ICT-strategie op concernniveau

Er is de laatste jaren sprake van een centralisatietendens ten aanzien van ICT-beslissingen in grote organisaties. Meestal is die ingegeven door een hernieuwd streven naar kostenbesparingen en synergierealisatie, bijvoorbeeld na een fusie of overname. Maar waarop is die besluitvorming gebaseerd? Op welke ICT-aspecten heeft die betrekking? En hoe geef je die vorm?

Inleiding

In grote organisaties wordt de ICT-strategie  meestal geformuleerd op meer dan één niveau, bijvoorbeeld op het niveau van de bedrijfsonderdelen en op het concernniveau. De laatste paar jaar is het belang van een goed doordachte concern-ICT-strategie toegenomen, onder meer uit het streven naar kostenreductie en het benutten van synergiemogelijkheden tussen de bedrijfsonderdelen. Het is een lastig thema omdat het veelal door bedrijfsonderdelen wordt uitgelegd als een poging tot (nieuwe) centralisatie door de concernleiding. Er moeten daarom goede argumenten voor zijn: op welke ICT-thema's moet de strategie van het concern zich richten en hoever moet men daarmee gaan? Om de discussie hierover te ontdoen van de machtspolitieke lading is er behoefte aan een instrument waarmee de zaak inhoudelijk kan worden beargumenteerd.
Dit artikel presenteert zo'n instrument, aan de hand van een voorbeeld van een verzekeringsbedrijf. Het betreft een lijn van redeneren (zie afbeelding 1) die hierna kort wordt toegelicht.

Afbeelding 1.  Redeneerlijn om te komen tot een concern-ICT-strategie

Praktijkvoorbeeld Verzekeraar

De redenering wordt in de volgende paragrafen toegelicht aan de hand van een voorbeeld dat is ontleend aan de praktijk. Het betreft een verzekeringsconcern dat is ontstaan uit enkele achtereenvolgende fusies van verzekeringsmaatschappijen. Alle maatschappijen werken voornamelijk via onafhankelijke tussenpersonen. Allen hebben een schadebedrijf, een levenbedrijf en voeren zorgverzekeringen. Een belangrijke drijfveer achter de fusies is synergie: het benutten van schaalgroottevoordelen.

Concernstrategie en samenhang tussen bedrijfsonderdelen

Concern-ICT-beleid werkt alleen als het duidelijk is verankerd in de ondernemingsstrategie en de organisatieprincipes die voor de realisering daarvan worden gehanteerd. De ondernemingsstrategie geeft onder meer aan welke bijdragen van de verschillende bedrijfsonderdelen worden verwacht en hoe de samenhang (synergie) binnen het concern kan worden benut om de resultaten van het totaal te optimaliseren. De vragen die moeten worden beantwoord, zijn onder meer:

  • Welke 'gemeenschappelijkheden' ofwel potentiële bronnen van synergie zijn te onderkennen in de markt (klanten, distributiekanalen), producten (eindproducten, grondstoffen en halffabrikaten, leveranciers), processen (primaire processen en ondersteunende processen) en competenties (kennis en vaardigheden)?
  • Op welke van deze synergiegebieden moet, gelet op de ondernemingsstrategie, worden gestuurd om de gestelde doelen te realiseren? Wat zijn daarin de prioriteiten op korte en lange termijn?

Praktijkvoorbeeld Verzekeraar

De Raad van Bestuur van de verzekeringsmaatschappij wil de fusievoordelen binnen enkele jaren verzilveren. Naast vergroting van de commerciële slagkracht en de operationele efficiency wordt ingezet op kostenbesparingen. Daartoe zijn doelstellingen geformuleerd in het ondernemingsbeleid. Op al deze gebieden verwacht men een forse bijdrage van ICT.De overeenkomsten tussen de gefuseerde partners zijn natuurlijk groot. Alle bedrijven gebruiken het intermediair als distributiekanaal. Er zijn veel overeenkomsten in de productportfolio's, althans in de kern van de producten. Natuurlijk zijn er ook grote verschillen. Sommige verschillen maken het product of het merk nu net onderscheidend ten opzichte van de concurrentie, maar de meeste verschillen zijn toevallig ontstaan. Het is de laatste categorie waar de Raad van Bestuur de aandacht op wil vestigen. Samenhangend met de producten zijn er overeenkomsten in de uitvoerende bedrijfsprocessen, die deels product- en deels cultuurbepaald zijn. Vooral de claimbehandeling en allerlei ondersteunende processen zijn vergelijkbaar. Samenvattend zit de business-samenhang dus in:

  • de tussenpersonen (de klanten van de verzekeringsbedrijven);
  • de producten binnen de categorieën schade, leven en zorg;
  • de bedrijfsprocessen:
    - de kern van de primaire processen (bv. claimbehandeling),
    - productonafhankelijk processen zoals incasso en uitkering.

Organisatie- en besturingsafspraken

Met het oog op de te realiseren strategie bestaan er, al of niet geformaliseerde, afspraken over de taakverdeling tussen concern en bedrijfsonderdelen en over de wijze van besturing, die antwoord geven op de volgende vragen:

  • Op welke gebieden zijn de organisatieonderdelen autonoom, welke onderwerpen zijn gecentraliseerd op concernniveau?
  • Welke type sturing is gekozen vanuit de concernleiding op de onderkende synergiegebieden, bijvoorbeeld volledige uitwerking top-down, alleen kaderstelling of uitsluitend facilitering van de bottom-up samenwerking?
  • Hoe is de synergiesturing ingepast in het sturingsmodel van de onderneming: in het planning&controlproces, de beoordeling- en beloningsystematiek, in het management development programma?
  • Welke basisafspraken zijn gemaakt ten aanzien van uitbesteding aan derden of 'inbesteding' binnen het concern (aan service-eenheden)?

Praktijkvoorbeeld Verzekeraar

De houdstermaatschappij is een managementholding. De samengevoegde verzekeringsbedrijven hebben omzet- en resultaatverantwoordelijkheid. De concernleiding ziet voor zichzelf een sterk sturende rol voor het realiseren van de fusiedoelstellingen. Ook wil zij de directies van de bedrijven aanspreken op hun bijdrage daaraan. Vanuit de top worden daarom kaders gezet voor de financiële planning en verantwoording, het management development en de hoofdlijnen van het personeelsbeleid (waaronder de beoordeling- en beloningsystematiek). Om schaalgroottevoordelen op het gebied van beleggingen te kunnen benutten is een gemeenschappelijk service-eenheid gevormd. Aangezien aan ICT een belangrijke rol wordt toegekend in het realiseren van de synergiedoelstellingen zijn de bestaande ICT-afdelingen samengevoegd in een service-eenheid ICT en laat de concernleiding zich ondersteunen door een stafafdeling informatiemanagement.

Zoals gezegd moet een groot deel van het fusievoordeel voortkomen uit de bedrijfsvoering:

  • harmonisering van producten met behoud van de merkidentiteiten, te bereiken door modularisering van productspecificaties;
  • standaardisatie van werkprocessen zowel in de front-offices, als (meer nog) in de back-offices en zeker in de productonafhankelijke processen;

Men streeft naar een zodanige vormgeving dat op den duur de vorming van gemeenschappelijke service-eenheden voor delen van de bedrijfsvoering mogelijk wordt ('shared service centers').Belangrijk hiervoor acht men het opstellen van een 'bestemmingsplan' (een architectuur), waarin de bedoelde structuur van producten, processen en ondersteunende systemen is uiteengezet. Een tijdelijke afdeling Programmamanagement in de concernstaf zal dit doen en de uitvoering ervan regisseren.

Samenvattend: Het concern stuurt weliswaar op enige afstand, maar stelt strakke kaders en voert zelf de regie over het realiseren van de fusiedoelstellingen.

De ICT-infrastructuur van het concern

Op basis van de besturingsafspraken en de strategische samenhang tussen de bedrijfsonderdelen kan worden vastgesteld welke elementen van de ICT-huishouding gemeenschappelijk moeten worden geregeld, en welke per bedrijfsonderdeel afzonderlijk kunnen worden ingevuld. Hieruit resulteert een visie op de gemeenschappelijke ICT-infrastructuur. Zij ondersteunt de bestaande en toekomstige dwarsverbanden tussen de bedrijfsonderdelen onderling en met de concernleiding/-staf. Zij vormen als het ware de informatie-'lijm' tussen de bedrijfsonderdelen. Het gaat om (gemeenschappelijke) gegevens, applicaties, computerplatforms, communicatiefaciliteiten en de daarvoor benodigde ICT-competenties (deskundigen).

Praktijkvoorbeeld Verzekeraar

De informatievoorzieningen die deel uit moeten maken van de ICT-infrastructuur van het verzekeringsconcern zijn:

  • Gegevens van tussenpersonen, productspecificaties, gegevens over beleggingen, personele gegevens (t.b.v. het MD), financiële gegevens (t.b.v. de consolidatie en sturing).
  • Applicaties:
    - voor het beheren van de relaties met tussenpersonen,
    - voor MD, financiële consolidatie en beleggingen,
    - voor gestandaardiseerde productie- en serviceprocessen (gemodulariseerde producten),
    - voor ondersteunende processen met name de financiële.
  • Platforms: de nadruk ligt hier niet zozeer op de computer- en besturingssystemen maar op de 'middleware' die het mogelijk moet maken oude en nieuwe applicaties en verschillende computerplatforms met elkaar te verbinden.
  • Netwerken: de netwerken worden in elkaar geschoven en op dezelfde protocollen gebaseerd.
  • Organisatie: procedures voor besluitvorming over de ICT-infrastructuur, project- en programmamanagers, architecten voor de opstelling en bewaking van de architectuur.

De concern-ICT-strategie

Op deze ICT-infrastructuurvisie kunnen vervolgens de uitspraken over de concern-ICT-strategie worden gebaseerd. Deze uitspraken bestaan uit:

  • 'harde' directieven, waaraan niet kan worden getornd;
  • richtlijnen, waarvan alleen in bijzondere gevallen en geclausuleerd mag worden afgeweken;
  • 'dringende' aanbevelingen op basis van 'best practices'.

Het zijn overeengekomen kaders en spelregels: 'zó doen we het hier', 'dít moet', 'dát mag niet'. Binnen dit beleid kunnen de verschillende bedrijfsonderdelen hun eigen ICT-plannen maken en realiseren.

Praktijkvoorbeeld

De ICT-beleidsafspraken in het verzekeringsconcern zijn als volgt geformuleerd (het is geen uitputtend overzicht, uitspraken over platforms en netwerken zijn niet opgenomen):
Directieven:

  • de gegevens van tussenpersonen worden dagelijks geconsolideerd in een centrale database die voor alle bedrijven 24 uur per dag toegankelijk is;
  • voor nieuwe (en 'vernieuwbouwde') systemen moet maximaal gebruik worden gemaakt van de gestandaardiseerde middleware-voorzieningen; dit wordt nauwlettend gevolgd door de concern-ICT-architecten;
  • voor de ondersteunende processen op het gebied van financiën, personeel en beleggingen worden unieke applicatiekeuzes gemaakt gebaseerd op een onderzoek naar de 'best of breed' uit de bestaande systemen; de applicaties en daaraan verbonden procesveranderingen worden binnen twee jaar ingevoerd;
  • alle ICT-plannen, -investeringen en -applicatievoorstellen worden door het concernprogrammabureau getoetst op architectuur en 'compliance' aan de doelstellingen.

Richtlijnen:

  • voor primaire schade-applicaties wordt gekozen voor de bestaande applicatie Alpha van bedrijf X; deze applicatie zal binnen een jaar geschikt worden gemaakt voor invoering in alle bedrijven volgens een nog te maken migratieplan; hiervan kan slechts in hoge uitzondering worden afgeweken op basis van een goed onderbouwde business case;
  • hetzelfde geldt voor de leven-applicaties: keuze voor applicatie Beta van bedrijf Y;
  • voor de zorgapplicatie zal binnen een half jaar een keuze worden gemaakt uit de externe applicatiepakketten Delta en Epsilon;
  • oude applicaties voor schade, leven en zorg moeten worden uitgefaseerd; de onderhoudsinspanning wordt geminimaliseerd en uitsluitend in releases uitgevoerd op basis van een business case.

Aanbevelingen:

  • de voorkeur wordt gegeven aan de tussenpersoonapplicatie Kappa van bedrijf Z;
  • het is gewenst dat een uniforme projectmanagementaanpak wordt gehanteerd; aanbevolen wordt de aanpak van bedrijf Y te gebruiken;
  • het is gewenst dat het aantal offertesystemen wordt beperkt; de systemen Pi en Ro van respectievelijk bedrijf Z en bedrijf X genieten de voorkeur.

Het proces van strategievorming

In de voorgaande paragrafen is de redeneerlijn besproken voor het bepalen van de inhoud van de concern-ICT-strategie. Daarnaast is het proces van belang. Het gaat daarbij om de 'spelers' en om de wijze waarop 'het spel wordt gespeeld', zowel op basis van de rationele onderbouwing zoals hiervoor is besproken, als op grond van de machtspolitieke krachtverhoudingen in het concern.

De manier waarop het spel wordt gespeeld, oftewel de mening- en besluitvorming plaatsvindt, wordt wel aangeduid als ICT-governance. Formeel gebeurt dat dikwijls langs de lijnen van het 'strategic control'- proces, via businessplannen en de ICT-plannen die daarvan deel uitmaken. Wat betreft de ICT-infrastructuur vindt de afstemming en besluitvorming plaats in de Raad van Bestuur, of eventueel een ICT-beleidscomité, op basis van voorstellen die voortkomen uit het overleg tussen de ICT-managers (onder leiding van de CIO). Dit leidt dan tot uitspraken en afspraken over de 'concern-ICT', bekrachtigd door de Raad van Bestuur.

Parallel met het 'officiële' proces worden in bilaterale contacten tussen de verschillende spelers de ideeën en standpunten over de relevante ICT-beleidthema's verkend en geplaatst in het kader van de onderlinge machtsverhoudingen. Met andere woorden, er wordt onderhandeld op het grensvlak van autonomie en centraal gezag. Want het gaat natuurlijk om de vraag "wie heeft het voor het zeggen?", oftewel 'centraal versus decentraal'. Een precair evenwicht dat telkens in beweging is, afhankelijk van de invloed van de 'spelers in het spel' en de omstandigheden waarin de onderneming verkeert. In de jaren tachtig en negentig hebben we in de ICT-besturing een verschuiving gezien naar decentraal, als gevolg van de vorming van autonome bedrijfseenheden (business units e.d.) en de ontwikkelingen in de technologie (kleinere computers, lagere kosten per eenheid). Sinds enkele jaren is de omgekeerde trend waar te nemen, dus naar (re)centralisatie. Redenen zijn de meer procesgerichte organisatievormen en ketens (over autonome units heen), de behoefte aan integrale en snellere informatie (systeemintegratie) en, meer recent, kostenverlaging door standaardisatie van ICT.
Maar het evenwicht wordt natuurlijk in belangrijke mate bepaald door de onderlinge machtsverhoudingen en de mate waarin de verhouding centraal/decentraal in beweging is op andere terreinen dan de ICT.

Praktijkvoorbeeld Verzekeraar

De voostellen worden, na veel vijven en zessen, door de Raad van Bestuur overgenomen. Ook wordt besloten een programmabureau in de richten die de regie over de uitvoering gaar voeren. Men gaat voortvarend aan de slag maar reeds na enkele maanden stokt het proces. De werkmaatschappijen (de oorspronkelijke fusiepartners) maken onvoldoende mensen en middelen vrij en blijven deels de eigen ICT-plannen vervolgen in afwijking van de nieuwe ICT-strategie.
Analyse van de situatie door een extern deskundige leidt tot de volgende conclusies:

  • De synergiedoelstellingen waren wel doorvertaald naar een ICT-strategie maar op andere gebieden van de bedrijfsvoering was dit onvoldoende gebeurd. De ICT-strategie was dus geïsoleerd aangepakt en vond uiteindelijk geen draagvlak in de business.
  • Ook de aansturing van de werkmaatschappijen door de top was nauwelijks veranderd. Zij worden net als voorheen afgerekend op hun eigen resultaat en niet (mede) op hun bijdrage aan het concernverband (synergie). De 'incentives' voor de vernieuwing ontbraken dus.

Een forse ingreep van bovenaf is nu onontkoombaar. De Raad van Bestuur besluit de topstructuur te 'kantelen' naar een productgerichte organisatie waarin elke unit diverse merken (van de oude werkmaatschappijen) voert. Er worden diverse mutaties doorgevoerd in de top. De besturingssystematiek en de beoordelingssystemen worden aangepast. De ICT-strategie kan nu meer 'in lijn' met de business-ambities worden gebracht, en het besturingsmodel biedt nu wel de basis voor een succesvolle realisatie.

Een meer centrale aansturing van ICT, gericht op synergierealisatie, vereist uiteraard verankering in de business strategie, en vergelijkbare sturingsmaatregelen op andere gebieden in de bedrijfsvoering:

  • duidelijke synergiedoelstellingen die zijn doorvertaald naar plannen op het gebied van producten, markten en processen, en hun weerslag vinden in de plannen van de autonome business units;
  • aanpassingen in de besturingssystematiek (o.a. besluitvorming, verslaggeving) die het mogelijk maken het synergieproces te monitoren;
  • aanpassingen in de beoordelings- en beloningssystemen die het mogelijk maken individuele managers af te rekenen op hun synergiebijdrage.

Ik sluit af met een paar stellingen ter onderstreping van de conclusies:
Synergierealisatie tussen autonome bedrijfseenheden is alleen mogelijk als:

  1. expliciet wordt gestuurd op synergie door de bestaande besturingssytematiek (besluitvorming, verslaggeving) hierop aan te passen;
  2. managers nadrukkelijk worden 'afgerekend' op hun synergiebijdrage door de bestaande beoordelings- en beloningssystematiek aan te passen.
Prof. drs J. Arno Oosterhaven is management consultant, als partner verbonden aan Rijnconsult/Ordina, en deeltijd-hoogleraar Management van IT aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. 

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Mark
artikeltje
Harold Halewijn
Ik kwam dit oude artikel tegen na een google search. Het is dus waarschijnlijk achterhaald maar mocht de schrijver en nog steeds achterstaan, ik heb wel een belangrijke opmerking.
In de lijn redenatie in het artikel wordt de ICT concern strategie opgesteld nadat de ICT infrastructuur is beschreven (of zelfs vormgegeven). Dat kan natuurlijk niet. De ICT infrastructuur volgt uit de ICT (concern) strategie. Het moet dus andersom.
Zie ook mijn serie van artikelen over het opstellen van een IT Strategie: http://wp.me/p1F7JK-2o

Meer over ICT & Internet