In de houdgreep van een illusie

Columns

In Nederland hebben we de afgelopen jaren een situatie gecreëerd waarbij we vinden dat alles beheerst kan en moet worden. Als er iets fout gaat, begint de zoektocht naar de schuldige onmiddellijk. De schuldige moet gestraft worden. Vervolgens moeten maatregelen getroffen worden om te voorkomen dat dit ooit nog kan gebeuren. Gevolg is een land dat helemaal vol zit met regels. Een hoeveelheid regels waar iedereen een hekel aan heeft. Waarvan dan ook al heel lang op de agenda van de politiek staat dat er deregulering moet plaatsvinden. Maar wat blijkt steeds aan het eind van de rit: er zijn wel regels opgeruimd, maar er zijn nog weer meer nieuwe regels gemaakt.

De regeldruk blijft een loden last

Het bedrijfsleven heeft het helemaal gehad met de regeldruk. Een ondernemer wil vooruit kijken, met de toekomst bezig zijn. Ontwerpen en ontwikkelen. Regels remmen dat niet alleen af, maar zorgen ook voor een permanente blik naar het verleden. Want van alles dat gebeurd is of gebeurd had kunnen zijn, moet verklaard worden. Waarom het heeft kunnen gebeuren, waarom er een mogelijkheid was dat het zou kunnen zijn gebeurd, waarom het niet is voorkomen, waarom er geen maatregelen waren getroffen om het te voorkomen en uiteraard ook de vraag welke maatregelen er zijn getroffen om te voorkomen dat het ooit nog eens kan gebeuren.
Ook de overheid en overheid gerelateerde omgeving worden heel hard getroffen door de regeldruk, die veel te maken heeft met de wens om iedereen in gelijke omstandigheden ook gelijk te behandelen, en met de maatschappelijke verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

Waarom is regelgeving zo taai

o Zolang we blijven geloven dat door middel van regels alle onheil uitgebannen kan worden, zullen we doorgaan met regels maken en zal deregulering niets meer opleveren dan het verwijderen van ‘dode’ regels;
o Zolang we blijven denken dat de verantwoordelijke manager alles dat mis kan gaan moet voorzien en moet voorkomen, zullen deze managers zich daar ook flink voor inspannen. Dit wordt nog versterkt als we blijven vinden dat als het onverhoopt toch nog mis is gegaan, de verantwoordelijke gestraft moet worden;
o Zolang we blijven geloven dat we door regels, verantwoordelijkheden en controle alles in de greep kunnen houden, zullen toezichthouders alle risico’s in beeld willen hebben en alle maatregelen daarbij willen zien en vervolgens ieder risico vermijden;
o Zolang we denken dat we door zeer specifieke regels kunnen realiseren dat gelijke gevallen ook gelijk behandeld worden, zullen we steeds weer nieuwe regels moeten maken;
o Zolang we denken dat het afstoten van taken door de overheid zal leiden tot minder regels, terwijl steeds weer is gebleken dat het tegendeel waar is, zullen we blijven reguleren;
o Zolang we roepen om rechtvaardigheid, maar blijven denken dat dit te realiseren is via wet en regelgeving, zelfs als we toch regelmatig uitspraken van de rechter zien die weliswaar correct zijn, maar niet als rechtvaardig voelen, zal er niets veranderen;
o Zolang we, als er iets niet goed is gegaan, onderzoekscommissies instellen die met veel wijsheid achteraf zware kritiek leveren op de keuzes die voorafgaand aan de gebeurtenis zijn gemaakt, zelfs in situaties die nog nooit eerder zijn voorgekomen, zullen alle betrokkenen risicomijdend i.p.v. risico beheersend gedrag gaan vertonen;
o Zolang de media de rol blijven spelen die ze nu spelen, zoekend naar verantwoordelijken, vragend om consequenties, zal de situatie waarin we verkeren alleen maar versterkt worden.

Hoe dan wel

Regelgeving is gebaseerd op gebrek aan vertrouwen. In een maatschappij die gefundeerd wordt op regelgeving, zal vertrouwen niet snel kunnen ontstaan.
Als we van dat verstikkende woud aan regels af willen, zullen we moeten accepteren dat:
• Dingen fout kunnen gaan;
Alles moet er uiteraard wel op gericht zijn dat er geen ernstige dingen kunnen gebeuren, waarbij de definitie van het begrip ‘ernstig’ waarschijnlijk nog lastig, want niet objectief, te bepalen zal zijn;
• Absoluut gelijke behandeling van gelijke gevallen in gelijke situaties onmogelijk is;
Dit laat onverlet dat dit streven wel zal moeten blijven bestaan, maar met meer ruimte voor interpretatie door professionals en een waarborg via een beroepsmogelijkheid en een soort hardheidsclausule;
• Voor rechtvaardigheid een subjectieve oplossing heel acceptabel kan zijn.

Conclusie

In abstracte zin willen we graag minder regels, maar zodra het concreet wordt is dat niet meer het geval. Als we niet op een heel andere manier gaan denken over hoe we als samenleving willen en kunnen functioneren, zal zowel de roep om meer regels als die om deregulering blijven klinken.
Pas als we echt gaan beseffen en accepteren dat de wereld niet maakbaar is, ontstaat de mogelijkheid dat er iets kan veranderen.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Meer over Bureaucratie