Op 20 december j.l. promoveerde Jelle van Baardewijk op de VU met een onderzoek naar de morele vorming van bedrijfskunde studenten aan een drietal Nederlandse universiteiten. Hij onderzocht zowel de ethisch-filosofische grondslag van bedrijfskunde opleidingen als wat daarvan blijft hangen bij de studenten. Dat is bedroevend weinig. Punt één is dat er in de opleiding weinig aandacht wordt besteed aan ethiek, punt twee weten de studenten er bitter weinig van te reproduceren.
Kritiek van Mintzberg
Van Baardewijk komt op basis van zijn interviews tot een vijftal typen studenten bedrijfskunde. De twee meest in het oog springende typen zijn: de student die ofwel een goedwillende manager ofwel een harde marktgerichte manager wil worden. Het beroepsbeeld dat de ondervraagde studenten hebben van de manager is mager; winst maken en ongeveer twintig medewerkers aansturen.
Als je dit ziet ben je geneigd Mintzberg gelijk te geven die al jaar en dag fulmineert tegen business schools. Hij vraagt zich af of het zin heeft studenten bedrijfskunde vol te stoppen met theorieën en instrumenten terwijl ze zich wegens gebrek aan werkervaring nog niet kunnen voorstellen bij hoe het echt werkt in de praktijk van het bedrijfsleven. Hij pleit ervoor alleen studenten met werkervaring toe te laten op een business school. Natuurlijk verschilt de Amerikaanse context waar Mintzberg over schrijft van de Nederlandse; toch blijft zijn kritiek overeind bij het bekijken van bedrijfskunde opleidingen in ons land. Zo gebruiken deze opleidingen overwegend Anglo-Amerikaanse leerboeken, met casuïstiek en focus op grote multinationals terwijl in het Nederlands bedrijfsleven het MKB de boventoon voert.
Methodologie
Tijdens de promotieplechtigheid zelf brachten verschillende opponenten de gebruikte “Q methodologie”, Stephenson (1953), ter sprake. Mag je op basis van deze in hun ogen zwakke methode überhaupt wel conclusies trekken? Daar gelden de wijze woorden van Cor Lammers, van 1964 tot 1993 hoogleraar organisatiesociologie aan de Rijksuniversiteit Leiden: resultaten uit kwalitatief vooronderzoek worden bijna altijd bevestigd door kwantitatief vervolgonderzoek! Afgezien van de vraag of kwantitatief onderzoek überhaupt krachtiger onderzoeksresultaten oplevert. De oproep van de promovendus om nader onderzoek te doen past in de verantwoorde traditie van “further research is needed”. Als werkhypothese zijn deze eerste bevindingen een goed startpunt. Vervolg zou mijns inziens de vorm moeten krijgen van actie onderzoek van de betreffende faculteiten in goede samenwerking met het bedrijfsleven.
Vooronderstellingen in het bedrijfskunde onderwijs
De auteur vestigt de aandacht op bedrijfskundige vooronderstellingen in academische studieboeken en colleges. Winst, concurrentie, effectiviteit en efficiency spelen een hoofdrol in de veelal Anglo-Amerikaanse literatuur. Terwijl de realiteit van de onderneming in de 21e eeuw veel meer en diepere interne en externe lagen omvat zoals (angst)cultuur, democratie, transparantie, klimaat, diversiteit, belang van werknemers, inclusief pesten op de werkvloer, en fysieke omgeving. Het aantal aandachtspunten is ad libitum uit te breiden met onder meer discriminatie, mensen- en dierenrechten, eenzaamheid, armoede, vrede, uitbuiting, rechtvaardigheid, de Bergrede, immigratie. Natuurlijk kan een bedrijf niet de noden van de hele wereld op zijn nek nemen, maar de alom opduikende voorbeelden van misstanden binnen en buiten bedrijven nopen tot nadenken over keuzes die gemaakt worden als we ernst willen maken met het verbeteren van de wereld.
Keuzeprocessen bij ethiek van bedrijven
Naar besluitvormingsprocessen is veel onderzoek gedaan, met als pioniers March en Simon in de jaren vijftig tot en met tachtig van de vorige eeuw. Deze en andere studies tonen aan dat besluitvorming nooit in rechte lijn verloopt maar in belangrijke mate bepaald wordt door complex gelaagde interne politiek binnen organisaties. Dit wordt prachtig in beeld gebracht in de Britse comedy serie Yes Minister, later gevolgd door Yes Prime Minister (1980-1984). Met andere woorden ethiek rond interne of externe bedrijfsomstandigheden is geen rationele lijn van ‘zo gaan we het doen’, maar moet altijd eerst door de vervormende trechter van besluitvorming.
Desinteresse in ethiek
Is ethiek iets voor watjes? De desinteresse voor ethiek is niet exclusief voor bedrijfskunde maar komt breder in de maatschappij voor. NRC Handelsblad publiceerde zaterdag 4 januari j.l. een aantal artikelen over advocaten aan de Zuidas. “We zijn er voor de klant” is daar de moraal. Dat strookt helemaal met het beeld hierboven van de studenten bedrijfskunde over hun toekomstige werk. Hun beroepsbeeld komt neer op geld verdienen en leidinggeven aan een x aantal medewerkers.
De colleges ethiek die tijdens de opleiding bedrijfskunde worden gegeven zijn weinig frequent en worden te weinig ingebed in de leerstof over strategie, structuur, leidinggeven en ondernemerschap. De studenten worden te weinig uitgedaagd om bedrijfs problemen in de bredere maatschappelijke context te bekijken en daar methoden voor te ontwikkelen.
Is dat erg? In ieder geval zorgelijk want als net afgestudeerden zo het bedrijfsleven instappen zijn ze blind voor allerlei misstanden in en buiten hun werk.
Zie ook Paul Scheffer’s column over de morele bijziendheid van taxiplatform Uber. Het tragische lot van klokkenluiders hoeft dan geen verbazing te wekken. Wangedrag van CEO’s van grote bedrijven evenmin.
Hoe nu verder
Van Baardewijk doet een aantal relevante aanbevelingen ter verbetering van de ethische dimensie in de bedrijfskunde opleiding met intensieve aandacht voor de praktijk naast geschiedenis, sociologie en politicologie. Hij pleit voor een ethiek die zich niet alleen op het individu richt maar ook op de collectieve verantwoordelijkheid van organisaties.
Bedrijfskunde opleidingen doen al stappen in de goede richting zoals sinds een aantal jaren het herinvoeren van de praktijkstage. Toch ben ik van mening dat de betreffende faculteiten veel serieuzer aandacht moeten besteden aan het onderwerp dat Van Baardewijk onderzocht en gerapporteerd heeft. Laat dit niet wachten op de uitkomst van vervolgonderzoek.
Literatuur:
- Baardewijk, Jelle J. van, The Moral Formation of Business Students, 2018
- Driessen, Camil, Het carrièrepad op de Zuidas is simpel: up or out, NRC Handelsblad, 4 januari 2019
- Heijden, Teri van der, Joris Kooiman,‘Ik zou een oproep aan advocaten doen: toon publiek leiderschap’ NRC Handelsblad, 4 januari 2019
- Huygen, Maarten, ‘Niet weten wat ‘goed doen’ betekent’, NRC Handelsblad, 2 januari 2019
- March, James G ., & Johan P. Olsen), Garbage Can Models of Decision Making in Organizations. In: James G. March & Roger Weissinger-Baylon (Eds.), Ambiguity and Command, 1986
- Mattheus 5, 6 en 7, de Bergrede
- Mintzberg, Henry, Managers Not MBAs, A Hard Look at The Soft Practice of Managing and Management Development, 2005
- Reason, Peter, & Hillary Bradbury, The Handbook of Action Research, 2nd Edition, 2007
- Scheffer, Paul, De morele bijziendheid van Uber blijft verrassen, NRC Handelsblad, 30 januari 2019
- Simon, Herbert A . Administrative Behavior: A Study o f Decision-making Processes in Administrative Organizations, 2nd ed., 1957
- Stephenson, W. The study of behavior: Q-technique and its methodology, 1953
Deel uw ervaringen op ManagementSite
Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.
SCHRIJF MEE, word een pro! >>
Na jaren van ervaring bij de lokale overheid weet ik dat veel organisatieveranderingen mislukken omdat managers 'ethiek ontberen.
Gr. Wim Baars Msc
Goed dat je dit op de agenda houdt en voor de inbedding in het grotere plaatje.
T.a.v. hoe verder: wat zijn de voorbeelden van opleidingsinstellingen die dit wel (goed) addresseren?
Het grote verschil is dat deze opleiding alleen studenten toelaat met werkervaring. Daardoor merk je ook goed dat de gemiddelde student hier niet zo zeer uit is op winst maken en de 'baas' zijn, maar op het worden van een beter ontwikkelde leidinggevende. In dat opzicht ben ik het ook hartgrondig eens met Mintzberg dat werkervaring voor business schools een vereiste zou moeten zijn. Het lijkt me inderdaad twijfelachtig om zonder werkervaring een MBA te halen en dan rechtstreeks in het management in te stromen. Je hebt dan geen idee van wat er op de werkvloer gebeurt en wat het effect van jouw handelen is op de medewerkers in je organisatie.
https://www.fontys.nl/nieuws/internationale-aandacht-voor-fontysboek-over-circulaire-economie-0/
Ook ben ik het niet eens met de stelling dat we alleen aandacht zouden besteden aan multinationals. We kijken juist expliciet naar ondernemende organisaties. Zo hebben we onlangs met bedrijfskunde studenten geanalyseerd op welke wijze Epic Games (de organisatie achter de succesvolle game Fortnite) haar bedrijfsprocessen heeft ingericht. In zowel nationale als internationale media zijn hier recent verschillende artikelen over verschenen:
https://bron.fontys.nl/het-succes-van-game-fortnite-ontleed/
https://innovationorigins.com/fontys-teacher-unravels-the-success-of-game-fortnite-with-her-students/
https://siliconcanals.nl/news/what-entrepreneurs-can-learn-from-the-overwhelming-success-of-fortnite/
dr. Mirjam Baars MBA
Boeiend!
Meer ethiek in de opleiding Bedrijfskunde lijkt me gezien het onderzoek van Van Baardwijk een must. Maar er zijn nog wel een paar opmerkingen te maken, uiteraard met de relativering dat ik het bewuste proefschrift niet heb gelezen.
* Behalve inzicht in ethiek zou studenten ook (meer) geleerd moeten worden om met een open en kritische blik te kijken naar de bestaande samenleving en de vigerende cultuur in grote en kleine organisaties. Daardoor leren ze - hoe onrijp ook - een eigen mening te vormen en niet op voorhand de geldende opinies achterna te lopen. Ik heb dit gemis vaak ervaren: de dames en heren wilde een afdeling runnen, leidinggeven, strategie bepalen en meer van dat werk.
* Dat geldt niet alleen voor de studenten Bedrijfskunde, maar voor allerlei opleidingen die managers en professionals produceren die worden losgelaten op medewerkers, klanten en burgers. Ik denk met name aan de talloze managementopleidingen.
* Het vermogen om zelfstandig en kritisch te denken is des te belangrijker omdat de werkomgeving waarin deze studenten na hun studie veelal terecht komen nogal eens erg traditioneel is en gericht op beheersing van medewerkers en 'handige omgang' met klanten en burgers. Daarmee ontwikkelt de gemiddelde net-afgestudeerde zich veelal tot een getrouwe kopie van zijn/haar klassieke leidinggevende.
* Aldus continueren ze onbewust het oude organiseren met zijn overdaad aan management, regels en controles en blokkeren ze medewerkers bij het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Dat is niet slechts een morele kwestie: het nieuwe organiseren is - om even heel aards te worden - een aanzienlijk goedkopere en effectievere manier van bedrijfsvoering dan het oude regime.
* Overigens vind ik dat organisaties een beetje terughoudend moeten zijn met het inzetten van onervaren bedrijfskundigen e.d. als leidinggevenden. Het zal deze youngsters ongetwijfeld een schat aan ervaring opleveren, maar dat gebeurt wel over de rug van medewerkers. Ik heb me in mijn praktijk als baas altijd mordicus verzet tegen deze vorm van vivisectie.
Kijk ook nog even naar de discussie die elders op deze site is ontstaan over het nieuwe organiseren, met name de artikelen van Gyuri Vergouw en van mij en de commentaren van b.v. Lenette Schuijt.
Paul Verburgt
Overigens denk ik dat een belangrijk deel van de morele vorming en ontwikkeling ligt in je opvoeding en vervolgens na je school- en studieperiode pas echt begint. Tijdens 'de rest van je leven'. Werk, relaties, gezin, etc. Als ik naar mezelf en mijn omgeving kijk, gaat pas op iets latere leeftijd je blik meer naar buiten staan.
Zeker goed om al vroeg met bewustwording te beginnen! Maar of dat aan de universiteiten is...
Heel interessant dat je de link legt tussen het ontbreken van ethiek bij managers en het mislukken van organisatieverandering. En dan te bedenken voor hoeveel veranderingen we staan, zie bijvoorbeeld de documentaire over de waterstofeconomie van VPRO Tegenlicht van zondag 10 februari j.l. Over circulaire economie gesproken die Mirjam gebruikt in haar onderwijsprogramma.
Beste Niels,
Je wordt op je wenken bediend want een paar reacties hieronder wijzen al op instellingen die hier kennelijk al mee bezig zijn.
Beste Wilco,
Heel goed dat je een voorbeeld aanhaalt van een opleiding die hier aandacht aan besteedt. Dat deze opleiding alleen studenten met werkervaring toelaat helpt uiteraard. De hierboven aangehaalde prof. Lammers opende voor deze categorie studenten van de vorige eeuw in de jaren '60 al de mogelijkheid organisatie sociologie te studeren middels colleges op de dinsdagavond.
Dat jij het twijfelachtig vindt MBA'ers zonder werkervaring los te laten in het management van bedrijven keert versterkt terug in Paul's reactie. Hij noemt het vivisectie!
Beste Jonathan,
Prima dat je de deeltijdacademie van de HvA toevoegt aan de positieve ervaringen. Ook hier gaat het om studenten met werk achtergrond.
Ha, jij bent het niet eens met twee stellingen: 1) te weinig aandacht voor ethische kwesties. Jouw opleiding doet er juist wel aan, in ieder geval wat betreft circulaire economie. Hierboven verwees ik al even naar de VPRO Tegenlicht documentaire over de waterstof economie, die ook mikt op dit doel. Mooi, maar het is denk ik niet het enige verhaal dat je kan/moet bieden over ethiek. Zie bijvoorbeeld de aandacht die Jelle in zijn proefschrift, staat in de literatuuropgave hierboven in zijn totaliteit in hyperlink, besteedt aan vooronderstellingen in bedrijfskunde opleidingen. 2) alleen aandacht voor multinationals. Mooi dat jullie juist naar ondernemende organisaties kijken. Het voorbeeld van jullie analyse met studenten van Epic Games vind ik prachtig en niet alleen omdat mijn kleinzoon (binnenkort 11) verzot is op Fortnite! Ook dat je hier nationaal maar ook internationaal over publiceert is prima.
Beste Yvonne,
Leuk dat je het gesprek met Jelle aanhaalt. Dat betekent dat zijn onderzoek echt impact heeft. Goed dat jullie er vanuit het HBO mee bezig zijn. Ik zie hier nu nog geen reacties uit de universitaire wereld, maar ik hoor van collega's dat men op verschillende plaatsen ook al druk bezig is met dit thema.
Beste Paul,
Mooi dat je het over vivisectie hebt bij het inzetten van onervaren MBA'ers in concrete werksituaties! Ook hier weer het voorbeeld van de jonge manager van Uber Benelux in de column van Paul Scheffer. Ik kom graag terug op je andere punten en m.n. op de koppeling met nieuw organiseren, waarover Gyuri, jij en Lenette schrijven. Want naast te weinig aandacht voor ethiek valt bij veel bedrijfskunde opleidingen op dat de aandacht eenzijdig op de machine bureaucratie van Mintzberg ligt. Dat komt trouwens meer voor, inderdaad onterecht bij heel veel bedrijven.
Ha de eerste universitaire bedrijfskunde opleiding die nu ter sprake komt. Maastricht was altijd al sterk in praktijk gericht onderwijs, maar goed om te lezen dat kennelijk toen al stil werd gestaan bij ethiek. Dat je culturen eraan toevoegt is heel relevant voor de discussie omdat het bedrijfsleven, en niet alleen de multinationals, steeds internationaler opereert.
Je vraagt je wat betreft bewustwording af "of dat aan universiteiten is..." Mij is niet helemaal duidelijk of je dat universiteiten zich daarmee (gaan) bemoeien zou toejuichen of juist niet.
Beste Karin,
Natuurlijk gaat het om jezelf, maar waar Jelle in zijn proefschrift op wijst is dat organisaties een eigen ethiek of gebrek daaraan ontwikkelen, waar je als individu weinig tegen in te brengen hebt. Zie de aanhoudende stroom berichten over klokkenluiders in het bedrijfsleven en bij de overheid. Zijn punt is juist dat een te sterke nadruk op individuele verantwoordelijkheid in opleidingen afleidt van de noodzaak bedrijven in dit opzicht te veranderen. Heel goed om te benadrukken dat het een wisselwerking is en dat het laatste niet zonder het eerste kan is.