Van burn-out naar hogere arbeidsproductiviteit

Columns

Een gevleugelde uitspraak van een vroegere baas van mij was: “onder druk wordt alles vloeibaar’. Deze hanteerde hij als ik er op wees dat bij sommige mensen de werkdruk tot m.i. te grote hoogte was opgelopen en er toch nog aanvullende opdrachten bij kwamen. En hij had gelijk. Op de een of andere manier werden alle werkzaamheden, ook de aanvullende, toch weer gedaan en ook nog op een acceptabel niveau.

Onder druk wordt alles vloeibaar

Ik denk hier vaak aan als ik geconfronteerd wordt met mensen die een burn-out hebben of daarin terecht dreigen te komen. Neem ik die mensen dan niet serieus? Natuurlijk wel, ik heb zelf jaren geleden ook een burn-out gehad. Daarbij viel me op dat allerlei mensen in mijn omgeving zeiden dat ze nooit hadden gedacht dat dit mij zou kunnen treffen. Dat had vooral te maken met mijn relativeringsvermogen. Daarmee gaven ze eigenlijk aan dat ze de oorzaak van een burn-out vooral in de persoon zagen en veel minder in de omstandigheden.

Zelf heb ik altijd een verschil gevoeld tussen werkdruk en stress. Een hoge werkdruk is met voldoende tijd en energie prima te verwerken (alles werd vloeibaar). Stress is een andere zaak. Er wordt vaak gezegd dat stress ook goed is, maar dan wordt een bepaalde spanning die je opbouwt om maximaal te presteren, vertaald naar stress. Technisch gezien terecht, maar deze spanning is positief en wat we veelal in werkomstandigheden als stress benoemen, is dat niet. Maar ook hier geldt, net als bij zoveel andere ‘begrippen’ waar we met elkaar over praten: gebruiken we eigenlijk wel dezelfde definitie?

Alles is mogelijk, alles is maakbaar

In de huidige tijd is er een gevoel ontstaan dat alles mogelijk is, dat we alles naar onze hand kunnen zetten. Dit heeft allerlei gevolgen. Een van die gevolgen is dat perfectionisme gestimuleerd wordt. Iets anders dan perfect is een vorm van falen, want alles is toch mogelijk? In allerlei artikelen wordt dit vooral aan de millennials gehangen Misschien wel terecht, het zijn de kinderen van deze tijd, die nooit iets anders hebben meegemaakt. Maar de wat oudere generaties lopen hetzelfde risico, omdat die aan dezelfde invloeden blootstaan, alleen hebben zij nog andere tijden meegemaakt, die helpen bij het relativeren.
Relativeren, met het besef dat helemaal niet alles altijd maar mogelijk en maakbaar is, zeker niet in te weinig tijd, helpt enorm om met de druk om te kunnen gaan. Ik heb zelf ervaren dat je het daarmee niet altijd kunt redden. De vraag is: helpt de manager daar bij, of voert die de druk op?

De rol van de manager

Veel managers zijn opgeleid op basis van Angelsaksische managementopvattingen. Met straffen en belonen (Carrot and Stick). Die denken dat druk opvoeren er gewoon bij hoort omdat de mens van nature nu eenmaal lui is (type X van McGregor).
Nog los van de discussie of mensen nu van het type X zijn of type Y, of dat iedereen ergens in het grote grijze gebied daar tussenin zit, slaat zo’n manager de plank wel mis. Maar ja, er moet wel gepresteerd worden en een beetje druk is daarbij niet verkeerd. Dan moet je wel een situatie creëren waarin werkdruk niet omslaat in stress. Waarin goede prestaties niet leiden tot burn-out. Een situatie van balans, die je permanent moet zoeken en zien te herstellen.

Een aantal factoren zijn daarbij goed te beïnvloeden door een manager, dus dat is goed nieuws.

Beïnvloedbare factoren

Misschien wel de belangrijkste 2 factoren zijn regelmogelijkheden en ruimte voor professionaliteit. Maar ook elementen die duidelijk horen bij de taak van de manager, duidelijkheid en aandacht, spelen een grote rol.

Regelmogelijkheden zijn de mogelijkheden om je eigen werk zo veel mogelijk passend naar je eigen situatie en behoefte in te regelen. Dit heeft te maken met je werkplek, maar ook met tijden, niet alleen op werkdagen, maar ook m.b.t. vrije dagen. Des te meer mogelijkheden iemand heeft om het werk te plooien in het eigen ritme, des te minder stress (zoals opwinden over starre houding van de manager, die flexibiliteit wenst, maar dat zelf niet biedt).

Professionele ruimte. Dit is de ruimte die je krijgt om werkzaamheden zo veel mogelijk naar eigen inzicht uit te voeren. Hierdoor wordt de kennis en kunde benut, worden er ook fouten gemaakt (waar weer van geleerd wordt) en ontstaan er, gekoppeld aan opleidingsfaciliteiten, ook Ontwikkelingsmogelijkheden.

Duidelijkheid. Heel vreemd misschien, als we het net hebben gehad over ruimte en over fouten maken, maar sommige zaken moeten gewoon helder zijn. Welke rol vervul ik, waar sta ik voor, waar ben ik verantwoordelijk voor. Wat wordt er precies van me verwacht. Dit raakt ook direct de professionele ruimte, want als er bepaalde protocollen gehanteerd moeten worden, als bepaalde procedures nageleefd moeten worden, als er specifieke vastleggingen vereist worden, dan is het handig dat dit duidelijk is.

Aandacht. Aandacht voor het werk dat verricht wordt, voor de vragen en onzekerheden, maar ook voor de prestaties. De manager laat niet alleen betrokkenheid zien, maar is ook gemakkelijk aanspreekbaar, waardoor conflicten kunnen worden vermeden, steun gevoeld wordt, situaties van over en onder belasting bespreekbaar gemaakt kunnen worden.

Door structureel bezig te zijn met de bovengenoemde factoren, creëert de manager een situatie waarin de arbeidsproductiviteit heel hoog kan worden, zonder dat mensen uitvallen als gevolg van burn-out.

 

Noot redactie: meer over werkdruk en burn-out in ons Dossier Burn-out, stress, werkdruk.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Meer over Leidinggeven