Durf brengt leiders naar de top, nederigheid houdt ze daar

Columns

Herman van den Broeck gebruikt het inspirerende refrein uit een lied van Leonard Cohen om zijn kernboodschap te verwoorden: “Ring the bells that still can ring, forget your perfect offering, there is a crack in everything, that’s how the light gets in”. Als specialist in verandermanagement en emotionele intelligentie is Van den Broeck ervan overtuigd dat krachtige leiders mensen zijn die beseffen dat elke barst nieuw licht laat schijnen. Hij ontdekte de kenmerken die bijdragen aan ‘beyondership’: uitstijgen boven gemiddeld leiderschap.


De verandersleutel

Uitstijgen boven gemiddeld leiderschap begint voor Van den Broeck bij een open geest, die in staat is tot flexibiliteit en creatief denken. Hij stimuleert zijn gehoor daarom te luisteren naar zijn verhaal, maar vooral de eigen ideeën die daarbij opborrelen te noteren. Want dát zijn volgens hem de zaadjes voor veranderingen die impact kunnen hebben in de organisaties waar we werken.

Van den Broeck stelt dat weten – in de zin van kennis – veel minder belangrijk is dan het vermogen tot aanpassen aan veranderende omstandigheden.

Volgens hem schuilt de sleutel tot beyondership in adaptiviteit. Goede leiders houden rekening met de onvoorspelbaarheid van de economie. Toch bijten veel organisaties zich nog te graag vast in hun uitgezette koers en bijbehorende managementmodellen, functieprofielen en controlesystemen. Maar waarom het bedrijf inrichten alsof het altijd in die vorm blijft bestaan, terwijl de omstandigheden voortdurend veranderen?

Durf te stoppen

Zelfs als iets niet (meer) goed werkt, hebben we het oeverloos moeilijk met stoppen, merkt Van den Broeck binnen het bedrijfsleven. Terwijl juist stoppen – net als in de natuur – tot nieuwe opbloei kan leiden. De intenties van ingezette bewegingen zijn vaak prima, alleen overzien we de effecten niet. Daarom is bijsturen volgens de Vlaamse professor essentieel: als je faalt – en dat gebeurt – durf dan fouten te omarmen, ervan te leren en bij te stellen.

Wees de beste kok

Creatief meebewegen – kunnen stoppen & bijsturen als dat nodig is – vraagt ook om een houding van durf en nederigheid tegelijk, in de zin van: luisteren naar feedback en daar werkelijk iets mee doen. De verkramptheid in systemen doet organisaties de das om, waarschuwt de professor. Neem een voorbeeld aan de beste koks: zij laten bestaande recepten los, durven te experimenteren en stellen gerechten meteen bij als de smaak niet goed uitpakt, zodat hun keuken succesvol blijft verrassen en vernieuwen. Zelfs – of juist – als bepaalde ingrediënten ontbreken en de koks moeten improviseren.

Zekerheid versus creativiteit

Het is helder dat systemen, regels en controledwang innovatie en flexibiliteit in de weg kunnen staan. Van den Broeck benadrukt dat iets van structuur altijd nodig is: een ondersteunend kader voor medewerkers om hun flexibiliteit en creativiteit te ontplooien. Een kader dat hen ruimte geeft om krachten te laten groeien, in plaats van zwaktes bij te schaven. Helaas versterken veel organisaties impliciet de behoefte aan duidelijke regels.

Want wie krijgen bij bedrijven de bonussen en de promoties? Meestal de collega’s die in de pas lopen, in plaats van de mensen die met vallen en opstaan proberen te verbeteren en te vernieuwen.

Zet de 'leadhorse' tijdig in

Het is aan leiders om creativiteit de ruimte te geven. Dat is lastiger als managers – vooral degenen in de tussenlaag – zelf vastzitten in systemen, omdat ze worden afgerekend op targets en cijfers. Natuurlijk zijn voorspelbaarheid en stabiliteit soms wenselijk, bijvoorbeeld als je auto’s of andere producten fabriceert waarbij gestandaardiseerde kwaliteit van belang is. Maar zodra regels te beperkend en vermoeiend worden – vergelijkbaar met de 'wheeler', het sterkste paard dat de koets voorttrekt en daarom strak vastzit – is het volgens Van den Broeck zaak om over te schakelen op de' leadhorse': het jongere, dartele paard dat voorop loopt en méér ruimte en flexibiliteit heeft. Vertaald naar het bedrijfsleven zijn leadhorses slagvaardige projectteams die los van de strakke standaarden en de geldende regels aan de slag gaan met innovatie. Zij zorgen ervoor dat organisaties tijdig en fris nieuwe wegen inslaan.

Ken uzelf

Voor leiders is het wijs om voor zichzelf te bepalen of zij meer een 'wheeler' of een 'leadhorse' zijn. Houden ze de voeten stevig op de grond en tellen vooral continuïteit, zekerheid en stabiliteit zwaar? Of zijn ze actief op een speelse, avontuurlijke manier, vanuit de behoefte om te verkennen, te ontdekken en mee te bewegen met veranderingen? Beide zijn nodig. Wél is het nodig om te weten waar van nature je rol ligt. Dat geldt ook voor het verschil tussen de individualistische en holistische benadering. Zit de winnaarsmentaliteit in je DNA en wil je vooral de stoerste, grootste en beste zijn? Of betekent leiderschap voor jou vooral solidair, loyaal, duurzaam en systeemgericht bijdragen aan het grote geheel?  Totaal dus vier belangrijke rollen.

Co-creëren is de uitdaging

Van den Broeck daagt uit om vast te stellen welke aspecten binnen je functie ruimte bieden om de rol te vervullen die bij je past. Hij stimuleert bovendien co-creatie met de collega’s die sterk zijn in andere rollen. Dat inzicht kan voor doorbraken zorgen. Want zelfs al zit iedereen op één lijn qua visie en doelen, de werkwijze in de uitvoering kan flink verschillen. Bovendien is de omgeving voortdurend aan verandering onderhevig en dus onvoorspelbaar. Van den Broeck blijft het benadrukken: om daarin te kunnen meebewegen, is adaptiviteit cruciaal. Iets waarvoor we de vier rollen  hard nodig hebben.

Anticiperen op nieuw licht

Een ‘beyonder’ kent zijn eigen waarden, weet hoe het zit als het erop aan komt en durft ook ‘nee’ te zeggen. In die stevige basis schuilt de kracht van deze leiders, terwijl ze tegelijk in staat zijn om de automatische piloot van hun brein uit te schakelen en creatief te denken als dat nodig is. In enkele oefeningen laat Van den Broeck ervaren hoezeer de automatische piloot het flexibele, oplossingsgerichte denken in de weg kunnen zitten. Vasthouden aan patronen breekt op. Al kan zelfs dat goed nieuws zijn, want Leonard Cohen zingt immers: vroeg of laat vertoont alles een barst, maar diezelfde barst laat nieuw licht schijnen! Wie dat beseft en daar goed op inspeelt, heeft de toekomst.

Blijf meanderen

Tot slot haalt Van den Broeck nog een inspirator aan wiens TED-talk hij adviseert: Dixie Dansercoer, een Vlaamse poolreiziger die vertelt hoe het poolijs voortdurend verschuift, waardoor hij steeds zorgvuldig andere wegen moet kiezen om zijn doel te bereiken. Ook het managen van organisaties is geen kwestie van straight forward; het gaat om jezelf zo goed mogelijk voor te bereiden en dan 'blijven meanderen'. Wie daar goed in is, hoeft alleen nog uit te kijken voor de valkuil van het ego. 'Want durf brengt leiders aan de top, maar het is nederigheid die hen daar houdt', stelt Van den Broeck. Daarom sluit hij af met de – misschien wel belangrijkste – quote van een onbekende:

Work for a cause, not for applause. Live life to express, not to impress. Don’t strive to make your presence noticed, just make your absence felt”.

f10014grotecover452x286003Deze column is een samenvatting van een hoofdstuk uit het Ebook ‘Psychologie voor managers’.
Download gratis

 

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Branko Lastdrager
Dat in een tijd van exponentiele verandering de woorden van Darwin opgeld doen mag geen verbazing wekken. Het zijn niet de sterksten of de meest intelligente, maar diegenen die zich het best kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden. En als die omstandigheden, gelijk het poolijs, steeds sneller wijzigen, dan is het zaak steeds sneller te kunnen adapteren. Om steeds sneller en eenvoudiger te kunnen veranderen (opgeven, afstaan en onthechten) van rol, plek, plaats, positie, instelling en opstelling.

Dat vraagt tegelijkertijd ook dat je steeds makkelijker kunt omgaan met de daarbij vrijkomende weerstand, van zowel de buitenwereld als vanuit jezelf. Heb je net met een enorme dosis ambitie en wilskracht, danwel met veel bluffen en blaffen, de top van de piramide bereikt. Zou je op die plek aangekomen jezelf opeens moeten kunnen wegcijferen en juist nederigheid en volgzaamheid moeten leven.

De gegeven oplossing voor dat dilemma lijkt voor de hand te liggen. Er worden vier rollen of paarden beschreven, met de boodschap je te berusten in het soort paard dat je bent. Dat lijkt haaks te staan op de oproep om nu juist adaptiviteit te omarmen en het gemiddeld leiderschap (whatever that me be?) te overstijgen. Een oproep die overigens voor ons allen geldt en niet alleen voor leiders en leidinggevenden.

Het is prima om bijvoorbeeld door zelfreflectie te erkennen en waarderen dat jij en anderen een eigen instelling, stijl en inbreng hebben. Wil je echter 'beyondership', of anders gezegd, wil je je sneller, makkelijker en eenvoudiger kunnen aanpassen en boven jezelf uitstijgen? Dan zal je ook de andere paarden die je schijnbaar niet bent, in jezelf moeten gaan (h)erkennen en waarderen. Want of het nu gaat om het dartele paard, het werkpaard of de showpony, het zit allemaal in je.

Meer over Agile werken en Wendbaarheid