De Strafschop: Zoektocht naar de ultieme penalty II

Cover stories

Inleiding
Nederlandse ‘successen’
Cultuur
Is Advocaat om?
Het Orakel spreekt?
Spelers
Keepers
De Fans: hartklachten?
Conclusies
Stellingen

Inleiding

Een artikel over voetbal op managementsite.nl? Op 8 juni 2000 (let op Amerikaanse datumweergave) verschijnt op ManagementSite het artikel ‘De Strafschop: zoektocht naar de ultieme penalty’. Tegelijkertijd verschijnt mijn boek met dezelfde titel, gericht op het onderzoeken en verbeteren van de kwaliteit van strafschoppen genomen door Nederlandse spelers. Enkele dagen later begint het Europees Kampioenschap voetbal, waarbij tijdens de halve finale tegen Italië liefst 5 van de 6 strafschoppen door de Nederlanders worden gemist. Als er in Nederland ooit sprake is geweest van zichtbaar falen op performance management gebied, dan is dit wel tijdens Euro 2000 geweest.

Het boek en artikel zijn sindsdien even relevant gebleven. Hoe staat het vier jaar na dato met de Nederlandse strafschoppen en welke ontwikkelingen zijn er sinds 2000 geweest?

Nederlandse ‘successen’

Om gelijkeindigende wedstrijden te beslissen, worden bij belangrijke wedstrijden op internationaal niveau sinds 1970 strafschopseries genomen, ook wel shoot-outs genoemd. De betrokken teams nemen om beurten een penalty, totdat beide partijen er 5 hebben genomen. De partij die het best strafschoppen neemt, wint de wedstrijd. De Nederlandse voetballiefhebber heeft dankzij de strafschop de afgelopen jaren behoorlijk moeten afzien. Zodra strafschoppen moesten worden genomen, verloren ‘wij’ bijna per definitie. Schrik niet: Nederlandse teams hebben de afgelopen vierendertig jaar 17 maal moeten aantreden tegen buitenlandse teams in een shoot-out,  13 hiervan gingen verloren. Een selectie van deze verliespartijen geeft een indicatie van het belang:

AC Milaan – Roda JC
Nederland - Italië
Nederland – Brazilië
Nederland – Frankrijk
Nederland – Denemarken
Ajax      - Juventus
PSV      - National
Nederland – Argentinie
'02
'00
'98
'98
'92
'96
'88
'79
4e ronde UEFA cup
Halve finale EK
Halve finale WK
Kwartfinale EK
Halve finale EK
Finale Champions League
Finale Wereldbeker clubteams
Erewedstrijd 75 jaar FIFA

In plaats van 50% kans bij loting, maakt een Nederlands team dus minder dan 25% kans om een shoot-out te winnen. Tot Euro 2000 is dit cruciale element in de voetbalsport in Nederland niet serieus genomen. Sinds het verschijnen van de eerste versie van het artikel zijn er tenslotte alweer twee verliespartijen bijgekomen. Strafschoppenseries worden nog steeds een loterij genoemd, iets waar niet op getraind kan worden. Een mening, die rond 2000 wordt aangehangen door bijna al onze topcoaches: van Cruijff tot Van Gaal, van Advocaat tot Hiddink en van Van Hanegem tot Rijkaard. Met recht spreken we van ‘De Nederlandse School’. Slechts een enkele topcoach durft tegen deze stroom in te gaan, met als belangrijkste vertegenwoordigers Foppe de Haan en oudgediende Jan Reker. Hebben de andere trainers hun mening inmiddels durven herzien?

Cultuur

Laten wij eerst de culturele oorzaak van de Nederlandse missers onderzoeken door te kijken naar de wijze waarop het Nederlandse volk voetbal ‘beleeft’. Winnen met slecht spel wordt hier ten lande niet geaccepteerd. ‘We’ moeten mooi winnen. ‘We’ hebben een hekel aan spelers die zich opzettelijk in het strafschopgebied laten vallen, met de zogenaamde ‘Schwalbes’. ‘We’ worden liever uitgeschakeld, dan dat met lelijk, maar vaak effectief voetbal, een titel wordt veroverd. Het effect van deze benadering is groot: omdat we de strafschop als een minderwaardig onderdeel van het voetbal beschouwen wordt er niet op getraind. Zo verklaarde coach Hiddink na de verloren halve finale shoot-out tegen Brazilië 1998 dat er niet op was geoefend. Idem dito Rijkaard na de vijf missers tegen Italië in 2000, waarbij hij gedekt wordt door zijn mentor Cruijff: ‘strafschoppen zijn een loterij’, aldus de Grootmeester vlak na de halve finale tegen de Italianen. Het is een typisch Nederlandse benadering: nergens ter wereld lijkt de afschuw van de strafschop zo groot te zijn als in Nederland. Niet alleen nu ‘wij’ als strafschop-sukkels van de wereld te boek staan. Al lang voordat het Oranje deze naam voor zichzelf creëerde was de weerstand tegen de penalty in Nederland reuzegroot. Winnen door een uitgelokte valpartij (niet prima) en een benutte strafschop (wel prima) ligt niet in onze volksaard. We willen doelpunten zien door ‘buitenaardse acties’ van spelers als Van Basten (1988: finale tegen de Sovjet-Unie) en Bergkamp (1998:  kwartfinale tegen Argentinië). Slechts een enkele strafschop doet ons bloed sneller stromen, zoals de ‘Neeskens ‘ van 1974 of de strafschop in drieën van Cruijff en Olsen tegen Helmond Sport uit 1982, overigens de enige officiële strafschop van Cruijff voor Ajax in zijn hele carrière!

Niet alleen de nationale cultuur speelt een belangrijke remmende factor voor een serieuze aanpak van de strafschop. Binnen de voetbalwereld heerst een sterk ‘Not Invented Here’ syndroom. Het is een traditionele sector, die buitenstaanders zoveel mogelijk tracht te weren, en al helemaal adviseurs en wetenschappers (makelaars daarentegen worden zeer gewaardeerd). Het voetbal blijkt hierin een uitzonderingspositie in te nemen, want topsporters uit bijvoorbeeld de volleybal-, zwem- en  hockeysport laten zich intensief bijstaan door wetenschappers en adviseurs. Met veel succes, zoals blijkt uit de winst na strafballen van de hockeyers tijdens de Olympische spelen van 2000, na intensieve voorbereiding door een Engelse psycholoog, en gezien de successen van de nationale zwemmers.

Coaches in het voetbal zijn bijna per definitie oud-topvoetballers en ook de technische staf en het management moeten een voetbalachtergrond hebben. Alleen zij schijnen de geheimen te kennen van het voetbalspel. In Nederland vinden we deze aanpak terecht.  Wat weet een buitenstaander tenslotte van voetbal? Het heersende adagium is dat een oud topvoetballer niets meer geleerd hoeft of kan worden. Veel gebeurt op intuïtie, persoonlijke meningen en ervaringen, en niet op basis van feiten of harde data. Illustratief hiervoor is het antwoord van de huidige assistent bondscoach Van Hanegem op de vraag wat hij had opgestoken tijdens de cursus coach betaal voetbal. ‘sigaretten’, aldus de altijd komische Van Hanegem. Hilariteit alom, maar leidt het ook tot succes?

In andere landen is men inmiddels veel verder dan Nederland met het opengooien van het gesloten voetbalbastion. Zo is de Champions League dit jaar gewonnen door het fantastisch ingespeelde team van FC Porto, getraind door een voormalig tolk van Bobby Robson en Louis van Gaal. Een ander bekend voorbeeld van een topcoach die zich zeer wetenschappelijk oriënteerde was Vladimir Lobanovski, die met Dynamo Kiev grote successen vierde met een beperkt budget.

Is Advocaat om?

Uit het eerste strafschopartikel bleek dat coaches tal van onderzoeken ter beschikking hebben om zowel veldspelers als keepers te trainen op strafschoppen. Inmiddels is deze kennis ruim verkrijgbaar binnen de Nederlandse grenzen, niet alleen via mijn boek, maar ook door actieve onderzoekers als van de Faculteit Bewegingswetenschappen aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Na het echec van 2000 mag dan ook verwacht worden dat een (bonds)coach eieren voor zijn geld kiest en serieus aandacht besteed aan strafschoppen. Ik moet de hoop van de rechtgeaarde voetballiefhebber echter direct de grond inboren...het zit er niet in. Bondscoach Dick Advocaat is een fervent aanhanger van de ‘loterijgedachte’: op strafschoppen valt niet te trainen. De kwalificatiewedstrijd tegen de Schotten, november 2003, had een omslagpunt kunnen zijn. Plaatsing voor de eindronde van het EK was na een nederlaag in Schotland zeer onzeker geworden en de kans dat strafschoppen de beslissing moesten brengen was reëel. Tijdens de persconferentie durfde geen enkele Nederlandse journalist het onderwerp strafschoppen ter sprake te brengen, maar een Engels team van ITV liet zich deze kans niet nemen. Direct na de vraag van ITV of door Advocaat op penalty’s werd getraind, brak Advocaat de persconferentie af na een snauwend ‘Nee’. Later bleek dat Advocaat alle spelers één penalty had laten nemen en daaruit direct de nutteloosheid van oefenen had afgeleid.

Het Orakel spreekt?

Beperkte hoop mag de Nederlandse voetbalfan wel hebben door de veranderde opstelling van het Orakel van Betondorp, Johan Cruijff. Stelde hij na de verloren shootout tegen Italië keihard dat niet op strafschoppen te trainen is, onlangs herriep hij deze uitspraak door bij Barend & Van Dorp een tegenovergestelde mening te geven. Zijn gedachtegoed ten aanzien van de strafschop lijkt echter meer ingegeven door het al dan niet bevriend zijn en in bescherming nemen van een bondscoach (bevriend met Rijkaard (Euro 2000), niet met Advocaat (Euro 2004) dan op gefundeerd onderzoek.

Spelers

Zijn de spelers wel om? Er zijn wisselende berichten. Ruud van Nistelrooij laat deze week in het ‘vakblad’ Voetbal International duidelijk blijken dat strafschoppen wel degelijk zijn te trainen. Hij is dan ook een oud leerling van Foppe de Haan. Clarence Seedorf daarentegen blijft strafschoppen missen, vorig jaar zowel tijdens de finale van de Champions League als tijdens de finale om de wereldbeker. Een verklaring hiervoor is te vinden in Engels onderzoek van Dr. Vik. Hieruit blijkt dat juist spelers die hun verantwoordelijkheid nemen vaak missen. Zij onderschatten de moeilijkheidsgraad van de taak die zij op zich nemen, terwijl de spelers die zich drukken juist inzien hoe moeilijk een strafschop kan zijn en hoe zwaar een misser telt. Het zijn juist deze spelers die door training en het inslijpen van techniek de betere strafschopnemers kunnen worden. Daarbij geldt dat het lang niet altijd de sterspelers zijn die goede strafschopnemers zijn. Zo nam Cruijff zelden tot nooit een strafschop. Ook Beckenbauer liet het graag aan anderen over, want van de zes strafschoppen die hij in zijn carrière bij Bayern nam, miste hij er liefst drie. Spelers als De Boer, Stam en Kluivert bieden de fan ook geen hoop. Ondanks hun missers blijven zij volharden dat training nutteloos is.

Nog eenmaal geef ik daarom de twee belangrijkste tips voor spelers:

  1. Een speler moet een mentaal plaatje hebben van de strafschop die hij gaat nemen. De strafschop moet op de training tientallen malen zijn gerepeteerd, waardoor de speler vrijwel automatisch dezelfde strafschop kan herhalen op het moment dat het nodig is. Hierdoor vervallen twijfel en onzekerheid (en dus een deel van de stress) en kan een onhoudbare strafschop worden genomen.
  2. De bal moet hard en hoog in één van de twee hoeken worden geschoten. Het hoeft niet precies in de winkelhaak, zolang het maar in de richting is van de hoek en op een hoogte van +/- 1.10 en hoger. Dit is het bereik tijdens de val van keepers, waardoor zij een bal die op deze wijze is ingeschoten, niet meer kunnen bereiken. De angst voor overschieten is ongegrond. Er worden veel minder strafschoppen over geschoten dan gestopt door keepers.

Keepers

De keepers hebben de laatste jaren een opvallende opmars gemaakt in de hiërarchie van het voetbal. De doelman was vroeger de eenling, de vreemde eend in de bijt die eigenlijk niet serieus genomen kon worden. Inmiddels is de keeper veelal de held van de dag, zeker als het op het stoppen van strafschoppen aankomt. Voor een keeper valt ook veel te winnen bij een strafschop, terwijl een speler alleen maar kan verliezen. Niemand neemt het de doelman kwalijk als hij een strafschop niet stopt. Het is duidelijk dat de keepers steeds meer trainen op het pareren van strafschoppen, hetgeen blijkt uit de vee reddingen tijdens wedstrijden en shoot-outs. Waar spelers weinig lijken te hebben geleerd van de aanwezige kennis, hebben keepers zich enorm ontwikkeld. Een keeper hoeft in wezen alleen maar te letten op de lichaamstaal van spelers en zo lang mogelijk te wachten met het bepalen van zijn keuze om zijn succesquote met vele tientallen procenten te verhogen. Met lichaamstaal wordt gedoeld op: richting van de aanloop van de speler, links- of rechtsbenigheid, richting van het standbeen en vooral de hoek waarin de heup van de speler zich bevind. Deze laatste factor blijkt de beste voorspeller te zijn van de richting van de bal. Mocht u helemaal geen hoop meer hebben voor Oranje: na een indringend en hard interview van Hugo Borst met onze nationale keeperstrots van der Sar heeft deze laatste beloofd ‘De Strafschop’ te lezen. Korte tijd later stop hij twee strafschoppen achter elkaar. Toeval, of helpt het als journalisten veel kritischer worden ten aanzien van de vaak opgehemelde topsporters?

De Fans: hartklachten?

Hoe veel invloed strafschoppen kunnen hebben op het welzijn van de fans blijkt uit onderzoek dat zowel in Engeland als in Nederland is uitgevoerd op het aantal hartaanvallen tijdens wedstrijden van het nationale elftal. Een gewone, spannende wedstrijd heeft geen significante invloed op het aantal ziekenhuisopnames als gevolg van een hartaanval. Moeten strafschoppen de beslissing brengen, dan stijgt het aantal ziekenhuis opnames echter spectaculair.  Zo nam na de strafschoppenreeks tegen Frankrijk het aantal sterfgevallen door hart- en herseninfarcten toe van 27 naar 41. penalty’s zijn dus soms letterlijk dodelijk.  Engels onderzoek, zoals weet is ook Engeland zeer slecht in het nemen van strafschoppen, bevestigd dit beeld.

Conclusies

Het Nederlandse strafschopsyndroom biedt vanuit managementperspectief een interessant onderwerp. Het laat zien hoe een bastion als de voetbalwereld zichzelf buiten de realiteit van nieuwe ontwikkelingen plaatst en zich stuk blijft lopen op oude gewoonten en gedragingen, waarbij zowel de pers als de wetenschap als ‘vijand’ wordt gezien.  De stortvloed aan publiciteit van de laatste jaren heeft de druk op de coaches van het nationaal elftal verhoogd om op strafschoppen te trainen. Desondanks blijft men volharden in een opstelling die weinig hoopt biedt aan de Nederlandse voetbalfans. Integendeel, als het weer misgaat zal de coach eerder de pers de schuld geven dan zichzelf of de spelers.  De stress die spelers voelen kan echter door een goede voorbereiding grotendeels worden weggenomen.

Voor managers is de wijze waarop de voetbalwereld omgaat met (het missen van) strafschoppen een mooie leerschool. Het ‘not invented here’ syndroom is welbekend bij veel organisaties. Daarnaast is ook in de zakelijke- of overheidswereld niet iedereen even blij als buitenstaanders pijnlijke analyses maken van het eigen functioneren, zoals accountants, adviseurs en juristen. Het ontwikkelen, leren en het toepassen van nieuwe kennis en technieken blijft bij machtige en grote organisaties vaak achter bij jonge nieuwkomers. De veranderingsgezindheid is in financieel zeer succesvolle organisaties vaak uiterst laag: waarom veranderen als het goed lijkt te gaan? De KNVB en de door haar aangestelde trainers lijken hierop geen uitzondering te vormen.

De kern van het verhaal blijft echter dat uit een veelheid aan onderzoek blijkt dat strafschoppen prima te trainen zijn. Dit geldt zowel voor keepers als voor spelers. De oefenmeesters dienen hierbij het voortouw te nemen. Verlies via strafschoppen omdat er niet op getraind is, is onprofessioneel. Verliezen kan, maar dan wel op basis van een goed geoefend team. Niet op basis van een slechte voorbereiding. ‘Failing to prepare is preparing to fail’. In een wereld waarin coaches vaak onterecht worden ontslagen, zou er één legitieme reden voor ontslag kunnen worden genoemd: niet oefenen op strafschoppen.

Stellingen

De ontwikkelingen binnen het Nederlandse voetbal geven geen aanleiding de stellingen van 2000 aan te passen. U kunt weer op deze stellingen reageren via de site:

  • Strafschoppen vormen de kritieke succesfactor van het Nederlands elftal
  • Het feit dat Oranje zoveel strafschoppen mist is cultureel ingegeven
  • Als Nederland niet traint op strafschoppen, halen wij nooit de finale van het EK 2004
  • Linksbenige spelers zijn betere strafschopnemers dan rechtsbenige spelers
  • Linksarmige keepers zijn mindere penaltystoppers dan rechtsarmige
  • Sinds keepers op de doellijn mogen bewegen, is elke strafschop houdbaar.

Lees ook deel 1 van dit artikel: De Strafschop

Beide artikelen zijn gebaseerd op het boek De Strafschop: zoektocht naar de ultieme penalty van Gyuri Vergouw. Hij geeft over dit onderwerp in binnen- en buitenland lezingen. In het boek wordt vanuit tal van gezichtspunten gekeken naar de strafschop, onder meer op basis van interviews met voetballers en trainers als Jan Mulder en Hans van Breukelen en journalisten, wetenschappers en psychologen.

 

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Douwe Jan Joustra
De laatste weken groeit het besef dat het Nederlands elftal ondanks de riante salarissen en de stevige eigendunk, zich niet professioneel voorbereid op het EK. De kans dat er gewonnen gaat worden is kleiner dan het winnen van een prijs (zelfs op het eindcijfer) in de staatsloterij. Graag voeg ik een paar redenen toe aan de analyse over de penalty van Gyuri:
- de reportages over het fenomeen penalty in studio sport van de afgelopen weken, laat zien dat er een schrijnende ontkenning van de eigen verantwoordelijkheid van spelers en trainers is bij het Nederlands elftal;
- vastgeroest in het eigen domein, het voetbal, staat luisteren naar professionals uit andere domeinen niet toe (hockey, volleybal, tennis), dat is klip en klaar aangetoond in die reportages;
- de queeste naar een succesvol systeem (de 'ruit', met of zonder vleugelspelers ed) ontaard in onsamenhangend gewissel, plaatsen van spelers op plekken waar ze (vrijwel) nooit spelen en al met al een onzekerheidsversterkende tragikomedie. Zelfs bij het veteranenvoetbal weten we dat te veel wisselen de structuur zoek maakt (ervaringsgegeven Be Quick Zutphen 6);
- de meest scorende spitsen uit de engelse en duitse competitie falen in het Nederlands elftal. Gister werd duidelijk dat de coach nog nooit (nog nooit!!) aan die spitsen heeft gevraagd hoe dat komt (van Nistelrooij kreeg een vragende blik in zijn ogen toen de reporter hier naar vroeg: 'kan dat dan' leek hij zich af te vragen), waaruit blijkt dat de coach zich niet richt op ontwikkeling en benutting van kwaliteiten, maar vooral op baas-knecht-relaties.

maar, als we winnen sta ik ook te juichen.

dj
Gyuri Vergouw
Beste Douwe Jan,

De laatste zin van jouw opmerkingen geven denk ik het beste weer hoe de voetbalgeest werkt...als er gewonnen wordt, staan we weer allemaal te juichen...en vergeten we hoe slecht het misschien allemaal was. De waan van de dag regeert, en als we nu een strafschoppenserie (per toeval) winnen zegt iedereen; 'zie je wel, je hoeft er niet op te trainen'. Juist dat is iets waar je als onderzoeker je drive uit moet halen, en waarmee teams en trainers geholpen kunnen worden....als ze er tenminste voor open staan. De documentaire 'De Pijn van de Penalty' gaf duidelijk de weerstanden en ontkenning van de Nederlandse trainers aan.

vriendelijke groet,


Gyuri Vergouw
Gyuri Vergouw
Voor de liefhebbers,

Vanavond de Griekse strafschop bij de openingswedstrijd van Euro 2004 gezien? Deze voldeed vrijwel geheel aan de belangrijkste voorwaarden voor een goede penalty:

1) rechts of linksboven in de hoek
2) niet op volle kracht, maar wel geplaatst en voldoende hard (80% van de kracht van een gemiddelde profvoetballer)
3)rechte aanloop van +/- 6 meter van de bal.

Zoals onder meer door Bernard Krikke van (toentertijd) Netwerk is onderzocht. Enig voorspelbare was de lichaamstaal van de strafschopnemer, die de rechterhoek (van hemzelf af gezien) al deed vermoeden. Zie ook onderzoek VU-bewegingswetenschappen.

Zou het toeval zijn dat de Grieken door een Duitse coach worden getraind?

Gyuri Vergouw


Willem Mastenbroek
Lid sinds 2019
Niet getraind en toch de shoot-out tegen de Zweden gewonnen! Geluk gehad? Volg het commentaar van Gyuri Vergouw op www.villabvd.nl. Heeft trainen op de strafschop zin? Vergouw schrijft over de legendarische strafschop van de Tsjech Antonin Panenka, een van de mooiste doelpunten van de vorige eeuw. Zijn doelpunt in de serie tegen de West-Duitsers voor het EK van 1976 geldt als hét voorbeeld van een ingestudeerde, beeldschone strafschop. Een strafschop waar hij twee jaar op had geoefend.
Twee jaar op geoefend!! Gyuri, zijn de Tsjechen nog steeds zo fanatiek bezig met de strafschop?
Enfin, de Hollanders hebben in ieder geval nog een paar dagen.
Gyuri Vergouw
Auteur
Het Nederlands elftal heeft de ban gebroken en voor het eerst in de geschiedenis een strafschoppenserie in haar voordeel beslist. Hoewel bondscoach Advocaat blijft volharden dat penaltys niet te trainen zijn, waren er toch grote veranderingen in de wijze waarop de Nederlandse spelers hun penaltys namen ten opzichte van voorgaande shoot outs. Zelfs keeper Van der Sar bleek plots een strafschop te kunnen stoppen.


Na vier achtereenvolgende verliesbeurten tijdens penalty-series komt Oranje voor het eerst als winnaar tevoorschijn. Bij de spelers waren grote veranderingen waar te nemen in de wijze waarop de strafschoppen werden genomen. Ten opzichte van de generaties die in 1992, 1996, 1998 en 2000 bij EK s werden uitgeschakeld na strafschoppen, schoten de spelers gerichter, zuiverder en hoger de ballen in, mede veroorzaakt door meer focus en een betere aanloop.

Verbeteringen waren te vinden in het gericht op de hoeken schieten, waar in het verleden veel dichter bij de keeper werd ingeschoten en het hoger inschieten van de bal. Roy Makaay hield als enige vast aan de "Low Lands" techniek, maar zijn lichaams-schijnbeweging volstond om de Zweedse keeper op het verkeerde been te zetten. Een andere verbetering ten opzichte van voorgaande edities van EKs en WKs was de langere aanloop, die door alle Nederlandse spelers op de goede afstand van ongeveer 6 meter werd aangevangen.

Punt voor verbetering is nog steeds de lichaamstaal van de spelers, die in veel gevallen nog steeds de richting van de bal vooraf verraad. Zo was bij de aanloop van de linksbenige Cocu vooraf al zichtbaar dat hij links zou inschieten.

Grote verbetering was tevens zichtbaar in de houding en techniek van doelman Van der Sar. Duidelijk was dat hij probeerde de tegenstander te beïnvloeden op een manier zoals vroeger alleen Hans van Breukelen dit kon. Ook was hij gefocussed op de tegenstanders en lette hij beter op de lichaamstaal van de tegenstander dan voorheen. De eerste (Källström) en de laatste strafschop (Mellberg) van de Zweden waren houdbaar. In het eerste geval tastte Van der Sar maar net naast, de laatste werd prima gestopt. De kritiek van de laatste jaren op zijn strafschop-techniek heeft Van der Sar op de enig juiste wijze gepareerd: door een strafschop te stoppen.



Alle strafschoppen van Euro 2004 worden op de website van VillaBvD (www.villaBvD.nl) besproken door "Professor Penalty", de vaste strafschoprubriek van Gyuri Vergouw. Hij publiceerde in 2000, vlak voor het EK in eigen land, zijn voetbalklassieker "De Strafschop, zoektocht naar de ultieme penalty". Tevens probeert hij via de websites www.strafschop.nl en www.penalty.nl kennis over strafschoptechniek in Nederland te vergroten en te vechten tegen de gedachte dat strafschoppen loterijen zijn.

Meer over SportManagement