Bureaucratische organisaties zijn niet wijs

Columns

Steeds vaker raken bureaucratische organisaties de verbinding met hun omgeving kwijt. Banken, zorgverzekeraars, belastingdienst en het onderwijs zijn voorbeelden daarvan. Met regelmaat komen ze negatief in het nieuws. Zo kreeg buurtzorg bij zorgbudget overschrijding geen vergoeding voor het overschreden bedrag ondanks dat ze 40% goedkoper opereren dan traditionele organisaties. Hierdoor belanden ze in de rode cijfers. Artsen zijn 25% van hun tijd met administratie bezig. Dit geldt voor verpleegkundigen en onderwijzers idem dito. Bureaucratie is een last geworden i.p.v. dat het ondersteuning biedt.

Niet de klant maar het systeem staat centraal. De kreet “klantvriendelijkheid” of de klant centraal stellen is binnen deze organisatievorm een farce.

Bureaucratische organisaties zijn rationeel, kil en efficiënt

Bureaucratische organisaties blonken nooit uit in menselijkheid en wijsheid. Regels en kille cijfers regeren. Ze zijn rationeel, kil en efficiënt. Door verregaande digitalisering verdwijnt het laatste restje menselijkheid en wijsheid. Niet alleen zijn deze organisaties ziekmakend voor hun omgeving maar ook voor de mensen die erin werken. Het ziekteverzuim binnen bureaucratische organisaties vertoond uitschieters van 15%. Dit zijn duidelijke tekenen dat dit soort organisaties niet meer van deze tijd zijn.

Het denken en doen is gescheiden

Een van de belangrijkste kenmerken van bureaucratische organisaties is, dat ze het denken en het doen hebben gescheiden. Hierdoor is er een omgeving ontstaan waar de kille academische intelligentie zich thuis voelt. Het brein van de organisatie zijn de managers en de medewerkers de uitvoerenden. De scheiding tussen denken en doen heeft de wijsheid doen verdwijnen.

Wijsheid ontstaat in het grensgebied tussen denken en doen.

Wijsheid is het resultaat van langdurig werk en leerervaringen in een bepaalde context. Daar horen fouten maken bij, experimenteren, evalueren, keuzes maken, handelen en verantwoordelijkheid nemen. Dit zijn elementen die in bureaucratische organisaties worden vermeden. Vandaar dat bureaucratische organisaties er niet wijzer op worden. Zij zullen voorbij worden gestreefd door platte zichzelf organiserende organisaties die steeds wijzer worden.

Vrouwen voelen zich niet thuis in bureaucratieën

Wijsheid is een andere vorm van intelligentie en kan omgaan met verschillen. Wijsheid is ook invoelend, flexibel, verbindt en kan omgaan met gelijkwaardigheid. Deze eigenschappen passen niet in een bureaucratie en worden geweerd. Dit zijn ook meer de vrouwelijke eigenschappen. Het is dan ook niet vreemd dat er minder vrouwen aan de top zitten van bureaucratische organisaties ondanks alle politieke inspanningen.

Vrouwen voelen zich meer thuis in platte zichzelf organiserende organisaties

Platte zichzelf organiserende organisaties hebben de scheiding tussen doen en denken opgeheven. Fouten maken, experimenteren, evalueren, keuzes maken, handelen en verantwoordelijkheid nemen zijn normaal binnen deze organisaties. Vrouwen voelen zich thuis in deze organisaties waar ze hun gevoel met het denken mogen verbinden. Hierdoor worden deze organisaties met de jaren wijzer.

De missie centraal

Om zelforganisatie mogelijk te maken is het belangrijk dat de missie centraal staat. Dus niet de klant, medewerkers of aandeelhouders. Iedereen, zelfs klanten zijn onderdeel van het organisatiebrein. De groeiende wijsheid van deze organisaties zal bureaucratische organisaties zonder wijsheid achter zich laten. Doordat vrouwen zich meer thuis voelen in deze nieuwe organisatievorm zal de man/vrouw balans herstellen, precies zoals de natuur dat heeft bedoeld.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Branko Lastdrager
Het lijkt oppervlakkig gelezen een logisch verhaal, maar dat is het in mijn ervaring niet. Het geheel hangt als los zand aan elkaar, waarbij stellingen en aannames tezamen met verschillende thema's ogenschijnlijk als vanzelfsprekend aan elkaar verbonden worden. Het zou mij als lezer helpen wanneer het geheel in meerdere opeenvolgende artikelen was beschreven. Niet alleen voor het extra leesplezier, maar vooral ook om als lezer mee te kunnen gaan in de gedachtegang en onderliggende toelichting (of ervaringen uit onderzoek) van de auteur.

Wat verstaat de auteur bijvoorbeeld onder een BO en waarom zijn banken daar een goed voorbeeld van? Raken die nu inderdaad de verbinding kwijt met de omgeving en waar blijkt dat uit? Is het erg dat denken en doen gescheiden zijn in een BO? Wat zijn daar de positieve en negatieve effecten van?

Waar zijn BO's het symptoom van? Zijn zelfsturende organisaties automatisch de doodssteek van danwel de oplossingsvariant voor een BO? En worden 'vrouwelijke' eigenschappen werkelijk geweerd in een BO? Dat er minder vrouwen aan de top van een BO zitten is daar dan per definitie het sluitende bewijs van? Sterker, 'Vrouwen voelen zich meer thuis in platte zichzelf organiserende organisaties', is dat echt zo?

Bij de laatste alinea kan ik nagenoeg achter elke zin een heel groot vraagteken plaatsen.

Kortom, interessante thematiek, met een verlangen naar meer achtergrond en diepte.
Tom
Ik sluit me aan bij Branko. Qua onderbouwing en cijfers is dit erg mager.
Het verband tussen bureaucratieën (hoe meet je of een organisatie dat is?) en het aantal vrouwen lijkt me flink bij de haren getrokken.
En ook: de natuur bedoelt juist niets. Moeder natuur zit niet achter haar computer met een masterplan.
Ir. Jan G.M. van der Zanden
Lid sinds 2019
Peace, love & Happiness. Keep on dreaming!

Wij willen goedkope Samsungs en Apples. Dus bestaan er super efficiënte Taylor-gedreven organisaties. En dat zal sinds Taylor en de T-Ford altijd zo blijven.

Er zitten nadelen aan die efficiency, die noemt de auteur keurig, maar de voordelen zijn, helaas voor hem, heel erg veel groter.

Ook in bureaucratieën kunnen talenten hun ei kwijt, ook veel vrouwen, om de boel nog efficiënter te organiseren of juist de goede aansluiting met de markt te houden. Ziet de auteur dat dan niet? En bovendien bieden dergelijke organisaties prima werk voor de minder getalenteerden onder ons. Dat is ook een groot goed! Of wil de auteur die thuis aan een vegetatief leven helpen?

Meer over Bureaucratie