De bonuscultuur fundamenteel fout?

De afgelopen jaren is maatschappijbreed een luidruchtig discours ontstaan over de bonuscultuur in, voornamelijk, de financiele sector – waar o.a. banken, verzekerings- en beleggingsmaatschappijen, private equity partijen, en hedge fondsen onder worden geschaard. Deze cultuur lijkt zelfs nu nog deels stand te houden terwijl een groot deel van de banken en verzekeraars kunstmatig in leven worden gehouden door de overheden.

Dit is te begrijpen door te onderkennen dat een deel van het (financiele) bedrijfsleven lijdt aan een cultuur met daarin een chronische fundamentele attributie(weef)fout.

De fundamentele attributiefout is een begrip uit de psychologie en beschrijft de neiging om gedrag van anderen te wijten aan de persoonlijkheid of het karakter van de persoon in kwestie en het eigen gedrag te verklaren uit omgevingsfactoren. Met andere woorden, als iemand op straat tegen u oploopt denkt u waarschijnlijk “kijk dan ook uit” terwijl u als uzelf tegen iemand oploop eerder denkt “maar het is hier ook zo druk”.

Een speciale vorm van de fundamentele attributiefout is de self serving bias, de neiging om eigen succes toe te schrijven aan persoonlijke factoren (intelligentie, karakter, kennis) en eigen falen toe te schrijven aan situationele factoren (mensen waar niet mee samen valt te werken, IT systemen die niet deugen, de markt die niet mee zit).

De kern van de bonuscultuur is een diep verankerde self serving bias in de financiele sector: een heilig geloof dat succes te danken is aan individueel handelen terwijl falen wordt geaccepteerd als een fact of life. Er bestaan ook geen ‘negatieve bonussen’, gebrek aan succes is immers over het algemeen te wijten aan de omgeving (bijvoorbeeld een slecht beursjaar) en niet aan de medewerkers. Bij succes ben je de held, bij falen ligt het vaak niet aan jou.

Nu een groot deel van het financiele systeem \'met spuug en oude touwtjes\' bij elkaar wordt gehouden is er een breed debat ontstaan over het noodzaak tot veranderen van de bonuscultuur. Dat laat onverlet dat sommige bedrijven rustig doorgaan met het toekennen ervan. Dit is voor veel burgers onbegrijpelijk: de banken hebben massaal gefaald in het zichzelf overeind houden en de medewerkers worden beloond?

Denkend vanuit de fundamentele attributiefout c.q. de self serving bias wordt deze ogenschijnlijke paradox helder: het falen van het bedrijf wordt niet gezien als een persoonlijk falen van de medewerkers of de organisatie maar als een gevolg van de externe factor kredietcrisis en daarom mogen bonussen uitbetaald worden. Dat dezelfde kredietcrisis deels mede lijkt te zijn veroorzaakt door de bonuscultuur levert een mooie cirkelgang op: bonussen hebben bijgedragen aan het ontstaan van de kredietcrisis, terwijl die kredietcrisis soms fungeert als het excuus om bonussen te kunnen blijven uitbetalen.

De fundamentele attributiefout heet niet voor niets ‘fundamenteel’, het is een mechanisme dat inherent is aan de menselijke psyche. De crux zit in het niet vertalen van deze menselijke, o zo menselijke eigenschap naar de brede bedrijfscultuur maar deze juist tegenwicht te bieden. Organisaties en de sector als geheel moeten werken aan een cultuur en bijbehorende renumeratie waarin succes wordt beloond, zeker, maar waarin falen ook persoonlijk wordt gemaakt. Er is een noodzaak tot een beoordelingscyclus voor personen en teams waarin men bij successen wordt gedwongen om aandacht te besteden aan de externe factoren die hebben meegewerkt en bij falen nadrukkelijk wordt ingegaan op de persoonlijke rol daarin. Dit moet in de haarvaten van de sector terecht komen en daar de huidige manier van denken vervangen of aanvullen.

ir. drs. Henk-Jelle Reitsma M.Sc. is psycholoog en organisatieadviseur.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Willem E.A.J. Scheepers
Pro-lid
Interessante column, Henk-Jelle, compliment.

Er komt hier nog een ander facet bij kijken namelijk: geen idee hebben over dat wat er ''buiten de deur speelt".

Banken zijn a priori beveiligde gebouwen, letterlijk & figuurlijk. Gesloten organisaties, men kijkt daardoor vooral naar binnen!
Waren bankiers ooit bang dat het geld werd gestolen uit de kluis. Deze houding is men tot op heden blijven handhaven & dat terwijl wij al geruime tijd zijn overgestapt op het girale tijdperk. Sterker nog: wil je nu een (grote) som chartaal geld ophalen bij je bank dan ligt dat bedrag niet meer in de kluis maar dient het geruime tijd van te voren te worden besteld....

Dat zou een intern blik overbodig dienen te maken, maar dat is dus niet het geval. Die interne blik zorgt er o.m. voor dat je niet begrijpt wat de gemeenschap toch heeft tegen je 'zuur verdiende' bonus.

Hoe anders Open organisaties zoals bijv. Artsen zonder Grenzen. Niet alleen spelen daar geen bonussen men is niet eens in staat om onder werktijd te vergaderen, zoals o.m. bankiers. De (gezondheid van de) klant gaat voor alles.

Het is m.i. een utopie te veronderstellen dat een bank ooit in die richting zal transformeren, helaas.
Henk-Jan van Essen
@ Henk-Jelle,
Leuk om eens te zien hoe de fundamentele attributiefout wordt uitgelegd in dagelijks werk en welke (dramatische) gevolgen het kan hebben in onze economie.
Pakkend.
Nico Viergever
Pro-lid
Beste Henk-Jelle,
Erg interessant en leerzaam!

Een vraag: een stelling is dat geld geen "motivator" is, maar een "demotivator". M.a.w. extra geld (een bonus) laat mensen niet extra presteren, minder geld laat mensen wel minder presteren. Omdat iedereen in een sector een bonus krijgt (kudde gedrag) zorgt het verminderen of intrekken van een bonus voor mindere prestaties of vertrekken.
Hoe kijkt de psycholoog hiernaar?
Henk-Jelle Reistma
Auteur
Wat een leuke reacties: dank hiervoor! Om te reageren op de laatste stelling, het volgende. Overigens, ik ben in het geheel niet op de hoogte van de laatste literatuur op het gebied van geld als motivator c.q. demotivator dus lees dit niet als een academisch oordeel.

Een aspect is volgens mij dat geld als DE enige motivator een achterhaald begrip is. Daarvoor hoor ik in de maatschappij en directer om mij heen te veel andere geluiden: zelfontwikkeling, interessante materie om je tanden in te bijten, een goede sfeer, de mogelijkheid om te reizen...hoe cliche het ook klinkt, het telt allemaal mee, Er wordt m.i. een wat eenzijdig beeld geschapen alsof iedereen 's ochtends alleen maar op staat omdat er een zak met geld aan het eind van de maand staat. Die gevallen zullen er zijn, zeker, maar de meerderheid van de mensen die elke dag met ons in de file staan willen ook gewoon fijn werken, verder groeien, dingen meemaken en nieuwe inzichten leren.

Wat niet wegneemt dat er wel een sterk oorzakelijk verband is tussen het gevoel van waardering en geld - alleen is dat volgens mij niet lineair. Het heeft wellicht eerder de vorm van het linksboven kwadrant van een cirkel: vanaf het midden naar rechts vlakt de meeropbrengst snel af, naar links gaat zij progressief dalen. Met andere woorden, 'meer geld' zal op een gegeven moment over het algemeen steeds minder (positieve) impact gaat hebben. De andere kant op is een ander verhaal, als je gekort wordt gaat het wel hard qua motivatie en gevoel van waardering. Dit zou in lijn zijn met de stelling van Nico, maar iets genuanceerd. Over het misverstand dat meer geld de definitie is van rijkdom zijn hele boeken vol geschreven, een aanrader is 'De kunst van het besparen' van Alexander van Schonburg. De conclusie van dit boek is al eerder samengevat in de legendarische woorden van de rapper Notorious B.I.G.: "Mo' money, mo' problems". ;-)
Peter Janssen
Interessant artikel. Wellicht interessant (aansluitend) is de onderstaande presentatie.

'Dan Pink on the surprising science of motivation'
(http://www.ted.com/talks/dan_pink_on_motivation.html)

Meer over Human Resources Management