Grenzeloosheid: Wanneer flexibiliteit ontspoort

Columns

In een wereld die constant verandert, lijken flexibiliteit en aanpassingsvermogen de heilige graal te zijn voor organisaties en medewerkers. Veel bedrijven adverteren met "flexibele werkregelingen" en streven naar wendbaarheid, terwijl medewerkers steeds vaker hun werk-privébalans willen beschermen.

Wat betekent het om flexibel te zijn, en hoe verhoudt dit zich tot aanpassingsvermogen? En waar ligt de grens tussen gezond aanpassen en grenzeloos worden?

Wendbaarheid is de kunst om te veranderen zonder zichzelf te verliezen.

Het verschil tussen flexibel en aanpassingsvermogen

Hoewel flexibiliteit en aanpassingsvermogen vaak door elkaar worden gebruikt, zijn het verschillende concepten.

Flexibiliteit is proactief en structureel: het vermogen om ruimte te creëren binnen bestaande kaders en processen. Dit gaat bijvoorbeeld over het aanpassen van werktijden of taken om tegemoet te komen aan individuele of organisatorische behoeften.

Aanpassingsvermogen daarentegen is reactief en gedragsgericht. Het is de vaardigheid om effectief om te gaan met onverwachte veranderingen of onzekerheden, zonder dat er vooraf duidelijk is hoe deze te managen zijn. Waar flexibiliteit binnen de kaders blijft, vraagt aanpassingsvermogen soms om het volledig loslaten van structuren.

  • Voorbeeld van flexibiliteit: Een organisatie laat medewerkers hybride werken, zodat ze thuis kunnen blijven op dagen dat dit beter uitkomt.
  • Voorbeeld van aanpassingsvermogen: Tijdens een plotselinge lockdown schakelt een bedrijf binnen een week volledig over op digitaal werken, ondanks dat dit voorheen geen onderdeel was van de cultuur.

Het verschil tussen deze twee begrippen is essentieel om een gezonde balans te bewaren in organisaties. Beide zijn waardevol, maar onbegrensde flexibiliteit of een constant beroep op aanpassingsvermogen kan leiden tot overbelasting.

Flexibiliteit: Buigen zonder breken

Flexibiliteit in organisaties biedt medewerkers de ruimte om te groeien en zichzelf te organiseren op een manier die past bij hun persoonlijke situatie. Denk aan aangepaste werktijden, thuiswerken, of de mogelijkheid om te experimenteren met nieuwe werkwijzen.

Een goed voorbeeld hiervan is Randstad Nederland, die een duidelijk beleid hanteert rond flexibel werken. Medewerkers weten hoe zij werktijden of werkplekken kunnen aanpassen volgens de Wet flexibel werken (Wfw), wat zowel structuur als vrijheid biedt.

Zoals Randstad het formuleert:
"Flexibiliteit is geen vrijheid-blijheid. Het gaat om heldere afspraken, waarbij de behoeften van zowel werknemer als werkgever centraal staan. Zo blijven we wendbaar én effectief."

Deze balans maakt flexibiliteit werkbaar: de veer buigt, maar breekt niet.

Grenzeloosheid: Wanneer flexibiliteit ontspoort

Wanneer er geen duidelijke grenzen zijn, kan flexibiliteit doorslaan naar grenzeloosheid. Dit gebeurt bijvoorbeeld als medewerkers constant beschikbaar moeten zijn of als werk en privé volledig in elkaar overlopen. Grenzeloosheid put mensen uit, omdat er geen ruimte is om terug te veren.

Een anonieme medewerker verwoordde het treffend:
"Het lijkt alsof je vrijheid krijgt, maar in werkelijkheid is er geen structuur. Uiteindelijk weet je niet wat er wel en niet kan, en dat maakt flexibel werken juist stressvol."

Ook speelt de cultuur een rol. In organisaties zonder expliciet beleid voelen medewerkers zich vaak schuldig als ze niet direct reageren op een bericht, zelfs buiten kantooruren. Uit onderzoek blijkt dat 64% van de Nederlandse bedrijven geen helder flexibel werkbeleid heeft, wat onduidelijkheid en frustratie veroorzaakt (HR Praktijk, 2023).

Aanpassingsvermogen: Wendbaarheid in onverwachte situaties

Aanpassingsvermogen is een waardevolle eigenschap die vooral wordt getest in tijden van grote veranderingen, zoals een reorganisatie, economische crisis of pandemie. Anders dan flexibiliteit, dat draait om maatwerk binnen bestaande structuren, vraagt aanpassingsvermogen om mentale en emotionele wendbaarheid. Medewerkers moeten omgaan met onzekerheid en complexiteit zonder direct te weten hoe de situatie zich zal ontwikkelen.

Jongere medewerkers, vaak afkomstig uit Generatie Z of millennials, zijn hier meestal beter in getraind. Ze omarmen technologie en zijn gewend aan snelle veranderingen.

Zoals een jonge medewerker van een tech-startup zegt:

"Ik wil mijn werk op mijn eigen manier en tijd doen, zolang ik mijn deadlines haal. Dat is voor mij pas écht flexibel."

Voor oudere medewerkers ligt de uitdaging meer in het omgaan met disruptie. Zij waarderen voorspelbaarheid en duidelijke structuren, en aanpassingsvermogen vraagt soms meer van hun mentale veerkracht.

Zoals een ervaren medewerker uit de financiële sector stelt:

"Ik werk graag flexibel, maar ik wil wel dat mijn werkdag stopt om 18.00 uur. Daarna is mijn tijd voor mijzelf en mijn familie."

Hoe organisaties balans vinden

De kunst is om flexibiliteit en aanpassingsvermogen te combineren zonder grenzeloos te worden. Dit vraagt om duidelijke communicatie, grenzen en maatwerk per medewerker.

  1. Flexibiliteit bevorderen door structuur:
    • Maak beleid zoals Randstad dat doet: helder en toegankelijk. Medewerkers moeten weten wat er mogelijk is en hoe ze flexibel kunnen werken zonder overbelasting.
  2. Grenzen aan beschikbaarheid:
    • Stel expliciete grenzen aan werkuren en bereikbaarheid. Bijvoorbeeld: “Na 18.00 uur is e-mailrespons niet verplicht.” Dit voorkomt grenzeloosheid.
  1. Aanpassingsvermogen versterken:
    • Train medewerkers in het omgaan met verandering. Denk aan workshops over stressmanagement of het gebruik van technologie. Dit ondersteunt vooral oudere werknemers die moeite hebben met disruptie.
  1. Leiderschap als voorbeeld:
    • Leiders moeten zelf het goede voorbeeld geven. Als een manager ’s nachts berichten stuurt, zendt dat een boodschap van grenzeloosheid. Laat zien dat het oké is om grenzen te hebben.

De les van de veer

Flexibiliteit en aanpassingsvermogen zijn als een veer: ze moeten buigen zonder te breken. Flexibiliteit biedt de ruimte om te bewegen binnen structuren, terwijl aanpassingsvermogen helpt om onvoorspelbare situaties het hoofd te bieden. Maar overbelasting, of het nu door grenzeloosheid of constante verandering komt, laat zelfs de sterkste veer breken.

Meer over Agile werken en Wendbaarheid