Hoe bouw je een High Performance Bank?

Cover stories · Boeken

ABN Amro. Fortis. Ing. En nu SNS … is het dan allemaal kommer en kwel in de financiële dienstverleningsector? Zijn er dan helemaal geen goede voorbeelden te vinden van organisaties in die sector waar de medewerkers wel passie en vakmanschap vertonen en daarmee ook nog ’s succesvol zijn? Gelukkig wel. Neem het voorbeeld van de Umpqua Bank. De wat voor bank? De Umpqua Bank! In het noordwesten van de Verenigde Staten, nota bene het land waar alle ellende is begonnen, bevindt zich deze middelgrote bank die uitermate succesvol is en weinig last heeft van welke crisis dan ook.

Umpqua Bank: een passie voor excelleren

Hoewel al veel concurrerende banken een bezoek hebben gebracht aan de Umpqua Bank om te kijken of zij deze bank konden imiteren, is geen van hen er in geslaagd om dit succes te herhalen. Een succesvolle organisatie kopiëren betekent nog niet automatisch zelf een High Performance Organisatie (HPO) worden. Een organisatie kan leren van een HPO, maar tegelijkertijd moet zij haar eigen HPO-visie ontwikkelen en deze dusdanig vormgeven dat de visie past bij de specifieke eisen en omstandigheden van de organisatie.

De Umpqua Bank werd in 1953 in Oregon opgericht door zes mensen die toentertijd in de houtkapindustrie werkten. Decennialang was de bank, die toen nog de National Bank of Oregon heette, een kleine instelling met matige winsten. Dit veranderde toen in de jaren ’90 Ray Davis werd aangesteld als CEO. Onder zijn geïnspireerde leiding veranderde de Umpqua Bank in een bedrijf met een waarde van $ 12 miljard, 186 vestigingen in verschillende staten van de VS, een hoge winstgevendheid en een groot marktaandeel, met trouwe medewerkers en een productportfolio waarmee het vele prijzen won. Hoe kreeg Davis dit allemaal voor elkaar? Gelukkig heeft hij zijn benadering niet voor zichzelf gehouden, maar deze beschreven in zijn inspirerende boek getiteld Leading to Growth. Een bijzonder gegeven in het verhaal van de Umpqua Bank is dat haar strategie uniek is in de branche: de bank ziet zichzelf veel meer als een detailhandelaar dan als een aanbieder van financiële diensten. Dat is ook de reden waarom de vestigingen eruitzien als winkels en de medewerkers op cursus worden gestuurd bij grote succesvolle Amerikaanse detailhandelaren en hotels al Ritz-Carlton. Zo leren ze hoe ze hun klanten op een klantvriendelijke manier tegemoet kunnen treden.

De vijf belangrijkste vaardigheden voor managers

Alles bij de Umpqua Bank (processen, producten, beloningssystemen, cursussen) is gericht op het zo goed mogelijk in de praktijk brengen van deze bijzondere strategie. Aanvankelijk werd Davis uitgelachen door zijn collega-bankdirecteuren vanwege zijn afwijkende plannen, maar laten stonden diezelfde mensen in de rij om een bezoek te brengen aan de ‘winkels’ van de Umpqua Bank. Een ander succeselement bij de Umpqua Bank is de kwaliteit van het management, in het bijzonder het feit dat managers rolmodellen voor hun medewerkers zijn. De managers voelen een oprechte passie voor hun klanten, medewerkers en de buurtgemeenschappen (de gebieden waar de winkels zijn gevestigd) en beschikken over de strakke discipline om altijd de belangen van deze mensen te behartigen. Ze geven hun medewerkers veel verantwoordelijkheden en bespreken met hen de resultaten die behaald zijn. Degenen die niet goed presteren, worden aangepakt. De belangrijkste vaardigheden die het bedrijf van een goed presterende manager verlangt, kunnen als volgt worden omschreven:

(1)    het ontwikkelen van een brede visie op de bedrijfsactiviteiten,

(2)    de discipline tonen om vast te houden aan het plan,

(3)    een duidelijke visie hebben op de toekomst van het bedrijf,

(4)    de leiding nemen bij veranderingen, en

(5)    de strategie met succes kunnen doorvoeren. Daarnaast is het geen enkel probleem als mensen fouten maken, zolang ze daar maar van leren.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Umpqua Bank experimenten om zichzelf aantrekkelijk te maken voor klanten niet uit de weg gaat. In het laatste hoofdstuk van zijn boek vat Davies bondig samen waar het allemaal om draait: “In dit boek heb ik mij gericht op hoe een leider groei moet bevorderen – niet omdat het doel is groter te worden, maar omdat het doel is beter te worden. Groei betekent namelijk verschillende dingen. Op een persoonlijk niveau betekent het volwassenheid, zelfinzicht en zelfs wijsheid ontwikkelen. In een organisatie betekent het een beter begrip ontwikkelen van je eigen organisatie en de markten die je bedient, waarbij je sterker wordt dan je concurrenten, je producten en diensten verbetert, en nog veel meer. Elke organisatie moet continu streven naar vooruitgang als zij energiek en van belang wil blijven. Vooruitgang is een reis die nooit eindigt, een waarvoor geen eindpunt is vastgelegd.”

Is dit niet allemaal te mooi om waar te zijn?

Om dit te onderzoeken ben ik zelf, samen met mijn collega van het HPO Center Esther Mollema, naar Portland om een bezoek te brengen aan de vestiging van de Umpqua Bank in het centrum van de stad. Hier volgt ons verslag van dat bezoek.

“Wanneer je een winkel van de Umpqua Bank binnengaat, is er niet zoveel bijzonders te zien. De ruimte is inderdaad groot, en ingericht volgens een niet-alledaags lokaal thema. Er staat een vers kopje koffie klaar, er is een gemakkelijk zitje en er staan zelfs computers met gratis internettoegang. Ray Davis schreef in zijn boek dat mensen van diverse concurrerende banken die de winkels van de Umpqua Bank hadden bezocht al snel tot de conclusie kwamen dat zij dezelfde trucjes konden toepassen. De gemakkelijke zitjes zijn inmiddels te vinden in elke bank in de Verenigde Staten, en er is gratis koffie beschikbaar en gratis internet voor de klanten. Maar toch lijken deze banken in de verste verte niet op de Umpqua Bank. Dat komt doordat het even duurt voordat je in de gaten hebt wat deze bank nou echt anders maakt. Als je bijvoorbeeld het gebouw binnenkomt zie je geen balies met mensen die naar je kijken met een blik van: “Wat komt u doen?” Niemand heeft ook in de gaten dat je een tweede kopje koffie neemt. We zien een zakenman die haastig binnen komt lopen om zijn mobiele telefoon op te laden omdat hij een belangrijk telefoontje verwacht en zijn batterij bijna leeg is. Hij neemt vervolgens een kop koffie en gaat zitten om zijn telefoontje te beantwoorden… en niemand van de Umpqua Bank-partners (zoals de medewerkers worden genoemd) valt hem lastig. Bij de computer drukken twee oudere mannen wat pagina’s af en wisselen wat woorden uit. Even later komen er twee zakenvrouwen binnen. Ze zijn elkaar voor de deur tegengekomen en hebben besloten de winkel in te gaan om in een rustig hoekje verder te praten en wat zaken te doen. En opeens hebben we door wat het is: al deze mensen voelen zich thuis in de winkel van de Umpqua Bank, iets wat we nooit voor mogelijk zouden houden bij een gewone bank. Deze mensen gebruiken de vestiging van de Umpqua Bank als onderdeel van hun dagelijkse routines; de winkel is als het ware onderdeel van hun gemeenschap. De winkel biedt mensen een plek om elkaar te ontmoeten, koffie te drinken en natuurlijk ook wat bankzaken te doen.

Vanaf de zitjes is slechts één partner van de Umpqua Bank zichtbaar. Hij staat naast een soort balie en kijkt iedereen vriendelijk aan, knikt naar de mensen die hij kent, en dat is bijna iedereen. Hij praat met een aantal van hen, niet zozeer over bankzaken maar over de dagelijkse dingen. Hierdoor wordt hij onderdeel van de levens van deze mensen. Hij weet wanneer ze op vakantie gaan of wanneer er een zieke in de familie is. Hij vertelt ons hoeveel hij van zijn werk houdt. Hij heeft vijftien jaar lang in het restaurantwezen gewerkt en de vaardigheden die hij daar heeft opgedaan, zoals contact maken met mensen zonder zichzelf op te dringen, gebruikt hij nu elke dag in de winkel van de Umpqua Bank. Hij kan goed luisteren en weet hoe hij de mensen en hun beslommeringen centraal moet stellen in het gesprek. Door het volgen van cursussen heeft hij meer geleerd over het bankwezen. Hij vindt het geen enkel probleem dat hij soms niet alle financiële details weet, want hij kan altijd te rade gaan bij een van zijn drie collega’s. Hij introduceert ons bij die collega’s, die aan een open balie achter in de winkel staan. Deze partners hebben allemaal een andere achtergrond: één komt uit de hotelbranche, een tweede werkte vroeger in een supermarkt, en een derde heeft ervaring bij een bank opgedaan. Als we de winkel verlaten, weten we dat we kennis hebben gemaakt met de echte Umpqua Bank, en weten we ook waarom dit bedrijf zo bijzonder is. En dat kun je niet kopiëren na een vluchtig bezoekje van vijftien minuten!”

9789089651501-kleinAls bank kun je dus Umpqua niet kopiëren maar je kunt je wel richten op het ontwikkelen van de belangrijkste vaardigheden die dat bedrijf van een goed presterende manager verlangt. Om daarna die vaardigheden op je eigen unieke wijze in te zetten zodat je niet een “Umpqua 2” wordt maar een eigen unieke aparte en vooral klantgerichte Nederlandse bank. En daar zou ik meteen mijn spaargeld naartoe brengen!

André de Waal (1960) is academisch directeur van het HPO Center en auteur van Hoe Bouw Je Een High Performance Organisatie.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Marcel Wiedenbrugge
Lid sinds 2019
Het is eigenlijk wel opmerkelijk dat dit voorbeeld niet veel afwijkt van wat iedere zichzelf respecterende middenstander ook doet / zou doen. Maar kennelijk zijn veel grote winkelketens deze lessen vergeten en worden ze nu weer als 'nieuw' opgevoerd.
Karen Vaartjes
Nog opmerkelijker is dat de huidige bankshops in Nederland er fysiek ook precies zo uitzien! Alleen is het gevoel dat je krijgt als je binnenkomt anders. Het grote verschil zit 'm in de mate van anonimiteit die je ervaart. In Nederland voel je je niet primair welkom, je komt doen waarvoor je kwam en vertrekt weer zo snel mogelijk. Dat ligt zeker niet aan de nieuwe inrichting. Maar wel aan het ervaren contact. Zeker de grootbanken hebben een visie die niet zozeer gericht is op regionale en lokale verbondenheid, centralisatie is nog steeds het adagium, in een poging de kosten te drukken en de controle erop te houden. Rabobank had die lokale verbondenheid wel, maar heeft ook ingezet op verdere centralisatie, met alle gevolgen van dien. Daarnaast blijven grootbanken nog steeds te veel aanbodgestuurd. Vraaggestuurd werken kan alleen als de regionale verbondenheid, slagkracht en autonomie vergroot wordt. En dat vraagt vertrouwen en een andere visie op bankieren.
Hans van der Loo
Umpqua bank is oude kost…

Hoewel het verhaal over de Umpqua Bank al vele malen is verteld, blijft het inspireren. Zo´n bank die vanuit het niets ineens groot wordt en met de grote jongens in de branche mee mag spelen, dat is toch prachtig? En die verrassende strategie, waarbij kantoren voortaan winkels heten. Knap bedacht! En dan de prestaties: een groot marktaandeel, trouwe medewerkers en een productportfolio waarmee keer op keer prijzen worden gewonnen. Dát moet haast wel een ´High Performance Organization´ zijn, zal André de waal gedacht hebben. En hij citeert er lustig op los uit een zes jaar geleden door de CEO van deze bank geschreven boek. Ook heeft hij het met eigen ogen aanschouwd. Die reis moet vóór 2009 hebben plaatsgevonden, want in datzelfde jaar bericht André er al over.

Maar nu even naar de realiteit van vandaag, zoals die opgetekend kan worden uit diverse blogs van medewerkers, klanten en analisten. Dan mt een heel wat minder rooskleurig beeld naar voren. De bank heeft zich de afgelopen jaren knap staande weten te houden. Sterker nog,zij heeft ervan geprofiteerd dat concurrenten omvielen en een aantal van die failliete banken weten over te nemen. Hoewel de omzetten conform de verwachtingen zijn, is de beurskoers van moederbedrijf Umpqua Holdings al ruim dan vijf jaar vlak. Niks ´leading to growth´ dus. Wat haar medewerkersbeleid betreft klinken nog steeds positieve geluiden. De bank is in de meest recente lijst van ´Best Places to Work for´ (Fortune 2013) naar een achtenswaardige 55ste plaats gestegen. Toch is hier ook iets merkwaardigs aan de hand, want het verloop bedraagt momenteel ruim 13%. Blijkbaar toch niet zo´n goede plek om te werken? Als je enkele reviews van medewerkers op internet leest, word je wel aan het twijfelen gebracht. Achter de uiterlijke facade gaan volgens de reviews allerlei negatieve praktijken schuil als vriendjespolitiek, misachting van afdelingen (zoals IT),starre promotieprocedures en uitknijpen van medewerkers door het geven van lage lonen. Het zijn misschien uitzonderingen die de regel bevestigen, maar ze geven in elk geval wel te denken.

Qua merk stelde de bank nooit veel voor en dat is nog steeds het geval: de bank staat op plaats 422 als het gaat om bankmerken. Dan de klanten. Afgaande op de cijfers scoort Umpqua Bank met een 8 goed. Het scoort daarbij overigens niet beter dan ´onze´ Rabobank die in California ook een 8 krijgt. En de score van Umpqua Bank is beduidend minder hoog dan die van haar grootste regionale concurrent die een 8,3 scoort. Maar dat is niet alles. Wie even de moeite neemt om de reviews op internet door te nemen, komt in een regelrecht horrorscenario terecht. ´Klantservice is een nachtmerrie´, ´klantenservice is onacceptabel´, lezen we en de verhalen die volgen liegen er niet om.

Dit alles leidt tot de conclusie dat Umqua Bank een middelmatig tot goede bank is, maar zeker geen ´hoge prestatie organisatie´. Het geeft ook de betrekkelijkheid van zulke labels aan. Omdat ´high performance organizations´ op grond van generieke kenmerken (kwaliteit van managers en medewerkers, lange termijngerichtheid, voortdurend verbeteren en dergelijke) worden benoemd, verliest men belangrijkere, maar ook meer vluchtige kwaliteiten als gedrag en energie uit het oog. Uiteindelijk zijn de prestaties afhankelijk van de energie en het gedrag van mensen, en niet van generieke randvoorwaarden. Het is net als bij een goed restaurant: ook daar worden de feitelijke prestaties niet bepaald door het aantal Michelin-sterren, maar door het kunnen en de inzet van kok en personeel. Als je dit weet, kun je niet meer volstaan met het vertellen van algemene verhalen, maar moet je de feitelijke situatie in het hier en nu bekijken. Jammer van het mooie voorbeeld, Nederlandse banken. Maar jullie hebben al een paar excellente voorbeelden in huis. Wat te denken van Triodos bank met haar torenhoge klanttevredenheidsscore? Of van ASN, toevalligerwijs een onderdeel van SNS?
Tony de Bree
Lid sinds 2019
André,

deze lange column is in principe ok. Allemaal dingen die al heel lang bekend zijn. We weten al heel lang hoe een high performance organisatie er uit zou moeten zien (boeken dateren al uit jaren '80 en '90). Ook het voorbeeld van deze bank was en is binnen de financiele sector in Nederland en daarbuiten al heel lang bekend.

De echte vraag is natuurlijk hoe wordt je van bank met "de baas centraal" tot een bank "met de klant centraal". Een duurzame bank, een converserende bank? Hoe verander of transformeer je op tijd?

Dat is vooral een hele opgave voor de "dinosaurier" grootbanken. Waarbij opvalt dat de inbreng van de Staat c.q. de politiek daar niet zo veel aan heeft veranderd sinds 2007.

Mvg
Tony de Bree
Twitter: @dagboekbankier

p.s.
Voor buitenstaanders zijn ABN Amro. Fortis, ING en SNS misschien allemaal hetzelfde. Als je er al lang inzit weet je dat het 4 hele verschillende organisaties met uiteenlopende kansen en bedreigingen zijn.
Wim Davidse
@Tony en @Hans: ware, belangrijke woorden! Als je iets wilt worden, dan moet zowel het perspectief als het proces (daar naartoe) aanstekelijk zijn! Het moet kloppen én energie geven, in een turbulente omgeving. Laten we stellen dat we HPO willen worden, dat we goed weten wat dat is en dat Umpqua bank – mogelijk niet helemaal terecht dus, maar toch – een goed, levendig voorbeeld van een HPO is. Dat is dan het perspectief. Dan volgt inderdaad de proces-vraag: hoe kun je zo’n HPO worden?

Eerst nog over het perspectief, een urgentie-besef plus een aanstekelijke visie op wat een geweldige onderneming 'voor iedereen' is – een HPO? een onderneming à la Umpqua bank?
Hier kan natuurlijk nog meer fout gaan dan Hans al schetste: veel managers en bestuurders zijn nog steeds monomaan winst/groei/kosten-gericht; ze houden het bij praat-theorie en gaan niet werkelijk veranderen, wat ze zeggen heeft niets van wat en hoe ze doen, en omgekeerd; ze stappen in hun valkuil (veel meer van het mechanistische zelfde); of ze slaan juist helemaal door ‘naar de andere kant’ ipv dat ze gaan zoeken naar de balans en dynamiek brengende uitdaging; het perspectief wordt niet inspirerend verwoord en verbeeld; etcetera.
Hoe dan ook, het perspectief is maar al te vaak afwezig, onduidelijk, geduldig papier, onaantrekkelijk of onjuist.

Na of waarschijnlijk mét dat perspectief moet er een proces op gang komen om het perspectief te realiseren. Een veranderproces dat verloopt (in een sfeer) als in de geschetste gewenste situatie. Dit proces is heel anders dan het met een kleine elite ‘in splendid isolation’ ontwerpen van een blauwdruk en die dan uitserveren! Het meer organische veranderproces bevat veel participatie en delegatie, zowel binnen als buiten de onderneming. Mensen in en buiten de onderneming gaan samen, organisch en gedreven op pad om te veranderen – ontdekken, worstelen, leren, beleven, kiezen, ontwerpen, ontwikkelen, experimenteren, aanpassen – en te ondernemen.
(Wat er in zo'n proces aan ideeën, betrokkenheid, inzet, tempo, energie en ‘gelukkig toeval’ vrijkomt! Daarna is het 'alleen nog' een kwestie van de verandering – continue verbetering en vernieuwing – gericht in beweging houden, voeden, bewaken, belonen.)

Een helder, correct, aanstekelijk perspectief? Check.
Een aanstekelijk proces? Check.
Presteren maar!
André de Waal
Dank voor alle reacties! Laat ik eerst mijn artikel in een breder kader plaatsten, namelijk mijn onderzoek naar de high performance organisatie (HPO). Na eerst vijf jaar besteed te hebben aan het wetenschappelijk uitzoeken van de kenmerken van de HPO, zowel op basis van een uitgebreide literatuurstudie als op een praktijkonderzoek met inmiddels 40.000+ respondenten, zijn de resultaten daarvan neergelegd in vele artikelen, alle te vinden op www.hpocenter.nl. Daarna ben ik 5 jaar op zoek gegaan naar inspirerende voorbeelden van organisaties die al HPO zijn, bezig waren dat te worden, of op onderdelen daarmee bezig waren. Daar verzamelde ik wat ik noem 'best ideas', inspirerende ideeën die de lezer hopelijk op nog betere ideeën kan brengen. Die 'best ideas' heb ik vastgelegd in mijn boek Hoe bouw je een High Performance Organisatie.

In dat kader moet het verhaal over Umpqua Bank worden gelezen. Het gaat er niet zozeer om of Umpqua een HPO is of niet meer is, en zelfs niet of het al een bekend verhaal is, het gaat erom wat voor 'best ideas' we er kunnen verzamelen die ons inspireren om het zelf ook beter te doen. De geschiedenis leert ons dat de HPOs die werden genoemd in boeken als In Search of Excellence en Good To Great dat nu vaak niet meer zijn. Dat heeft ermee te maken dat veel van deze organisaties, om wat voor reden dan ook, niet meer gedisciplineerd bezig zijn met hun eigen goede ideeën. Maar dat maakt die ideeën niet minder waardevol! En daarmee kunnen wij ons voordeel doen ...

Meer over Innovatief organiseren