Hokjes hebben een nare bijklank. Met hokjesgeest hebben we het niet over ruime denkers en het open staan voor frisse ideeën. Gedragseconomen, sociaalpsychologen, marketeers en spindoctors weten het al langer: het hokje is een denkfout. Eén van de ontelbare denkfouten die het mogelijk maken om snel te denken. Wat kunnen we doen om niet ongewenst in een hokjesfout te stappen?
Een goede denker
Veel van tegenwoordig werk is denkwerk. Dat brengt een aantal uitdagingen met zich mee die er ‘vroeger’ niet waren. Voor het vergroten van efficiency, het verbeteren van de productiviteit en het managen van kwaliteit kunnen we prima een beroep doen op onze ratio. Vooral als we veel kunnen meten en daardoor weten. Met een handje vol gegevens is dat een overzichtelijke opgave. Steeds vaker krijgen we te maken met lastig meetbare opgaven. Opgaven over het meekrijgen van mensen, het loslaten van oude zekerheden en dingen doen die we niet eerder deden.
Moeilijke keuzen in de zorg, het verdelen van geld over de juiste dingen en het toepassen van andere energiebronnen; allemaal opgaven waar wat ratio kan helpen. Alleen doen we dat vaker niet dan wel. Vooral omdat er veel te veel informatie is om mee te nemen.
Dus zeven we (onbewust) deze informatie en creëren we daar een speciaal hokje voor.
En dat hokje is niet per se waardevol, want het zit vol met informatie die ons eigen beeld bevestigt, informatie die we vaak tegenkomen of om wat voor een reden dan ook opvalt of wel erg veel lijkt op de informatie die we al hebben. Handig bij het beïnvloeden van gedrag van anderen; minder geschikt voor de eigenaar van lastige opgaven.
Van beter denken naar beter kiezen
Eigenlijk houden we helemaal niet van denken en kiezen. Niets doen is daarom gemakkelijker en eigenlijk ook een keuze. Protocollen maken kiezen eenvoudiger en daar zijn we dan ook gek op.
Het bekende laaghangende fruit, ook al is de boom bovenin zo goed als leeg…
Een goede beslisser heeft naast denkkracht ook een gezonde dosis zelfvertrouwen nodig. Maar weet tegelijkertijd ook dat veel van ons zelfvertrouwen eigenlijk een beetje misplaatst is. Misschien maar goed omdat we anders nooit in beweging komen.
Hoe sneller het moet, hoe groter het afbreukrisico en hoe vermoeider we zijn, hoe meer bochten we afsnijden.
Leiding geven aan denken en beslissen
Leiders zijn vaak ook de beslissers en verzamelen daarom goede denkers om zich heen. Of ze nu projecten, programma’s, teams of een hele organisatie leiden. Goed denken betekent vooral objectief zijn en factoren bedenken en benoemen waarop je later wilt beslissen. En daar dan ook een keuze op baseren. Het corona Outbreak Management Team (OMT) houdt los van alle emotie en commotie daarom vast aan vijf criteria die bepalend zijn om al dan niet over te gaan tot versoepeling van maatregelen (https://nos.nl/artikel/2329716-advies-aan-kabinet-dit-zijn-de-voorwaarden-voor-versoepeling-coronamaatregelen.html).
Veel leiders werken echter ook intuïtief. Dat is goed zolang het gevoel van de onderbuik is gebaseerd op vergelijkbare situaties. Maar hoe vaak is dat?
Goede herinneringen zijn schaars omdat ons geheugen regelmatig grote schoonmaak houdt of dingen direct weggooit en niet helemaal bewaart. Vooral zaken in een hokje stopt die opvallen en dan ook nog zonder de details die ooit het verschil maakten.
Veel organisaties waaronder gemeenten, energiebedrijven en zorgaanbieders worden geconfronteerd met vraagstukken die allang niet meer met de vertrouwde voorspelbaarheid en alwetendheid beantwoord kunnen worden.
Werkt de onderbuik met het feilbare geheugen in de nieuwe context dan nog wel?
Kortom: een goede denker is dol op ratio en argumenten. Een betere denker weet dat ons onbewuste eigenlijk niet houdt van denken en het liefst dingen aan het onbewuste overlaat. Of dat handig is in een wereld waar belangrijke veranderingen nodig zijn, is maar de vraag. Bewust zijn van het onbewuste is juist nu belangrijk. De kans is anders erg groot dat we dingen krijgen die we al hadden. Of dat dingen erg verkeerd gaan.