Een economische crisis in 2007?

Actueel

Komt de economie weldra in een recessie terecht? De vraag werd halfweg de zomer gesteld. Na een zeer goed begin is de groei van de Amerikaanse economie sterk verminderd tijdens het tweede kwartaal: voor het eerst sinds lang was hij kleiner dan die van de eurozone!

Her en der werden ook verontrustende signalen vastgesteld: de jobcreatie blijft status-quo, de bedrijfsinvesteringen lijken iets te verzwakken en de vertraging van de vastgoedsector is nu duidelijk. Deze sector was tot nog toe nochtans de belangrijkste motor van de Amerikaanse groei geweest. Als men aan al deze vaststellingen de inversie van de rentecurve toevoegt – de lange rente ligt reeds enkele weken boven de korte – zou er volgens sommigen ongeveer 70 % kans bestaan dat er volgend jaar een recessie komt…

Is het risico werkelijk zo ernstig?

De vaststelling van een renteverschil – in onderhavig geval het verschil tussen de lange rente, die bepaald wordt door de obligatiemarkten, en de korte rente, die geregeld wordt door de centrale bank – zal vermoedelijk een origineel licht werpen op de toekomst indien de markten aangaande de komende conjunctuur over informatie zouden beschikken die de gewone sterveling niet heeft. Dat is min of meer impliciet het standpunt van diegenen die, op basis van geleerde analyses, uit de vaststelling van deze helling de kans op een recessie afleiden.

Bij nader toezien echter, is de bijdrage van de markten hier niet die welke men denkt. De informatie die ze ons verschaffen heeft geen betrekking op de toekomst maar op het verleden! De lange rente hangt immers af van de inflatie die de markten voor de komende jaren verwachten: als men ze aftrekt van de korte rente, krijgt men een beeld van de “reële” intensiteit van de monetaire restrictie.

Deze verwachting is evenwel in het algemeen niet zeer vindingrijk: ze is gewoon de extrapolatie van de inflatievoeten die over de laatste tien jaar werden vastgesteld. Aan de hand van een eenvoudige proef kunnen wij ons daarvan vergewissen: laten wij van de korte rente voor een gegeven periode de gemiddelde inflatie van de tien voorgaande jaren aftrekken. Indien deze proef de verwachte inflatie goed meet, is het resultaat van deze aftrekking de “reële” korte rente van de periode.

Om te weten of het toegepast monetaire beleid min of meer restrictief is, moet men deze rentevoet echter met zijn neutraal niveau vergelijken. Stel dat deze rentevoet in de Verenigde Staten 2,5 % bedraagt. Het verschil tussen dit neutraal niveau van 2,5 % en de berekende reële korte rente geeft de effectieve intensiteit van de door de centrale bank toegepaste restrictie weer.

De evolutie van dit verschil in essentie sterk gelijkt op die van de helling van de curve en dat men zelfs beter de voorbije recessies kan “voorspellen” dan deze laatste … zonder zich op enig van de markten afkomstig gegeven te baseren ! De helling van de rentecurve leert ons dus dat het beleid van de centrale bank thans restrictief is.

De conjunctuurgegevens bevestigen dit: in de Verenigde Staten wordt gewoonlijk immers eerst de vastgoedsector door de recessie getroffen. De vele daarmee gepaard gaande tekenen van vertraging zijn niet het gevolg van het uiteenspatten van de zeepbel: ze zijn het resultaat van het beleid dat door de Amerikaanse monetaire overheid wordt gevoerd om de economie af te remmen.

De stijging van de rentevoeten, die van januari 2004 tot juni 2006 voortduurde, kon de economische activiteit enkel beïnvloeden door eerst de vraag van de gezinnen naar vastgoedkrediet af te remmen. Deze verwachte vertraging doet zich nu voor. Ze gaat gepaard met een daling van het aantal transacties, zowel voor nieuwe als oude woningen, en met een - nu duidelijke - reductie van het tempo van de prijsstijgingen. Wij kunnen echter in geen geval zeggen of deze vertraging zal resulteren in een vrije val.

De vooruitzichten van de projectontwikkelaars hebben weliswaar een dieptepunt sinds vijftien jaar bereikt. Moet men zich daarover zorgen maken? De investering in woningen heeft de laatste jaren een beslissende bijdrage aan de conjunctuur geleverd. Deze bijdrage zal nu - zeer logisch - negatief worden. Opdat de schuldenlast van de gezinnen afneemt – en ze eindelijk weer meer beginnen te sparen – mogen de vastgoedprijzen niet verder stijgen (zo niet zullen de gezinnen gebruikmaken van de mogelijkheden om de door het Amerikaans financieel systeem geboden latente meerwaarden verhandelbaar te maken). Totnogtoe verlopen de zaken ongeveer zoals kon worden verwacht.

Het gevaar is uiteraard dat ze elkaar hoe langer hoe sneller zullen opvolgen. Indien de vastgoedprijzen volgend jaar zouden kelderen in plaats van zich te stabiliseren, indien de investering in woningen 20 % in plaats van 5 à 7 % zou dalen, indien de spaarquote van de gezinnen met vier punten en niet met één of twee punten zou stijgen, zal de Amerikaanse economie wellicht plots sterk vertragen en zelfs in een recessie terechtkomen. Dit gevaar bestaat: de laatste jaren berustte de expansie van de vastgoedsector op nieuwe financieringswijzen en nooit in het verleden is de schuld van de gezinnen zo snel gestegen.

Niemand kan dus zeggen hoe de vandaag ingezette beteugeling zal eindigen. Men mag evenwel de kracht van de stabiliseringsmechanismen in deze economie niet over het hoofd zien. Indien in de loop der weken sterker dan verwachte tekenen van vertraging opduiken, zal de lange rente ongetwijfeld zakken: de daling van de vraag naar hypothecair krediet zal daardoor een halt worden toegeroepen, wat ook geldt voor de stijging van de spaarquote van de gezinnen en de daling van de vastgoedprijzen.

Terzelfder tijd zal de verwachting van een uitgesproken vertraging in de Verenigde Staten een ontspanning van de olieprijzen teweegbrengen, wat de gezinnen opnieuw meer koopkracht zal geven. De Federal Reserve van haar kant, zal snel haar tarieven verlagen en zodoende de dollar in een neerwaartse trend doen belanden.

Er wordt vandaag in de Amerikaanse economie ongetwijfeld druk op de prijzen uitgeoefend, maar dat is - gelet op de dreigende plotse vertraging van de vastgoedsector – onvoldoende verontrustend om de Federal Reserve aan het twijfelen te brengen, temeer omdat vandaag vooral de huurprijzen de consumptieprijzen uit de hand doen lopen!

Om de Amerikaanse economie in een recessie te dompelen, mogen deze buffers dus niet meer spelen. Niets laat zoiets thans vermoeden. De recente stabilisering van de nieuwe aanvragen van hypothecaire leningen als reactie op de ontspanning van de obligatierente en de verkoop van nieuwe woningen geven integendeel aan dat deze mechanismen nog altijd werken.

Dit belet de Amerikaanse economie uiteraard niet om in 2007 te vertragen. Zij die mikken op een forse daling van de groei, en zelfs op een recessie, dreigen evenwel ontgoocheld te zullen zijn!

(bron: Financieel Management)

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Meer over Strategie