelregels bepaalt in haar eigen voordeel – stokt de groei vroeg of laat.
Belangrijk is dat het boek waarschuwt tegen technocratische oplossingen. Investeringen, infrastructuur en zelfs geavanceerde technologie leveren weinig op als ze niet zijn ingebed in instituties die legitimiteit, participatie en concurrentie borgen. Groei is geen puur economisch vraagstuk, maar een politiek-institutioneel proces.
De spanning tussen strategie en instituties
Precies hier ontstaat de spanning met het Akkoord van Eindhoven. Het Wennink-rapport is sterk in strategie, maar relatief stil over instituties. Het gaat uit van een daadkrachtige overheid die keuzes maakt en investeringen mobiliseert, maar besteedt minder aandacht aan vragen als: wie profiteert van deze groei, wie betaalt de prijs en hoe blijft draagvlak behouden? Vakbonden bijvoorbeeld en andere sociale gerichte instellingen ontbreken op de lijst van deelnemers aan de klankbordgroep.
Dat is geen detail. Volgens How Nations Fail is inclusiviteit geen bijzaak, maar een randvoorwaarde. Hervormingen die worden ervaren als technocratisch of elitair – hoe rationeel ook – lopen het risico maatschappelijke weerstand op te roepen en daarmee hun eigen effectiviteit te ondermijnen. Kritiek vanuit vakbonden en sociale organisaties op het Wennink-rapport raakt precies dit punt: de vrees dat flexibilisering, efficiëntie en concurrentiekracht ten koste gaan van bestaanszekerheid en sociale cohesie.
Geen tegenstelling, maar een onvolledig verhaal
Toch is het te eenvoudig om het Akkoord van Eindhoven weg te zetten als economisch reductionistisch zoals sommige critici dit uiten. De urgentie die Wennink schetst lijkt reëel. Ook How Nations Fail ontkent niet dat landen moeten investeren, innoveren en zich aanpassen aan veranderende omstandigheden. Technologische revoluties en creatieve destructie spelen hierbij een belangrijke rol. Het verschil zit niet in het doel, maar in de diepte van de analyse.
Waar Wennink vooral kijkt naar wat Nederland moet dóén, stelt How Nations Fail de vraag onder welke institutionele voorwaarden dat doen duurzaam kan slagen. Zonder expliciete aandacht voor inclusiviteit, machtsspreiding en legitimiteit dreigt een strategie die op papier logisch is, in de praktijk fragiel te blijken.
De echte opgave voor Nederland
De werkelijke uitdaging ligt daarom niet in de keuze tussen strategie of instituties, maar in hun combinatie. Nederland heeft zowel de daadkracht van het Akkoord van Eindhoven nodig als het institutionele bewustzijn van How Nations Fail. Grote investeringen vragen om brede legitimiteit. Technologische vooruitgang vraagt om sociale verankering. Regie vraagt om tegenmacht.
Als het Akkoord van Eindhoven wordt gezien als een puur economisch groeiplan, is het onvolledig. Als het echter wordt opgevat als startpunt voor een breder maatschappelijk akkoord – waarin economische strategie expliciet wordt verbonden met borgen van inclusiviteit door instituties – kan het juist een versterking zijn van wat Nederland historisch succesvol heeft gemaakt.
Gerelateerde artikelen
Wakker worden, mensen! Anders komt de economie er nooit meer bovenop!
Bert Overbeek
Het falen van de economie
Willem Mastenbroek
Nieuwe economie? Hoe dan?
Jos Steynebrugh
Economie en welvaart bedreigd vanuit centrumlinks
A.M.A. Goossens
De Nieuwe Economie is springlevend
Fred Akkerma
Deel uw ervaringen op ManagementSite
Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.
SCHRIJF MEE >>
Als u 3 of meer artikelen per jaar schrijft, ontvangt u een gratis pro-abonnement twv €200,--