Wees niet zo aardig

Columns

Je kunt managementvaardigheden trainen tot je een ons weegt. En de hei platlopen met teambuilding en cultuurtrajecten. Soms is het nodig, maar vaak is de opbrengst beperkt. Terug op kantoor zijn we toch weer de oude, met onze eigenaardigheden en hebbelijkheden. Wie echt wil veranderen, die moet naar de kern. En die komt uit bij een klein aantal principes en menselijke behoeften, die het dagelijks functioneren van ieder van ons kleuren. Eén ervan is de behoefte aan liefde en waardering. Een verraderlijke valkuil voor wie wat wil bereiken.

Het zit in ons allemaal en het beinvloedt de wereldpolitiek en de sportvereniging, ons huwelijk en de relatie’s met onze collega’s en buren. De behoefte aan liefde en waardering is een belangrijke drijfveer voor ons gedrag en onze keuzes.
Iedereen heeft liefde nodig en iedereen geniet van een complimentje op zijn tijd. Er is dan ook niets mis mee om te ontvangen en ervan te genieten. Het gaat pas fout als we er afhankelijk van worden en er al te nadrukkelijk naar op zoek gaan. Het functioneren in de werkomgeving kan er behoorlijk door verstoord worden.

Voor de duidelijkheid: de wereldwijde behoefte aan liefde en waardering is oneindig, het is zonder twijfel een van de grootste “gaten in de mondiale markt”. Tegelijk is er een overvloed van aanbod, zoveel mensen om ons heen die het ons zouden kunnen verschaffen, dagelijks en zonder limiet. Hoe komt het toch dat velen van ons zo’n tekort ervaren?

Het antwoord is dat we onvoldoende van onszelf houden. Dat we daarom voortdurend naar anderen kijken, om die behoefte aan liefde en waardering te bevredigen. Hoe dat zo gekomen is, ligt waarschijnlijk voor iedereen anders, maar als we geen stevige bodem van zelfrespect hebben, zal alle waardering van anderen weglekken en zullen we ze steeds opnieuw nodig hebben.

Als we bij alles wat we doen de goedkeuring van onze omgeving nastreven, kan dat ons (zakelijk) functioneren behoorlijk vervuilen. We zullen de gevoelens van anderen willen ontzien en net niet duidelijk genoeg zijn, juist als het om een scherpe boodschap gaat. We zullen minder makkelijk nee zeggen, juist als dat wél nodig is en we lopen het risico zelf met problemen opgescheept te worden, omdat we de ander niet confronteren op de momenten dat het wel moet. We zullen eindeloos ons oor te luisteren leggen, onder managersmotto’s als betrekken en inspraak. We zullen makkelijker in compromissen terechtkomen, waar keuzes beter op hun plaats waren geweest. We zullen veel tijd kwijt zijn aan doorpraten, meepraten en uitpraten en ‘s avonds doodmoe naar huis gaan. En onbewust zullen we weten dat we de volgende dag weer moeten strijden om de gunsten van anderen, willen we dingen gedaan krijgen.

Het is de gave van de leiders onder ons, om zich onafhankelijk te maken van de goedkeuring van anderen, als het gaat om resultaten te behalen. Ze hebben voldoende aan zichzelf en streven niet naar voortdurende streling van hun ego. Ze zijn daardoor minder omslachtig en behoedzaam, als ze hun doelen en verwachtingen formuleren. Ze vervuilen hun communicatie niet met gevlei, gepaai en politieke correctheid. Ze opereren op basis van volwassenheid en assertiviteit en veronderstellen die ook bij anderen. “Je hoeft me niet aardig te vinden, als je maar begrijpt wat ik van je verwacht.”

Natuurlijk lopen ze daarbij het risico om als dominant, drammerig of als weinig mensgericht te worden ervaren. Natuurlijk zijn er die doorschieten en daarmee hun eigen tegenwerking organiseren. Maar échte leiders kennen het verschil tussen dominantie en duidelijkheid, tussen luisteren en paaien. Ze gaan heel bewust om met de balans tussen resultaat en relatie. Ze zorgen juist voor een sterke relationele bankrekening. Ze zullen ook mensen van zich verwijderen, waarschijnlijk juist mensen die zich door andere dan zakelijke motieven en behoeften laten leiden.

Uiteindelijk zullen ze dingen gedaan krijgen omdat hun visie en ideeën helder en doordacht zijn en omdat ze er geen doekjes om winden. Ze zullen door hun mensen soms ook aardig gevonden worden, maar vooral waardig.

Wim Aalbers werkt als
adviseur en interimmanager
aan de slagkracht van organisaties
www.wimaalbers.nl
© Wim Aalbers 2008

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Jos Steynebrugh
Dit gaat m.i. over interactie tussen de bovengeschikte en de ondergeschikte. Beiden beschikken over een bepaalde mate van invoelend vermogen (empathisch vermogen) en het vermogen om duidelijk, expliciet en duidelijk te communiceren (projectief vermogen).

Zet ze tegenover elkaar uit in een empathisch / projectief matrix met een (zeg 10 pts. schaal), dan kan elk mens een “score” hebben op dit diagram. Als we de extremen benoemen ziet dat er zó uit:
0-empathisch, 0 projectief = meestal een dode
10 empathisch, 0 projectief = slijmbal
0 empathisch, 10 projectief = dictator
10 empathisch, 10 projectief = aan het kruis gestorven

Een goede manager scoort ergens tussen boven de 6 maar onder de 9 op BEIDE schalen. Maar een goede ondergeschikte eveneens. Grote verschillen tussen beiden geven meestal trammelant, tenminste . . . als de leidinggevende zijn stijl niet kan variëren: aanpassen aan de persoon of de omstandigheden.

Ook moet de leidinggevende kijken naar de ECHTE behoefte. Sommige ego’s kun je niet genoeg prijzen: ze kunnen onverzadigbaar zijn. Dat kost je bergen energie en levert uiteindelijk niets op. Ook kan er een ongewoon grote behoefte aan veiligheid zijn, bijv. als iemand een laag zelfbeeld heeft of iemand niet met directheid kan omspringen en dat interpreteert als “agressie”.

Dan zijn er nog bijzondere situaties: als ALLES gedaan is (Processen op orde? Naar mensen geluisterd? Middelen OK? Planning redelijk? etc) en het gebeurt TOCH niet. Dan wordt het tijd de fluwelen hamer te verwisselen voor de houten. En ook dat kan niet iedereen. Remedie? Oefenen !!!

Groet,
Jos Steynebrugh
Change Enhancement, Zoetermeer

James Kuypers
Mooi geschreven!

Soms wordt ik ook wel eens een beetje moe van al dat 'inpakken van boodschappen'.

Waarom zeggen we niet gewoon wat we bedoelen? Tegenwoordig als we iets willen communiceren moet 't als maar precies juist gebracht worden, en als 't niet begrepen is dan ligt het aan de verzender...

...Een beetje intelligentie en empathie aan de kant van de ontvanger is toch óók geboden?

Anyway, goed stuk dus.

Meer over Sociale vaardigheden