Amsterdam pakt afvalinzameling (opnieuw) aan

De Amsterdamse stadsreiniging die het afval inzamelt en de stad schoon moet houden, kampt met grote problemen. Een hoge werkdruk, stijgend ziekteverzuim, kapotte voertuigen, hoge kosten en medewerkers die sinds enkele jaren door de hele stad moeten werken in plaats van in een eigen vaste wijk, wat ten koste gaat van gevoel van veiligheid en trots. Dat blijkt uit gesprekken met medewerkers en onderzoek door AT5 en een nieuw belevingsonderzoek.

Wat gaat er niet goed?

Hoewel de stad gemiddeld nog steeds voldoet aan de vastgestelde reinigingsnormen, zijn er steeds meer plekken waar afval zich opstapelt en de leefbaarheid onder druk staat. De oorzaken zijn bekend: meer bezoekers, meer wegwerpverpakkingen en verkeerd aangeboden afval. In een raadsbrief schetst het college hoe het hier terecht is gekomen en welke koers nu wordt ingezet om de stad toekomstbestendig schoon te houden.

Tot 2018 waren de stadsdelen zelf verantwoordelijk voor afval en reiniging. Dat leidde tot een lappendeken van werkwijzen, systemen en materieel. Met de centralisatie van afvalinzameling en reiniging, en later ook de extra taken na de AEB-crisis, moest in korte tijd een centrale sturing worden opgebouwd. Die transitie viel samen met corona, waardoor de hoeveelheid afval met circa 25% toenam terwijl de organisatie grotendeels op afstand moest worden aangestuurd. Dat heeft diepe sporen nagelaten in processen, werkdruk en organisatiecultuur, volgens het college.

Ook meldt het college dat het gemeentelijk wagenpark niet kan verduurzamen als er door netcongestie geen laadpalen kunnen komen op de gemeentewerven. Het gevolg kan zijn dat circa 700 voertuigen blijven rijden op benzine en diesel...

De benchmark

Een benchmarkonderzoek in 2024 liet zien dat Amsterdam structureel meer uitgeeft aan afvalinzameling en reiniging dan vergelijkbare steden. Een eenvoudige vergelijking met Rotterdam en Den Haag bleek echter onmogelijk: verschillen in administratie, organisatie en stedelijke context maken appels-met-perenvergelijkingen onbetrouwbaar. De conclusie was daarom niet dat Amsterdam “te duur” is, maar dat verdere professionalisering nodig is om beter inzicht te krijgen in kosten, prestaties en effecten.

Nieuwe maatregelen

De gemeente zet nu in op drie grote veranderingen. De eerste is het terugdringen van het ziekteverzuim, dat vooral bij Afval & Grondstoffen zorgwekkend hoog is. Er wordt ingezet op een gezonder werkklimaat, modernisering van het wagenpark, duurzame inzetbaarheid en voortdurende scholing. Tegelijkertijd wordt actief geworven om voldoende chauffeurs en uitvoerende medewerkers aan te trekken en te behouden.

De tweede grote stap is de invoering van gebiedsgericht werken. In plaats van een focus op losse capaciteitsinzet, gaan teams zoveel mogelijk in vaste gebieden werken, met vaste voertuigen en bekende routes. Voor de reiniging start dit per januari 2026 met nieuwe roosters; voor de afvalinzameling volgt dit vanaf juni 2026, inclusief vaste standplaatsen. Het idee is dat medewerkers meer eigenaarschap krijgen, efficiënter kunnen werken en beter samenwerken met collega’s uit andere disciplines. Voor bewoners betekent dit herkenbare gezichten in de buurt en kortere lijnen bij vragen of meldingen.

De derde pijler is intensievere samenwerking tussen afvalinzameling, reiniging en handhaving. De gemeente werkt aan gezamenlijke werkprocessen voor meldingen, route-afstemming en de aanpak van bijplaatsingen. Nu worden meldingen nog te vaak doorgeschoven zonder directe actie. Door integraler te kijken naar ‘schoon op straat’ moet de dienstverlening sneller en consistenter worden. In sommige stadsdelen zijn al gezamenlijke dagstarts ingevoerd; dit wordt verder uitgerold.

Er komt geen aparte centrumorganisatie voor afval en reiniging. Volgens het college zou dat schaalvoordelen en flexibiliteit ondermijnen en juist nieuwe onrust veroorzaken in een toch al kwetsbare organisatie.

Een schonere stad: dat kost tijd

Een schonere stad vraagt niet alleen om meer handhaving of nieuwe containers, maar om een goed functionerende uitvoeringsorganisatie en betrokken bewoners en ondernemers. De ingezette veranderingen kosten tijd en zullen enkele jaren vergen. Snelle winst is mogelijk op onderdelen, maar structurele verbetering vraagt rust, consistent beleid en blijvende aandacht voor de mensen die de stad elke dag schoon houden.

Zijn de voorgestelde maatregelen voldoende voor een schonere stad? Er is meer nodig, veel meer. De stedelijke circulaire economie vraagt om intensieve samenwerking tussen overheid en markt om circulaire processen echt mogelijk te maken. Het gaat verder dan inzameling en schoon vervoer: gedeelde data, digitale productpaspoorten en lokale netwerken voor hergebruik en reparatie zijn essentieel.

Circulaire stedelijke systemen zijn dynamisch en vereisen nieuwe technologie, innovatieve verdienmodellen en actieve betrokkenheid van burgers. Logistiek is slechts één onderdeel; sociale waarde en schaarste aan grondstoffen zijn minstens zo belangrijk. Er bestaat geen blauwdruk: experimenteren, samenwerken en volhouden zijn noodzakelijk. Circulaire modellen kunnen duurzaam én rendabel zijn, mits met de juiste partners wordt gewerkt en kritisch wordt gekeken of eigen inzameling wel een kerncompetentie is.

 

Lees ook: Afval inzamelen in steden: kan het beter?

Deel uw  ervaringen op ManagementSite

Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.

SCHRIJF MEE  >>

Als u 3 of meer artikelen per jaar schrijft, ontvangt u een gratis pro-abonnement twv €200,--